Posts tonen met het label Steven Spielberg. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Steven Spielberg. Alle posts tonen

16 februari 2012

Pardon? Ja, paarden! - War Horse.

Steven Spielberg heeft zijn carrière vooral gericht op entertainment. Films die je moet beleven. Een aantal keren heeft hij zich echter serieus opgesteld om eens iets meer te doen dan dat. Belangrijkste moment was uiteraard Schindler's List, de meest beklijvende weergave van de Holocaust die we waarschijnlijk ooit te zien zullen krijgen. Spielbergo benaderde het bronmateriaal zeer sereen: schokkend en humorloos, maar toch ook warm en meeslepend. Het is zo'n beetje dé film waarom Spielberg tegenwoordig nog gezien wordt als een groot filmmaker, en niet alleen een hele leuke.

Toen nam hij diezelfde periode nog eens onder handen met Saving Private Ryan. Je kan zeggen dat deze al een tikkeltje exploitatiever was: bepaalde elementen werden al wat sterker geromantiseerd, en Spielbergs typische emotionele manipulatie kwam ook al eens om de hoek kijken. Maar het was voor een nobel doel, en Saving Private Ryan kan gezien worden als een smaakvolle tussenweg. Het drama van Schindler's List, doorspekt met de meer amusante stijl die iedereen van Spielberg kent en verwacht. Beide zijn uitstekende films in hun eigen recht.

Nu is er War Horse, een titel die er in de gemiddelde Nederlandstalige zin als 'Woarors' uitkomt, en toont Spielberg ons hoe de eerste Wereldoorlog even op pauze werd gezet omdat er een paardje vast kwam te zitten op het slagveld. Welke film hoort niet in het rijtje thuis? Het zal er allemaal wel mee te maken hebben dat War Horse een adaptatie van een kinderboek is, maar het is enorm slappe, respectloze rotzooi die Spielberg hier aflevert. Beschamend bijna als je het vergelijkt met zijn Wereldoorlog II prenten.

Perfecte illustratie is de eerdergenoemde pauzeer-scène. Het hoofdpaardsonage loopt een beetje rond doorheen de oorlog, tot het verstrekt raakt in prikkeldraad. Zowel de Britten als de Duitsers tonen onmiddelijk een witte vlag en gaan het arme beestje bevrijden, terwijl ze zelf vriendelijk met elkaar kletsen. Er is zelfs plaats voor humor, wanneer de Duitser nog een extra kniptang vraagt, en er meteen tien naar hem toegegooid worden. Haha, oorlog is leuk! Probleem is alleen dat we nog geen vijf minuten eerder een veldslag zagen waar tientallen soldaten het leven lieten. Maar voor een paardje maken we graag een uitzondering natuurlijk. Nu, ik weet ook wel dat de partijen in Wereldoorlog I niet zo vijandig tegenover elkaar waren als in II; er zijn genoeg incidenten, zoals Kerstmis en voetbalinterlands, waar de oorlog gewoon even aan de kant werd gezet. Maar dat is nog net iets anders dan twee partijen die het niet over hun hart kunnen krijgen om een dier neer te schieten, nadat ze probleemloos tientallen mensen neermaaien. Het zou misschien werken als dit moment voor de effectieve oorlogscènes zou komen, maar op deze manier is het gewoon respectloos.

Er is min of meer een vaste structuur te vinden in War Horse: het paard komt terecht in een groep die relatief gemeen lijkt. Verkocht aan het leger, overgenomen door de Duitsers, dan weer naar de Britten die hem willen doden, ... Maar binnen deze groep is er echter één persoon die niet zo gemeen lijkt. Hij drukt zijn bewondering uit in overdreven termen als "look at my horse, my horse is amazing". Vervolgens sterft dat personage jammer genoeg, en kan de cyclus weer herstart worden. Het is een beetje zoals de structuur van Forrest Gump of The Curious Case of Benjamin Button, maar dan vervelender omdat het paard geen echte invloed heeft op eender wat. Het paard is het hoofdpersonage, maar het hoofdpersonage doet helemaal niets. Door die aanpak zie je niet zozeer één groot verhaal, maar eerder een aantal kleine verhaaltjes die aan het hoofdpersonage gebonden worden.

