14 januari 2014

The Hobbit 2: The Desolation of Smaug

Pfoe, ja, bloggen. Lang geleden dit. Maar ik heb examens, wat betekent dat ik druk bezig ben met het doen van dingen die niets met examens te maken hebben. En wanneer een film mij dan zo gigantisch tegen de borst stuit als dit, herinner ik me plots dat ik nog ergens een publieke blog heb staan. Geen idee of het er vaker van gaat komen, al merk ik aan mijn eigen schrijven dat dat misschien geen slecht idee zou zijn. Het had allemaal ongetwijfeld wat compacter en helderder gestructureerd kunnen worden, maar hey: bij deze films is dat natuurlijk ook wel weer een beetje toepasselijk.

The Hobbit: An Unexpected Journey was voor mij een flinke meevaller. Een goede film is dat natuurlijk niet: er is nauwelijks sprake van enige karakterontwikkeling, het plot en de algemene motivaties zijn wel héél makkelijk, je kan er makkelijk twee uur uitknippen zonder dat er ook maar iets verandert op eender welk narratief niveau, ... Maar los van al die kritiek, los van alle mogelijke problemen, vond ik die film wel nog redelijk leuk. Voornamelijk door Jacksons talent en Freemans charisma, waren dat drie uur die nog redelijk aangenaam waren om naar te kijken. Compleet vergeetbaar, een film die tegen quasi al mijn cinematische principes indruist, maar toch: leuk. En daar kom je ook al héél ver mee. ‘Guilty Pleasure’ is net een brug te ver, maar het komt in de buurt. Gegrond in de realiteit als ik ben, lagen daar dan ook mijn verwachtingen voor The Desolation of Smaug. Ik ben niet zo naïef om me plots te verheugen op interessante personages of meeslepende dramatiek, maar een verhaal dat drie uur leuk blijft... dat moet toch te doen zijn?

En het jammerlijke feit is dat The Desolation of Smaug daar niet in slaagt. Verrassend genoeg bedoel ik daarmee niet dat die drie uur niet leuk waren, maar wel dat deze film gewoon geen verhaal vertelt.

We weten in 2014 heel goed hoe verhalen werken. We snappen alles van het belang van personages, empathie, thema, pathos, tempo, en ga zo nog maar even verder. En ja, de eerste Hobbit zondigde flink tegen een aantal van die zaken, maar de meest algemene basisstructuur van een verhaal stond er tenminste. Die essentiële, oh zo simpele basisstructuur valt makkelijk te definiëren: je moet gewoon aan eender wie vragen om het concept "verhaal" op een zo banaal mogelijke manier te omschrijven. Je krijgt dan iets als "Emmmmm, er is een begin, het hoofdpersonage moet iets doen, dat lukt (of dat lukt niet), en dan eindigt het." Banaler dan banaal, maar in principe is dat de essentie van het hele concept ‘verhalen’. We kunnen daar nog zo ver op uitbreiden als we willen, en er zulke intelligente theorieën tegenaan gooien als we maar toe in staat zijn, maar uiteindelijk blijft het altijd zo simpel. Begin, midden, einde. En Hobbit 2 heeft die drie elementen, langs welke kant je het ook bekijkt, niet. The Desolation of Smaug heeft namelijk simpelweg geen einde, en daaruit volgt dus dat het dus ook geen verhaal heeft. En in al mijn jaren als filmliefhebber ben ik dat volgens mij nog nooit tegengekomen.

