12 februari 2011

De 10 beste films van 2010, en meer

Een jaarlijstje in februari plaatsen; ok, ik heb er nogal mijn voeten aan geveegd dit jaar. Een combinatie van kijkachterstand, examens en ziekte heeft ervoor gezorgd dat deze lijst een beetje laat, zelfs volledig in het Oscar-seizoen valt. Ik zal er alles aan doen om volgend jaar een beetje op tijd te komen, maar om een beetje relevant te blijven (en ook een beetje ter compensatie); zie hier de Not a Tumor-awards.



  • Evolutie van het jaar: Stand by Me kindster Jerry O'Connell die -weliswaar via een Kangaroo Jack omweg - uiteindelijk de rol van zijn leven gevonden heeft als cocaïne-snuivende pornoregisseur in Piranha.
  • Net iets te overtuigend: Nicolas Cage in Bad Lieutenant: Port of Call - New Orleans. Vertel ons maar dat je deze rol - na de zatlapperij in Leaving Las Vegas - clean wou vertolken; niemand die het gelooft.
  • Acteren? Quoi?: Anthony Hopkins in The Wolfman. Vergeet beleving, vergeet emotie en vergeet zelfs intonatie: een echt grootse acteur forceert gewoon een mondharmonica in een willekeurige scène.
  • Don't quit your dayjob: Dat vervelend kind dat verschrikkelijk slecht debuteerde in de hoofdrol van The Last Airbender. Maar aangezien deze dertienjarige waarschijnlijk geen dayjob heeft krijgt Erika van Tielen em voor Frits & Freddy: terug naar ros en terug naar niet-acteren, graag.
  • Verrassing van het jaar: Colin Firth die in A Single Man bewijst dat hij geen houten plank is. Runner-up is Michael Cera - overigens zelf een Canadees - die een poging tot Canadees accent binnen Scott Pilgrim vs. The World wist te smokkelen door maarliefst één keer "eh" te zeggen. Daar hadden de criticasters niet van terug.
  • Visionair van het jaar: Lee Daniels voor Precious: Based on the blablabla, en het hilarisch foute shot van de bakkende eieren tijdens een verkrachting. Die man zal daar vast wel iets mee bedoeld hebben, maar wat precies? Incest is spetterend? Wordt het best met een korrel zout genomen? Met vaderdag krijg je het in bed? Neen, meneer Daniels, ik vrees dat ik niet helemaal mee ben.
  • De beste film waar ik het minst van gezien heb: Om gefilmd te worden op een trampoline tijdens een aardbeving door een aan Parkinson lijdende chimpansee was Green Zone nog een heel goede film, maar soms is het ook wel eens aangenaam om te belangrijkste zaken in een film effectief in beeld te brengen, meneer Greengrass.
  • Realisme ten top: Ik kan me best voorstellen dat het onder een rijdende trein een hels kabaal is, maar dat is geen reden om de bioscoop met bloedende oren te moeten verlaten, Unstoppable.
  • Het meest zinloze experiment: Neen, niet het eerste segment van The Human Centipede. Wel Armie Hammer die zijn eigen broer moet spelen in The Social Network. Huur gewoon een andere acteur in; het is niet alsof de rest van de film wél compleet historisch accuraat is, dus over dat éne miniscuul detail zal niemand vallen.
  • Nobelprijs voor poging tot wetenschap: Lithiumdioxide klinkt heel erg sciency, Iron Man 2, maar iedereen met een basiskennis scheikunde prikt daar meteen een gat in.
  • De "scheet in een fles" van het jaar: Moord en brand! Er loopt een zombie door de straten en hij draagt toevallig een mijter: heiligschennis! Neen, al die commotie waren Sint en zijn uruk-hai ook weer niet waard, al zal het daar qua financiën wel niet over klagen.
  • Opgesloten in de kast: Voor zij die vergeten waren hoe sterk de homoseksuele spanningen in 80's actiefilms wel eens konden zijn: men staart weer meer dan genoeg naar elkaars blote bast in The Expendables.
  • De "jeugd met hun flippo's en gameboys" van het jaar: Eigentijdse subcultuur-referenties maken is natuurlijk heel erg hip, maar met 'All your base are belong to us' moet je in 2010 echt niet meer afkomen hoor, Cop Out. Een eervolle tweede plaats voor Salt, de Amerikaanse productie die nog altijd niet beseft dat de Russen al lang de slechteriken niet meer zijn.
  • De twist van het jaar: Geen Prince of Persia, Book of Eli, Salt, ... er was één verrassing die met kop en schouders boven de concurrentie uitstak. Een doodsaaie sok van een film dat op een paar minuten tijd plots een 9/11-drama wil worden. Remember Me, kostelijk.
  • Charmeur van het jaar: Peter Sarsgaard die Carey Mulligan voorstelt om haar te ontmaagden met een banaan, "to get the messy part over with". Alleen het witte paard ontbreekt.
  • Schrijver van het jaar: De persoon die verantwoordelijk was voor Nicolas Cage's ruime hoeveelheid 'babydawls' in Kick-Ass.
  • Wekenlang nachtmerries dankzij: De aap met cimbalen in Toy Story 3. En dat voor een kinderfilm.
  • Meest memorabele schurk: Een veel te zware Steven Seagal die de Oost-Europese producties even inruilde voor Machete. Een martial arts specialist straalde zelden zo weinig dreiging uit. Runner-up is de kungfu-vechtende, nunchaku-zwaaiende Richard Nixon in Black Dynamite.
  • De "ge moest beschaamd zijn" van het jaar: Dat Guy Ritchie maar eens lang en goed in de spiegel kijkt: als de cash-in mockbuster van Sherlock Holmes beter is dan de grote productie ben je niet goed bezig. Runner-up is Date Night, de komedie wiens credits grappiger zijn dan het anderhalf uur dat eraan voorafgaat.
  • De klets in het gezicht van het jaar: Het was al geen al te goede film, maar duizenden innerlijke kinderen begonnen zachtjes te wenen toen Johnny Depp de 'futterwacken' begon te breakdancen in Alice in Wonderland.
  • De youtube-repeat van het jaar: De bicycle kicks in Mega Piranha. Hier kan ik de hele dag naar kijken.