Eigenlijk valt er heel veel slechts te vertellen over War Horse. Zo vond iemand het een goed idee om zowel de Duitsers als de Fransen in het Engels te laten spreken, maar dan wel met een flink Allo Allo accent. Dat gaat dus van "Vee are ze Guhmans", maar wanneer ze beginnen te marcheren roepen ze wel olijk "Links zwo drei vier". Het is nogal verwarrend, tot op een punt waar ik niet meer zeker wist wie nu weer de Brit, en wie de Duitser hoorde te zijn. Het zorgt ervoor dat de situaties nooit ook maar een beetje authentiek overkomen. Wat daar ook niet bij helpt is de redelijk belabberde belichting: constant worden er meerdere lichtbronnen gebruikt, wat de hele film een enorm artificieel uitzicht geeft. En dan zijn er nog die gigantisch slappe 'fade to blacks' die willekeurige sequensen lijken af te kappen. En zo kan ik nog wel even doorgaan.

Maar wat War Horse van 'matige' tot 'slechte' film bombardeert is de extreme manipulatie. Het is altijd wel een beetje het paradepaardje (hohoooo) van Spielberg geweest, sterker nog, dat was gewoon waarom zijn films zo goed waren vroeger. Iedereen voelt iets aan het einde van E.T. Iedereen. Maar nu is Spielberg een oude man geworden die blijkbaar zijn fingerspitzengefühl kwijtgespeeld is, en daarom maar de godganse film (bijna tweeënhalf uur) je emoties probeert mee te sleuren van de ene plaats na de andere. In het begin is dat nog grappig, de hoeveelheid epische omgevingshots type The Sound of Music, in combinatie met een constant aanzwellende soundtrack, het is eigenlijk vrij geestig allemaal. Maar het houdt die toon constant aan, tot in het oneindige, waardoor het onmogelijk wordt om nog echt iets te voelen. Net als het uiterlijk, voelt ook de emotionele kant van War Horse compleet artificieel aan; het is een duidelijk geconstrueerde film die enige vorm van immersie onmogelijk maakt. Het probeert je constant in een emotionele staat te forceren, zonder dat je daar een natuurlijke aanleiding voor krijgt.

Het is dus nog maar eens geen tweede 1993 geworden voor Spielberg. Dat jaar creëerde hij twee van zijn sterkste films, ookal lijken ze totaal niet op elkaar: Schindler's List en Jurassic Park. Sindsdien heeft Spielberg meermaals geprobeerd om drama en entertainment binnen hetzelfde jaar uit te brengen: zowel in 1997 (de dubbele flop Amistad - The Lost World), 2002 (het geweldige Minority Report tegenover het redelijke Catch Me If You Can) als in 2005 (Munich fantastisch, War of the Worlds mwe). Vorig jaar (technisch gezien is War Horse nog van 2011 natuurlijk) was er het enorm leuke Tintin, maar diens tegenhanger blijkt nu dus één van de zwakste films uit zijn carrière te zijn. En wat doet de Academy of Motion Pictures Arts and Sciences dan? Ze negeren Kuifje alsof het niet bestaat en geven dit bescheiden misbaksel een handvol nominaties; niet alleen voor beste film (wat op zich al een grote grap is), maar ook enkele technische zaken waar War Horse zelfs ronduit slecht presteert.

Je kan je stilaan de vraag beginnen stellen of de leden van de Academy nog wel de moeite neemt om deze films te bekijken. De naam van Steven Spielberg gecombineerd met een historische gebeurtenis? Dat zal vast wel 'Beste film' materiaal zijn zeker, volgende! Maar ondanks dat die combinatie dus zorgt voor veel nominaties en een groot publiek, moet je concluderen dat War Horse vooral een film is voor meisjes die nog in hun paardjesperiode zitten. Het is manipulatief, plat, respectloos, compleet verwerpelijk en zo verschrikkelijk mierzoet dat meerdere kijkbeurten onherroepelijk tot type 2 diabetes zal leiden. En ik dacht nog wel dat Spielberg zijn mojo had teruggevonden...