Om het zogenaamde ‘einde’ even op te frissen: in de film zien we hoe Bilbo en zijn dwergvriendjes de confrontatie met draak Smaug aangaan. Heel erg vlot loopt het allemaal niet voor Bilbo en zn bende. Na een ietwat vermoeiende actiescène van een goede drie kwartier proberen ze Smaug te doden door hem te bedelven onder vloeibaar goud. Ze slagen hierin, maar Smaug overleeft het grapje en kan er niet mee lachen, waarop hij beslist om naar een nabijgelegen stadje te vliegen en de mensen daar op te peuzelen. Dat was niet de bedoeling. “What have we done?”, vraagt Bilbo. Ennnnnn knip naar een zwart scherm. Ik begrijp het niet helemaal. Een meisje in de zaal jammert “Oh neen he”. Maar toch: dat was em blijkbaar. Boem klets gedaan, iedereen mag naar huis.

Heel concreet samengevat: er is geen enkele evolutie in eender welk karakter, er is niet één subplot dat opgelost wordt en het hoofdverhaal bevindt zich niet eens op een rustpunt. Eigenlijk stopt The Desolation of Smaug een tiental minuten voor traditioneel de finale ingezet zou worden: de helden hebben gefaald, alles zit tegen, maar dan herpakken ze zich, gaan ze vol zelfvertrouwen de strijd aan en redden ze uiteindelijk toch de dag en is iedereen blij en tevreden. Maar dat is ongetwijfeld allemaal voer voor volgend jaar (ik heb het boek nooit gelezen hoor). Wat wij krijgen is de hele opbouw naar een gevecht, wat de helden verliezen. Maar is dit echt het einde van Bilbo en zijn vrienden? Om dat te weten moet je volgende keer opnieuw kijken! Dat is niet hoe films werken, dat is hoe Dragonball Z werkt.

De verdediging waar de Tolkien-fans dan collectief op springen is dat het "in het boek zo is". Dat is ongetwijfeld uit gewoonte, omdat ze dat al tien jaar doen bij het minste kritiekpunt dat op eender welke Tolkien-adaptatie gegeven wordt, maar laat dat even rustig inzinken. Men heeft om God weet wat voor reden beslist om een flinterdun verhaaltje uit te smeren over maarliefst negen uur film, maar dat mag je dus niet als kritiekpunt gebruiken, want het verhaal was niet geschikt om uit te smeren over maarliefst negen uur film. Pure waanzin.


Die manier van werken wordt door een bepaalde groep mensen enigszins, vaak onbewust, toegejuicht. Dit zijn de Tolkien-diehards, een grote groep gigantische nerds (die term gebruik ik zo liefhebbend als menselijk mogelijk is), die gewoon altijd meer willen. Meer zinloze actiescènes, meer ronddraaiende omgevingsshots, meer geforceerde referenties naar Lord of the Rings. Meer, meer, meer. Ze houden oprecht, met elke vezel van hun lichaam, van dit universum, en hebben in die complete adoratie dan ook alles dat ook maar een beetje lijkt op een kritische blik opgegeven. Fouten die ze er in andere films zo uitpikken worden in de Tolkien-franchise niet zozeer geaccepteerd, maar gewoon niet opgemerkt. Ze verdwijnen volledig in het moment, en de afstandelijke analyserende houding die bij de meeste mensen altijd wel tot op een bepaalde hoogte aanwezig blijft, ontbreekt volledig. Zolang dat met enig bewustzijn gedaan wordt is daar niets mis mee (en veel van de fans die ik gesproken heb zijn zich daar gelukkig ook wel bewust van): ik ben de laatste persoon die zal zeggen dat je films kritisch moet bekijken om ze slechter te vinden. Zolang het geen kwestie van onkunde (“gewoon je hersenen uitzetten”) is, en zolang je niet beweert dat die fouten gewoon niet bestaan, kunnen we perfect vriendjes blijven.