  • Filmposter van het jaar: Hand in hand met de tagline van het jaar: "Great things come in bears". Toeval kan dit gewoonweg niet zijn, maar wel enorm geniaal.



Nu, heel soms kijk ik ook wel eens documentaires in plaats van films, vooral als het thema een beetje interessant is. Elk jaar komen er zo wel een paar uit en hoewel ik er maar een handvol zie (dit jaar welgeteld zes) zitten daar altijd wel zeer aangename bij. Van die zes waren er drie die ik héél goed vond, en die het verdienen om aan u aangeraden te worden. Dus voor ik aan de effectieve top 10 begin: een top 3 documentaires. Alvast de drie die het niet haalden: het aangename, maar nogal oppervlakkige Lemmy, het verschrikkelijk eenzijdige en ongenuanceerde RiP! A Remix Manifesto en Louis Theroux' goede Law & Order in Lagos.

Een terugkeer naar de hoofdrolspelers die ruim twintig jaar geleden verantwoordelijk waren voor hedendaags cultfenomeen Troll 2. Tandarts George Hardy omarmt het publiek dat houdt van de dubieuze kwaliteit; altijd glimlachend, tot vervelens toe het "You can't piss on hospitality, I won't allow it" citaat herhalen, vreemden aanspreken over de film, ... Geweldig leuk om te zien. Margo Prey is echter gewoon compleet zot geworden, letterlijk. De manier waarop ze praat over de film, haar zieke moeder en haar fysiek voorkomen is gewoonweg vervelend om naar te kijken. En koning van de documentaire is regisseur Claudio Fragasso, die naar Q&A's van de film gaat om te reageren met oneliners als "You understand nothing", of vanuit het publiek te roepen hoe zijn acteurs allemaal leugenaars zijn. Zeker de meest amusante documentaire dit jaar.

