12 juni 2011

The Hangover Part II (2011)

The Hangover was een redelijk toffe film: in een tijd waar nu eenmaal geen écht goede komedies gemaakt worden (in de pakweg laatste vijf jaren schieten enkel Black Dynamite en In the Loop mij te binnen) stond deze wel degelijk boven de absolute rotzooi die er geproduceerd wordt in het romcom- en 'Voorzetsel Movie'-wereldje. Het kan zich niet meten met diverse Brooks of Zucker producties, maar het staat duidelijk boven de huidige middelmaat. Gezien de film schandalig veel geld binnenhaalde werd er heel snel een sequel ineen geflanst, en dat is pijnlijk duidelijk geworden in het eindresultaat. The Hangover Part II werd in sneltempo gemaakt terwijl het publiek nog warm was voor het origineel, het plot (nog steeds rechtstreeks van Dude, Where's My Car? overgeheveld) is een identiek framework waar grappige situaties en goede grappen ingeschreven konden worden. En zo'n luie aanpak... tja, het stoort mij niet bij komedies. Een komedie staat nog steeds op het aantal goede grappen en situaties, niet op de originaliteit van het overkoepelende verhaal. Jammer dus dat ik op moment van schrijven niet op één lachwekkend of enigszins memorabel element van de film kan komen.

The Hangover was dan wel eerder grappig door zijn situaties dan door effectieve grappen, maar toch was de film behoorlijk scherp geschreven. Er was "paging doctor faggot", er was de masturberende baby, er was de Holocaust-ring, en zo kunnen we nog wel een tijdje doorgaan. Lang niet allemaal momenten om hardop mee te lachen, maar wel consequent amusant en er was gewoon heel goed over het script nagedacht. Daar was voor deze sequel geen tijd voor: alles moest snel gebeuren, wat leidde tot een barrage van platte moppen en makkelijke humor. En bij momenten worden er al eens dingen overgenomen van de eerste film (Mike Tyson is weer terug) of worden die vervangen door iets anders (de gestolen tijger uit deel 1 is deze keer een gekidnapt, rokende aapje met een Rolling Stones vest). Bijgevolg voelt de film herhalend aan zonder echt een nieuwe insteek te hebben, en heeft The Hangover Part II alle moeite om je aandacht vast te houden, laat staan je te laten lachen.

Zack Galifianakis is daar een mooi voorbeeld van. Waar hij in de eerste film nog een kinderlijke charme had is hij hier de helft van de tijd gewoonweg vervelend. Hij heeft nog altijd vlagen waarin hij vrij geestig voor de dag kan komen, maar door het zwakke materiaal werkt dat lang niet zo vaak als in de eerste film. Zo heeft hij bijvoorbeeld een tiental slapstick momenten waar hij struikelt en op de grond valt: zelfs één van de Marx-broertjes zou dat in deze tijd niet meer grappig kunnen maken. Nog veel vervelender is Ken Jeong, die veel meer schermtijd krijgt dan in de eerste film. Het was alweer een tijdje geleden dat ik een acteur zichzelf zo schaamteloos belachelijk zag maken als hij: enorm over the top flamboyant en verwijfd, en simpelweg irritant om bezig te zien.

De rest van de cast doet het even goed als in de eerste en weten de film nog enigszins draaglijk te maken, maar komen niet in de buurt van het redden van deze desastreuze sequel. Het script is gewoon enorm zwak. Of het nu visuele grappen zijn (zoals Ken Jeong met een miniscuul klein pietje) of de platte grappen (Ed Helms heeft seks gehad met een travestiet, lachen!), The Hangover Part II is dik geflopt in dat éne aspect dat belachelijk is voor een komedie: er valt gewoon veel te weinig te lachen in deze film. Daar kan de degelijke sfeer en goede cast helaas geen verandering in brengen. Ten zeerste te vermijden.

3 juni 2011

The Tree of Life (2011)

Het kent geen conventioneel, rechtlijnig narratief, maar weet wel een pakkend verhaal te vertellen. Het kent bijzonder weinig dialoog, maar tegelijk leer je deze personages beter kennen dan eender welke vocabulaire ravage ooit zou kunnen forceren. The Tree of Life is film op een nieuw niveau, een hoger niveau. Een niveau dat arthouse-cinema aspireert te bereiken, maar daar nooit op deze manier in geslaagd is. Van al de vergelijkingen met 2001: A Space Odyssey die ongetwijfeld een verkeerde indruk van deze film in uw onderbewustzijn gegraveerd hebben is er slechts één die in de mond genomen mag worden: dit is de meest unieke, visionaire, larger than life productie die door een grote studio gesteund werd sinds Kubrick's interpretatie van de mensheid.

Er is veel te doen geweest rond deze film: een dualistisch publiek in Cannes (niet dat dat zo vreemd is, die Fransen lijken het uitjouwen van films even gebruikelijk te vinden als het eten van popcorn), maar haalde vervolgens wel de Palme D'or binnen. Critici waren ook verdeeld, met veroordelingen gaande van meesterwerk tot pretentieuze masturbatie van een té eigenzinnige regisseur. Om mijn oordeel alvast mooi te kaderen voor de komende recensie: de term "meesterwerk" klinkt nog niet sterk genoeg om de liefde die ik voor deze parel voel uit te drukken.