The Desolation of Smaug is de eerste keer dat er actief misbruik wordt gemaakt van die gigantische hoeveelheid goodwill. Enkele hoge piefen bij Warner Bros of MGM of weet ik veel wie hebben die gebrekkige kritische houding bij de gigantische fanbase namelijk ook opgemerkt, en zijn daar nu dus handig op beginnen inspelen. En dat brengt ons terug bij het Heilige zinnetje van de Tolkien-verdediging: “In het boek is het ook zo”. De principes van de gemiddelde diehard Tolkien-fan zijn heel simpel: alles, maar dan ook alles, dat uit die teksten wordt overgenomen wordt blindelings geaccepteerd, en zelfs gebruikt om kritiek weg te blazen. “De adelaars zijn geen plothole want in het boek wordt uitgelegd dat...”, “ja dat subplot wordt iets te zwak opgebouwd, maar het wordt sterker als je weet dat in het boek ook nog...”. De enige écht negatieve woorden die je uit de mond van een Tolkien-fan zal horen, zijn elementen die ontbreken, of aangepast zijn. “De rol van Evangeline Lilly een beetje plat? Ja, die zat ook niet in de boeken, ik snap ook niet helemaal waarom ze dat zo gedaan hebben.” Als je op veilig wil spelen, verfilm je gewoon de boeken. Daar komen enkele duidelijke minpunten bij kijken, maar als je die problemen erbij neemt zit je sowieso veilig voor een groot deel van de doelgroep.

Daarmee wordt natuurlijk heel het principe van een adaptatie ontkracht. Zoals ik vroeger op deze blog tientallen keren geschreven heb: een boek en een film zijn twee compleet verschillende media, met compleet verschillende regels en compleet verschillende effecten op het publiek. Er zijn honderden aanpassingen gemaakt bij de verfilming van The Lord of the Rings, maar niemand die daarover klaagt omdat zelfs de meest hardcore Ring-fan zelf voelt dat het op die manier gewoon veel beter werkt. Maar zulke aanpassingen kosten tijd, geld, en brengen natuurlijk vooral ook altijd bepaalde risico’s met zich mee. Je hebt immers nooit de garantie dat die aanpassingen ook effectief voor iedereen werken. Dus waarom zou je jezelf die problemen op de hals halen, als blijkt dat je ze in de Tolkien-franchise (als één van de weinige in de geschiedenis van popcultuur) net zo makkelijk uit de weg kan gaan?

Samengevat zit deze franchise dus in een unieke situatie. Als je de boeken blindelings gaat verfilmen krijg je logischerwijs te maken met allerlei narratieve problemen die je film geen goed doen. Die problemen kan je relatief makkelijk oplossen, maar dat kost extra investeringen van tijd, geld en moeite. Dat is de realiteit voor elke adaptatie van één medium naar een ander. Maar De Hobbit heeft een achterpoortje. Zolang je alle problemen gewoon rechtstreeks uit het bronmateriaal overhevelt, en de originele tekst gewoon volledig intact laat, zullen al die problemen op magische wijze verdwijnen. Niet omdat het publiek bewust die keuze maakt, maar door de passieve associaties die ze maken wordt elke plooi perfect gladgestreken. Plots heb jij als filmmaker helemaal geen verantwoordelijkheid meer voor wat er op het scherm gebeurt, nu ligt de verantwoordelijkheid bij de bron die je gekopieerd hebt. En die bron is Heilig.

Door het einde van The Desolation of smaug zomaar af te kappen, zonder één minuut dat ook maar een beetje lijkt op afronding, sturen de makers ons één heel duidelijk signaal: “We weten toch dat jullie hier volgend jaar allemaal opnieuw zitten, dus het maakt op dit moment eigenlijk niet uit waar we stoppen”. En in die nonchalance, in dat complete onbegrip naar verhaalvertelling toe, ligt één van de meest cynische motivaties die ooit aan de oorsprong van een film heeft gelegen. En door de manier waarop dat cynisme door toeschouwers geaccepteerd wordt, spreken we nu misschien wel over één van de grootste overwinningen die kapitalisme ooit over kunst heeft gehaald.