Rush is één van mijn favoriete bands, dus misschien ben ik een beetje bevooroordeeld. Daarentegen kon ik Sam Dunn's eerdere muziek-documentaires maar matig appreciëren. Maar met Beyond the Lighted Stage maakt hij een heel sterke documentaire over een band wiens geschiedenis het vertellen waard is. Toen hij hetzelfde probeerde voor Iron Maiden met Flight 666 werd het eigenlijk een veredelde roadtrip-vastlegging, en A Headbanger's Journey en Global Metal waren nu niet bepaald blijken van een meesterlijk documentairemaker (vooral die tweede niet). Maar hier vertelt hij een duidelijk afgebakend verhaal, met genoeg ruimte voor anekdotes en interviews met interessante personen. Voor fans natuurlijk dubbel zo goed als voor niet fans, maar sowieso de moeite waard om te bekijken.

Maar de beste documentaire dit jaar was natuurlijk Exit Through the Gift Shop, waarvan we nog steeds niet zeker weten of het nu allemaal wel echt was. Het toont een mooie introductie binnen de street art beweging, maar is uiteindelijk vooral een heel duidelijke boodschap over de fakeheid van de kunstwereld, waar hype en mooie woordjes boven kwaliteit staan. Of alles nu opgezet spel is of niet: Exit Through the Gift Shop zet wel tot denken aan, en doet dat op een bijzonder inventieve wijze.



En dan de hoofdschotel. 2010 was een goed jaar; meer goede films dan in 2009 en de zekere numero uno uitkiezen bleek een behoorlijk moeilijke beslissing. Er waren veel pure topfilms, veel sterk entertainment en een hoop heel mooie films. Lastig om uiteindelijk de juiste mix te vinden , maar bij deze: mijn top 10 van 2010.

In een tijd waar alles grimmiger en duisterder wordt was Kick-Ass een aangename verrassing. Wat begint als een parodie eindigt in een fullblown superheldenfilm, maar wel een die precies aanvoelt wanneer enige serieux noodzakelijk is. Veel humor in deze prent, mede door Nicolas Cage's Adam West-rol, maar ook bijzonder stijlvol en enorm bruut op vlak van geweld, al dan niet uitgevoerd door een elfjarig meisje. Dit bleek duidelijk een film 'voor de jeugd' die het publiek sterk verdeelde, maar zette tegelijk wel, min of meer op zijn eentje, een nieuwe standaard voor fun comic-verfilmingen die niet The Dark Knight proberen te zijn.

Dit Australisch animatiefilmpje van Oscarwinnaar Adam Elliot was een grote verrassing. Natuurlijk spreekt de stijl meteen aan; klei-animatie, variërend tussen monochrome zwart-wit en bruintinten. Nagenoeg compleet verteld vanuit de brieven die de twee naar elkaar sturen, een interessant narratief dat werkt door de sterke voice-acting (vooral Philip Seymour Hoffman is wederom magistraal), en verzadigd met kleine, prettige ideetjes die de film tof houden (zoals bijvoorbeeld chocolade hotdogs). Het drama is dan ook nog eens treffend zonder overdreven sentimenteel te worden, en de film wordt overladen met briljante, gitzwarte humor ("Toen ik vier was vroeg ik mijn moeder eens waar kinderen vandaan komen, ze zei dat deze komen uit eieren die door rabbi's gelegd worden. Of als je niet Joods bent, door Katholieke nonnen. Of als je atheïst bent, door vieze, eenzame prostituees"). Mary and Max is een parel die gezien dient te worden, maar helaas een wel héél erg oppervlakkige rol in de bioscoop mocht spelen.