25 oktober 2011

The Adventures of Tintin: The Secret of the Unicorn, Kuifje voor de vrienden

Er is eindelijk een Kuifje-film. En hoewel dat op zich al een reden is om enthousiast te worden, is er nog een veel grotere; deze is namelijk geregisseerd door Steven Spielberg, geproduceerd door Peter Jackson en geschreven door Edgar Wright, Steven Moffat en Joe Cornish. Om dat even in perspectief te zetten: de drijvende krachten achter deze film zijn rechtstreeks verantwoordelijk voor Raiders of the Lost Ark, The Temple of Doom, The Last Crusade, Jaws, Jurassic Park, E.T., Minority Report, Schindler's List, Munich, Saving Private Ryan, Braindead, Meet the Feebles, The Fellowship of the Ring, The Two Towers, Return of the King, Spaced, Hot Fuzz, Shaun of the Dead, Scott Pilgrim vs. The World, Doctor Who, Sherlock, Coupling en Attack the Block. Het is onmogelijk dat deze vijf mannen samen een slechte film zouden voortbrengen. Letterlijk onmogelijk. Dit is wat men noemt een blockbuster dreamteam.

Met zo'n hooggespannen verwachtingen hou je er op voorhand al rekening meel dat ze niet ingelost gaan worden. Komt daar nog eens bij Kuifje een flinke nostalgische waarde biedt, iets waar Spielberg niet altijd deftig mee lijkt om te kunnen gaan (Indiana Jones 4, om eens iets te noemen). Je weet dat het altijd, hoe onwaarschijnlijk het ook lijkt, mis kan lopen en je probeert dat in te calculeren. Je probeert er rekening mee te houden, je gedachten in te tomen, maar het lukt maar niet. Dit moet de tofste, amusantste blockbuster in jaren worden.

En jawel: dit is misschien wel Spielbergs beste film sinds Schindler's List. En hoewel hij tegenwoordig wel wat meer halve missers maakt dan vroeger, zitten er in de post-Schindler periode toch wel enkele kleppers als Munich en Minority Report.

Misschien wel de belangrijkste vraag die je bij een Kuifje-film moet stellen is of dit een waardige adaptatie is. Of je nu zelf ergens doorheen de jaren een fan geworden bent van de strips en/of tekenfilms (om mijn mening te plaatsen: ik ben een fan) of niet: er zijn maar weinig franchises die - in Europa alleszins - zo'n belangrijk onderdeel van de cultuur uitmaken. Volwassener en serieuzer dan Suske & Wiske, Jommeke of Nero, maar niet zo ontoegankelijk als die gevallen waar de serieuzere stripverzamelaars zich mee bezighouden. Kuifje spreekt elke leeftijdsgroep aan, en dat is toch een flinke verdienste. Kuifje is Nationaal erfgoed, en dient tussen onze vettige frieten, hoogstaand bier en politieke holbewonerij geplaatst te worden.

En het moet gezegd dat de adaptatie naar het witte doek zeer accuraat gedaan is, in hoeverre mogelijk. Dit is namelijk generatie Y waar we over spreken: waar Kuifje vroeger volledig bestond uit avontuur en intrige, is dat niet iets waar de ADD-doelgroep van tegenwoordig zich anderhalf uur mee kan bezighouden. De nadruk bij deze Tintin ligt dus vooral op grote actie set-pieces die in het originele werk nauwelijks terug te vinden zijn. Ter illustratie; in het origineel komt Kuifje aan de centrale Macguffins op een behoorlijke simpele manier: hij neemt er één van de slechteriken en krijgt de andere simpelweg van Jansen & Janssen. In de verfilming wordt dat lichtjes ander geïnterpreteerd, en krijgen we een gigantische actiescène doorheen Marokko waar de voorwerpen steeds van eigenaar veranderen. Dat is een soort modernisatie die noodzakelijk was, en een die volledig binnen de geest van het originele werk past.

Uiteindelijk is het gevoel voor avontuur, humor en de luchtigheid nog steeds intact, maar er werden grote, leuke en bijzonder spitsvondige actiescènes toegevoegd. Doet dat geen belletje rinkelen?