Want verbeter me als ik fout zit, maar keken we vroeger niet juist naar films omdat we verhalen wilden zien? Om eens goed te kunnen janken bij The Iron Giant? Om aanmoedigende kreten naar het scherm te roepen bij The Truman Show? Om gewoon warm en knus ineen te duiken na It’s A Wonderful Life? Of om juist eens flink na te denken wat nu eigenlijk de bedoeling was van There Will Be Blood? Of om zelfs in het algemeen over je eigen leven na te denken na The Seventh Seal? Dit zijn het soort reacties dat je enkel krijgt omdat mensen een verhaal hebben gezien, met een einde dat het punt van de film onderstreept (en vooral: afrondt). Zonder een einde is niet één van deze reacties écht mogelijk. Natuurlijk, volgend jaar wordt die reactie je op een zilveren schoteltje aangeboden, maar op dit moment is dat niet van belang. Want film is een ervaring van het moment: The Desolation of Smaug is dan misschien wel één onderdeel van een groter verhaal, dat klopt. Maar als toeschouwer zit je geen volledig jaar in dat verhaal, je zit er slechts drie uur. En tijdens die drie uur zit je door de overlapping weliswaar deels in het verhaal van The Hobbit, maar eigenlijk zit je gewoon volledig in het verhaal van The Desolation of Smaug. Dus door niet naar op zn minst een tijdelijk einde toe te werken, verdwijnt de totaalervaring van het moment finaal. Die grote belevenis blijft uit, omdat er een andere grote belevenis aankomt die je volgend jaar te zien krijgt... Maar kijken we niet naar films omdat we verhalen willen zien?

En, verbeter me als ik nogmaals fout zit, maar maakte men vroeger niet ook juist films omdat men verhalen wou vertellen? De motivatie van een filmmaker moet toch altijd in deze reactie van het publiek te vinden zijn? Misschien wil je die mensen hun levensbeeld overhoop gooien, misschien wil je ze compleet nieuwe en revolutionaire inzichten aanreiken, of misschien wil je ze gewoon hun dagelijkse leven even laten vergeten en ze meenemen in een romantische bui of een stevige schaterlach. Ook bij dat alles is het einde wederom van essentieel belang: het beslist wat mensen onthouden, hoe ze de volledige film zien, en vooral ook op welke manier ze de zaal verlaten.


Al die uiterste vormen van beleving, waar elke consument én producent van film naar streeft, wordt onmogelijk gemaakt door het publiek van dit tweede deel een einde te ontnemen. We zitten middenin de actie wanneer we naar buiten worden gestuurd. Er is geen mogelijkheid tot decompressie, er is geen mogelijkheid tot appreciatie, er is geen mogelijkheid tot interpretatie. De vloer valt onder je voeten uit, er wordt een zak over je hoofd getrokken en voor je het allemaal goed en wel beseft sta je weer buiten, terwijl je mentaal eigenlijk nog midden in het verhaal zit. Maar, wederom, “Het was zo in het boek, en je moet toch érgens stoppen als je een derde film maakt.” Dat is een pure cognitieve reactie. Een reactie die zelfs enkel mogelijk is omdat op voorhand reeds een trilogie werd aangekondigd. Het is een manier om voor jezelf, als kijker, te plaatsen dat je drie uur naar een verhaal hebt zitten kijken dat van het ene moment op het andere verdwijnt. Maar puur emotioneel, gevoelsmatig, is er geen mens die in die zalige, cinema-definiërende gemoedstoestand van een afgerond verhaal uit The Desolation of Smaug is gestapt. Zelfs de allergrootste Tolkien-fan niet.

Het grootste probleem is dus dat dat gewoon geaccepteerd wordt omdat men op voorhand al zei: “We komen hier volgend jaar wel op terug.” Opzichzelfstaand, zonder achterliggende franchise en aangekondigde sequel, zou zo’n bruusk einde bij geen enkele film geaccepteerd worden. Critici zouden moord en brand schreeuwen, het publiek zou geïrriteerd uit de zalen stormen en op IMDB zou de film finaal afgemaakt worden met een allesvernietigende 6.5 ofzo. Maar omdat er een vervolg komt, accepteren we het.