Wes Anderson kent genoeg voor- en tegenstanders. Wie zijn andere films (zoals The Life Aquatic with Steve Zissou en The Royal Tenenbaums) kan appreciëren zal zich ongetwijfeld weer enorm vermaken met deze Fantastic Mr. Fox. In feite verandert Wes Anderson bijzonder weinig aan zijn succesformule: ook hier weer een familie vol lichtjes excentrieke personages. In dat opzicht is Fantastic Mr. Fox wel goed genoeg om zich te kunnen meten met genrekleppers als The Squid and the Whale, met als surplus de prachtige, unieke visuele stijl. Niet alleen is de stopmotion een genot om te bewonderen, Anderson experimenteert hier ook vrij met de opzet van zijn beeldvoering, met een handvol ludieke shots tot gevolg. Voor Anderson-fans een nieuw meesterwerk, terwijl zijn tegenstanders hem nog eens een poging zouden moeten geven.

Lang heeft Kick-Ass het niet volgehouden. In de lente nog een openbaring op vlak van stripboekverfilmingen, in de eindejaarslijstjes alweer voorbijgestreefd door Scott Pilgrim vs. the World. Een schoolvoorbeeld van style over substance, maar wie kan dat wat schelen als de stijl zo onomwonden retevet is als hier. Overladen met ditjes en datjes uit het videogame-, comic- en cinema-wereldje, enkele rasechte Jackie Chan-gevechten, een weergaloze visuele panache en een ruime hoeveelheid aan geslaagde grappen. Goed, het liefdesverhaal smaakt een beetje wrang, maar de algemene geweldigheid kan dat één negatief puntje met gemak opvatten. De geekfilm van het jaar.

Bad Lieutenant: Port of Call - New Orleans, oftewel "Cage doet gek: de film". In navolging van films als Vampire's Kiss en Downfall gaat Nicolas Cage hier weer compleet los. De hoeveelheid overacten is onvoorstelbaar, waardoor je ogen gedurende de volledige speelduur volledig op Cage gefixeerd zijn. Maar door dit alles aan drugs te linken is Bad Lieutenant geen slechte film, waar die andere Cage-freakouts - ik zeg het niet graag - niet bepaald hoogstaande cinema zijn. Het is meer op zijn plaats en wordt artistiek wat meer getolereerd, maar gelukkig maakt dat het allemaal niet minder plezant. Een studie over het effect van drugs, stress en macht hoeft u niet te verwachten, maar eerder een experiment met Nicolas Cage als testobject. En ik ben enorm dankbaar dat dat soort films ook nog bestaan.

De wereld is naar de knoppen en de mensheid moet maar zien te overleven. Geen doodgewone ambtenaar die met het enige kind ter wereld moet rondlopen, geen Mad Max die de boel even zal opknappen en al helemaal geen blinde, hyperchristelijke superheld. Doorheen het post-apocalyptische landschap volgen we enkel een vader en zijn zoon die simpelweg proberen te overleven, en meer heeft deze film echt niet nodig. The Road is gevuld met zware scènes, zoals wanneer de vader zijn zoon uitlegt hoe hij zelfmoord moet plegen. Aan de ene kant wordt je hart daar warm van, terwijl het op hetzelfde moment ook verscheurd wordt. En op dit dualiteit teert de hele film; het is een van de minst toegevende "einde van de beschaving" visualisaties die we al gezien hebben, maar toch zorgen de twee protagonisten (overigens subliem geacteerd) voor een lichtpuntje in de duisternis.