Nooit eerder heb ik zo onwezenlijk in een bioscoop gezeten. Ik werd het scherm ingezogen, waar ik een verbintenis voelde met de film zoals ik nooit eerder meegemaakt heb. Na een korte intro kent The Tree of Life een sequens van een goede twintig minuten waar de evolutie van de aarde getoond wordt door een opeenvolging van natuurbeelden, ondersteund door klassieke muziek. Het waarom weten we nog niet, maar het kan niemand een bal schelen: kippenvel en opzwellende tranen terwijl je met open mond zit te gapen naar deze overweldigende schoonheid. Elk beeld mag eeuwig op mijn netvlies blijven ronddansen en elke muzieknoot mag voor altijd blijven kamperen in mijn gehoorgang. Woorden kunnen niet beschrijven wat voor een pracht deze combinatie van beelden en muziek inhoudt.


En dat is dan ook de grootste troef van de film: het weet een gevoel op te wekken. En eerlijk gezegd heb ik geen idee welk gevoel dat precies is. Was het nu nostalgie naar een tijd die ik niet ken?Admiratie voor de schoonheid die op het scherm getoverd wordt? Empathie voor de personages? Ik kan het niet zeggen, maar het is een gelukzalig gevoel. Een gevoel waar ik nu al bijna met heimwee naar terugdenk. Een gevoel dat zich onherroepelijk heeft verbonden met deze film, een gevoel waardoor je maar al te snel weer naar de bioscoop wil rennen. De film kent een hypnotisch effect op zijn kijker en is op zichzelf in feite visuele poëzie, het dichtst dat een heiden als ik ooit bij een spirituele ervaring zal komen. The Tree of Life speelt zich niet af als gebruikelijke film met A naar B karakterontwikkelingen, dramatische spanning en een afgerond plot; het voelt eerder aan als een symfonie, bestaande uit bewegingen die allemaal betekenis vinden in de karakteristieken en persoonlijkheid van de personages, de natuurlijke fenomenen, de film. Dialogen doen er niet toe, de wondermooie muziek zegt minstens even veel als woorden zouden kunnen, en in combinatie met de suggestieve beeldmontage zegt het ons alles wat we moeten weten. The Tree of Life is een emotionele beleving die verder gaat dan de conventies van het medium "film" zoals we het tegenwoordig kennen, een beleving die geen recht kan gedaan worden met woorden. Onderstaand fragment weet zoveel meer over de film te zeggen dan ik ooit zou kunnen.


Die ongenaakbare schoonheid (overigens een compleet willekeurige minuut uit de film) is wat The Tree of Life het best samenvat. Een groot aandeel van dat aspect is één van de grote onbezongen helden van het voorbije filmdecennium: Emmanuel Lubezki, de vaste cinematograaf van Terrence Malick en Alfonso Cuarón (niet geheel verrassend werkte hij dus ook mee aan mijn favoriete film aller tijden, Children of Men). Wat deze man voor elkaar krijgt valt niet anders te bestempelen dan als simpelweg de mooiste cinematografie die ik ooit gezien heb. Ik weet dat ik onderhand in superlatieven blijf hervallen, ik heb zelfs bewust enkele dagen gewacht met het schrijven van deze recensie om mijn enthousiasme wat te temperen, maar visueel is The Tree of Life compleet, over de volle 100% perfectie. Elk moment in de film is opzichzelfstaand wonderbaarlijk, of het nu de natuurlijke belichting is of de constante cameravoering. Elk shot straalt meesterschap uit, en elk fragment opnieuw weer blijft de klasse van Lubezki je overvallen.

De cast, wederom, perfect. Brad Pitt heeft weeral eens een grote regisseur tevreden gesteld met een briljante rol (behoren inmiddels tot die lijst: Gilliam, Fincher, Iñárritu, de Coens, Tarantino en nu dus Malick) en straalt een enorme autoriteit uit als de vader. Jessica Chastain is niets minder dan fenomenaal als de moeder en het is lang geleden dat we nog eens zulke sterke kindacteurs zagen rondlopen als hier het geval is. Enige "smet" is misschien Sean Penn die weinig meer doet dan tien minuutjes rondwandelen in de film, maar we kunnen hem moeilijk kwalijk nemen dat hij een kleine rol aannam om in dit meesterwerk te mogen meespelen.

De manier waarop je deze film verteert zal uiteindelijk sterk van je karakter afhangen. Malicks boodschap is er een van échte liefde, iets dat we in Hollywood tegenwoordig enkel nog tegenkomen als synoniem voor domme verliefdheid. Malick propageert hier een leven van liefde, vreugde, geluk. Het is verfrissend om zo'n optimistische kijk op de mensheid terug te zien, maar de cynici onder ons zullen dat- en zeker ook door het bijna te zoetsappige einde - afwimpelen als naïef gezwets, en als je niet wil meegaan in Malicks idealistische sfeertje is het misschien moeilijker om te baden in de pure pracht van The Tree of Life. Wel, dat is hun verlies.

Goed, het zal vast geen film voor iedereen zijn en ik kan ook wel begrijpen waarom er tegenstanders zijn die niet zo sterk geraakt werden door The Tree of Life als ik, maar ondanks dat kan ik alleen maar van harte aanbevelen om deze film te gaan kijken. In de bioscoop, en anders op zijn minst op bluray, om het geniale visuele aspect gepast te eren. Het is een unieke film die veel harten zal veroveren en, naar mijn gevoel, een blijvende stempel kan drukken op je leven. Door die impact is The Tree of Life een film die ik met alle mogelijke overtuiging aanraad: er is het risico dat de film compleet langs je heen vliegt en je je zal zitten vervelen, maar dat risico is het meer dan waard.

5/5
Geen image als quotering deze keer. Alles leek te banaal in contrast.