Maar kijk naar hét voorbeeld bij uitstek: The Empire Strikes Back. Daarin wordt op bijna identieke manier middenin het verhaal gestopt: Luke verliest het rechtstreekse duel met Darth Vader, net zoals Bilbo verliest van Smaug. Het kwaadaardige Empire trekt verder, op weg om de levens van vele onschuldige mensen te verpesten, net als Smaug naar het dorpje keert om de mensen te doden. De sterkste kompaan van Luke, Han Solo, is ingevroren en wordt - ver van de held weg - gevangen gehouden door een andere schurk, net zoals Gandalf die opgesloten zit aan de andere kant van het land. De beats zijn stuk voor stuk identiek. Als we het einde van The Desolation of Smaug dan even op The Empire Strikes Back projecteren, zou Empire dus eigenlijk stoppen op het moment dat Luke van de brug springt. Maar dat is natuurlijk niet zo: de film neemt nog een kleine tien minuten de tijd om uit te bollen. Qua plot of karakter worden er op dat punt geen grote stappen meer gezet, maar het zorgt gewoon dat de intensiteit van de climax even terug getemperd wordt. Alle personages worden klaargezet om verder te gaan, zowel binnen het verhaal als naar de kijker toe, en dàn stopt de film. Zuiver inhoudelijk is er geen verschil met The Desolation of Smaug, maar het verschil qua gevoel, qua beleving, is immens. Doordat Hobbit 2 nog middenin de chaos eindigt, zonder duidelijk te maken wat er verder met deze personages zal gebeuren, is er geen rustpunt binnen de film. Het verhaal kàn hier niet eindigen, zelfs al is het maar tijdelijk, omdat het publiek geen overzicht meer heeft.

Maak de vergelijking maar voor jezelf. Wat gebeurt er vlak na The Empire Strikes Back? Lando en Chewbacca gaan op zoek naar Jabba the Hutt en Boba Fett, waarna ze Luke en Leia zullen ontmoeten op een afgesproken punt zodat ze hun verdere actie kunnen bespreken. Dat is heel concreet wat de film ons vertelt. Wat gebeurt er vlak na The Desolation of Smaug? Ik heb geen flauw idee, want meer dan Bilbo’s “What have we done?” krijgen we niet. Dat lijkt op zich misschien een kleine nuance, maar in de beleving is het verschil tussen “we gaan volgende keer verder” en “we gaan volgende keer verder, en dan doen we dit, dit en dat” gigantisch.

Een bijkomend indicatie voor de aard van het probleem is dat het einde in An Unexpected Journey wél netjes werd uitgevoerd. Na de climax wordt er rustig afgebouwd naar een rustpunt, de link naar de volgende film is duidelijk en er worden zelfs enkele subplots netjes afgerond. De duidelijkste, en emotioneel verreweg de meest vervullende, van die subplots is dat Thorin eindelijk respect heeft voor Bilbo en hem accepteert. Een nette afronding van een karakter-arc die doorheen de film aanwezig was. Zo simpel is het. Het is natuurlijk niet het sterkste einde wat je ooit zal tegenkomen, maar dat zal altijd het lot zijn dit soort adaptaties. Maar het is een einde dat perfect functioneel is als brug naar het volgende deel, maar ook de kijkervaring van het moment niet negeert. En meer dan dat moest dat voor The Desolation of Smaug echt niet zijn.

Het is allemaal dus, heel simpel, gewoon een kwestie van niet willen. Iemand die met een einde als dat van An Unexpected Journey komt begrijpt alle punten die ik in deze blogpost aanhaal. En bijgevolg zijn die mensen zich heel bewust van wat ze doen.