Scorsese heeft een Oscar en gaat dus gewoon lekker doen waar hij zin in heeft. Een kinderfilm in 3D en een Sinatra-biopic van de man die ons parels als Taxi Driver en Raging Bull bezorgde? Waarom niet! Scorsese beleeft de tijd van zijn leven, en dat is er aan te zien in Shutter Island. Een stevige knoert van een genrefilm waar de liefde van het medium van afstraalt. Naast één van de beste regisseurs aller tijden staat Scorsese ook bekend als een wandelende film-encyclopedie, en niet alleen conventionele kennis: zo beschreef hij trippy zombiefilm Cemetery Man ooit als één van de beste Italiaanse films van de 90's. De liefde voor dat soort B-films is wat deze film zo goed maakt: Scorsese kent de conventies en clichés, en speelt er mee zoals hij maar wil. Ik hoop dat Marty nog lang door kan gaan met maken wat hij wil, want over Shutter Island valt er nauwelijks een slecht woord te zeggen: spannend, interessant, enorm sfeervol en een DiCaprio die de pannen van het dak staat te acteren. En voorspelbaar, mijn gat!

De hele wereld was druk bezig met Polanski's arrestatie en het optakelen van de ruim dertig jaar oude verkrachtingszaak, toen de Pool ons nog eens toonde waarom hij ooit op handen werd gedragen. The Ghost Writer is een heerlijk thriller die bol staat van de suspense, opgebouwd op een manier waar Alfred Hitchcock zijn hoed voor zou afzetten. De vingernagels moeten het bekopen bij het aanzien van Polanski's meesterschap: slechts weinig regisseurs beschikken nog over de klasse om dit soort oercinema op te stellen. De haast perfecte mise-en-scène, het weergaloos gebruik van suggestie, de ijzingwekkend koele sfeer, ... het toont ons dat Polanski nog geen flard van zijn ruw talent verloren heeft. Hij kan zelfs een goede prestatie uit Pierce Brosnan sleuren, dan weet je dat je een goede bent.

Zonder twijfel de meest volle film dit jaar. De visuele vindingrijkheid, de poëtische subtekst, een ruime hoeveelheid aan diepgaande thema's, wetenschappelijke hypotheses, etc. etc. Er valt bijzonder veel uit Mr. Nobody te halen, maar ondanks die opeenstapeling van aanzetten tot zelfreflectie wordt het nooit te afstandelijk of verwarrend. Er zit een bijzonder fijne lijn doorheen de film, en wanneer het allemaal teveel kan worden blijft die houvast overeind om niet te verdwalen. Er valt niet één slecht woord te vertellen over Mr. Nobody, op intellectueel vlak zeker en vast de rijkste en sterkste film van het jaar. En dan nog eens een Belgische productie ook, we mogen trots zijn.

Het lijkt misschien raar om zo'n sterke woorden uit te spreken over Mr. Nobody, om dan toch Inception als beste film aan te duiden. Aan de diepgang van Mr. Nobody weet Nolans film natuurlijk niet te raken, maar is dat wat een film "de beste" maakt? Inception heeft, als het allemaal een beetje meezit, het blockbuster-landschap - wat Avatar vorig jaar zo sterk onderstreept had - flink door elkaar geschud. Een actiefilm waar verhaal niet ondergeschikt is aan de goedkope thrills. Weinig films kennen zo'n prikkelend concept als de matroesjka-dromen, konden daar een sterke emotionele kern aan binden, wisten uit te pakken met memorabele speciale effecten zonder dat je als kijker ook maar één seconde de focus verloor. Evenzeer hoopvol is dat Inception gedurende enkele maanden de 'talk of the town' was: overal waar je kwam werd lyrisch over de film gesproken en hevig gediscussieerd over het open einde. Inception is alles wat elke Hollywood-film in een ideale wereld zou moeten zijn, en daarmee misschien wel een van de sterkste die op deze grootte ooit geproduceerd werd. Het meesterwerk van 2010.

2 opmerkingen:

  1. Het is je vergeven dat het zo laat is. Onwijs leuk geschreven :)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Zeer terechte top hoor. Afgezien van de titels die ik nog niet heb gezien zou ik weinig schuiven.

    BeantwoordenVerwijderen