Kijk, ik heb duidelijk al veel te lang niets meer geschreven, dus alles wat ik net gezegd heb was allemaal misschien net wat omslachtiger en minder coherent dan het had moeten zijn. Het zijn bij momenten misschien maar half-samenhangende puntjes, maar uiteindelijk leiden al die draadjes wel naar één conclusie. Dus, laat ik om af te ronden, eens concretiseren.

“Maakte men vroeger niet juist films omdat men verhalen wou vertellen?”, stelde ik net nog ietwat overdramatisch. Wel, neen. Alles wijst erop dat The Desolation of Smaug (en eigenlijk de hele Hobbit-trilogie) niet gemaakt wordt om het verhaal te vertellen: een gigantisch groot deel van de Lord of the Rings fanbase kent dat verhaal immers al lang. Neen, The Hobbit is gewoon een hol excuus dat aangegrepen werd om terug naar Midden Aarde te kunnen gaan. Dat verklaart de schokkende verhaalvertelling, de megalomane proporties van het project en vooral ook het lompe einde. Want hoewel ik er van overtuigd ben dat hier op studio-niveau sprake is van ongegeneerd geldgraaien, geloof ik nooit dat het op productioneel ook zoiets cynisch was. Eerder integendeel: ik geloof juist dat het uit pure passie is. Want in principe: als je het zuiver als middenstuk van een trilogie zou bekijken, en je kan het einde meteen opvolgen met de derde film, dan is dat op zich nog best wel een toffe (en ironisch genoeg waarschijnlijk een zeer sterke) overgang. Dus voor de latere overleving van deze films op DVD en bluray werkt die plotse afkapping waarschijnlijk heel goed. Dat is de basis van de wekelijkse cliffhangers waar televisie al decennia op werkt. Misschien beleef je het ook wel op die manier als je het boek gelezen hebt, daar kan ik me ook iets bij voorstellen. Maar dat doet er allemaal niet toe.

Want het allergrootste, essentiële probleem hier is simpelweg van ethische aard. The Hobbit 2: The Desolation of Smaug is een film die alleen werkt voor een niche. Ik zeg dan wel dat zelfs de allergrootste Tolkien-fan niet het heerlijke gevoel van een afgerond verhaal zal voelen, maar die zal op heel andere manieren wel enorm hard van deze film kunnen genieten. Het is een nichefilm, maar wel een nichefilm die een héél groot publiek nodig heeft om financieel haalbaar te zijn. Dus zit The Desolation of Smaug met twee grote groepen in het publiek: de Tolkien-fans die het om hun geheel eigen redenen geweldig vinden (en het altijd geweldig zullen vinden), en de gewone filmganger die op dit punt al zes uur in dit verhaal heeft geïnvesteerd. Beide groepen zul je, om geheel logische redenen, volgend jaar terugzien voor The Hobbit 3: There And Back Again. En het is vanuit dat gegeven dat iemand beslist heeft dat The Desolation of Smaug geen afronding nodig heeft. We kunnen volgend jaar gewoon de draad terug oppikken. En vanuit die kapitalistische zekerheid heeft men dus kunnen beslissen om mensen de beleving van een afgerond verhaal te ontnemen.

Dat druist volledig in tegen de essentie van cinema, zowel als kunst- als entertainmentvorm. Het is een film die de bouwstenen van verhaalvertelling negeert, en uiteindelijk zelfs heel die constructie simpelweg omverschopt. Dat getuigt van geen enkel respect naar het publiek toe. De betalende filmliefhebber. De persoon voor wie films gemaakt worden, en door wie het mogelijk is dat films gemaakt worden.

En dat datzelfde publiek dat allemaal blindelings lijkt te accepteren, is misschien wel het gevaarlijkste precedent dat ik ooit in het blockbuster-circuit heb gezien. Want film draait nu niet meer om het vertellen van verhalen, en het draait al zeker niet meer om de beleving van de kijker. Het effect van een film op zijn publiek is bijzaak geworden, en dat vinden we blijkbaar oké.