In principe is deze adaptatie een Indiana Jones film, weliswaar met andere personages en met andere details, maar de grote lijnen zijn hetzelfde. En als fan van beide franchisen vind ik dat ongeveer het beste wat had kunnen gebeuren. Raiders of the Lost Ark is immers nog altijd één van de beste genrefilms ooit gemaakt en simpelweg het soort film dat Spielberg het best doet. Spielberg heeft zich door de jaren meester gemaakt van flink wat genres, maar uiteindelijk blijft dit het genre waar de naam synoniem aan staat. Kuifje die een schurk wil neerslaan met een fles whisky, terwijl Haddock de fles nog net op tijd weet te redden. Jansen die zijn portefeuille van een kleptomaan beschermt door deze met een elastiek vast te binden, waardoor hij de portefeuille terug in zijn gezicht krijgt geworpen. Haddock die een raketwerper richt op vijanden, maar het wapen per ongeluk omgekeerd vasthield. Het zijn kleine dingen, maar de opeenstapeling is zo immens dat het de film een enorme drive én plezier meegeeft. Spielberg is nog steeds de meester van het gebruik van oorzaak-gevolg in actiescènes, en hij gebruikt het hier als in zijn glorieperiode. Waar het fenomeen in Indiana Jones and the Kingdom of the Crystal Skull al eens durfde te verwateren in flauwe en kinderachtige scènes, is dat in Kuifje hoegenaamd niet het geval. Gedurende een vijftal minuten lijkt het die richting uit te gaan (Haddock die in een benzinetank boert en een slapstick-moment à la Tom & Jerry), maar daarna is elk moment precies juist. Je waant je in de jaren '80, en Spielberg amuseert zich duidelijk te pletter.

Dat is aan meerdere zaken te zien: of het nu de ingenieuze overgangen zijn tussen het heden en Haddock's vertelde verhaal, de toffe hommage waarmee de film gestart wordt of de manier waarop hij spelend naar zijn eigen Jaws refereert. Het is de eerste keer dat Spielberg een animatiefilm doet, en daarmee ook de eerste keer dat hij niet beperkt wordt door bepaalde wetten van de realiteit, en Spielberg heeft zichtbaar plezier in het aftasten van de nieuwe grenzen. Pronkstuk van deze vrijheid is de eerdergenoemde actiesequens doorheen Marokko. Het duurt minuten lang, personages verschijnen en verdwijnen weer van links naar rechts, de omgeving wordt verwoest, andere personages vliegen aan hoge snelheid voorbij, eerst heeft X het voorwerp, daarna vliegt het een eind weg waar het in de schoot van Y belandt, enzoverder enzoverder. En dat allemaal zonder ook maar één enkele cut. Het is met voorsprong de beste actiescène die in jaren voorbij is gekomen en een testament voor motion capturing: de mogelijkheden zijn duidelijk gigantisch, en nu de techniek op punt staat kan er gezocht worden naar inventieve manieren om deze te gebruiken. En zoals gewoonlijk is Spielberg niet verlegen om meteen een hoge standaard te stellen.

Want technisch is The Secret of the Unicorn een pareltje. Er wordt gebruik gemaakt van dezelfde motion capturing waar Zemeckis zijn carrière tegenwoordig aan lijkt te spenderen, met één grote sprong voorwaarts: de dode ogen zijn verdwenen. Het is hét grote probleem van de technologie: van Toy Story tot The Polar Express, je kan menselijke CGI-personages moeilijk serieus nemen wanneer er geen leven achter de ogen lijkt schuil te gaan. En hoewel de blauwe kat-aliens van Avatar daar ook al weinig last van hadden, is dit de eerste film die mensenogen juist weet te brengen.

Minstens even knap: alles dat rondom de ogen zit. De designkeuze was geen simpele: om Hergé's keurig omlijnde figuren op deze manier te brengen was een gok. De texturen zijn dan wel enorm realistisch, maar personages worden gekenmerkt door cartoonesk grote neuzen en andere karikaturale trekken waardoor het toch voldoende van een tekenfilm wegheeft. Het is een unieke stijl die simpelweg perfect werkt. En de rest van de CGI is ook wonderschoon: omgevingen worden zo scherp gerenderd dat het stilaan lastig begint te worden om realiteit van CGI te onderscheiden. Het geheel zorgt voor een foto-realistische film, die toch de sfeer van een tekenfilm draagt. En dan is er nog zo'n rijkheid aan details: elk shot heeft wel iets te bieden en je kan je ogen geen moment laten rusten. Het is visueel gezien simpelweg de beste CGI-animatiefilm die ik tot op heden gezien heb (en dat is dus inclusief Avatar). Zelfs de 3D is bijna perfect geïntegreerd; het is de eerste 3D-film waar er niet één moment is waarop het gebruik van de derde dimensie stoort. Geen lelijk kijkdoos-effect waar personages uitgeknipt lijken, geen willekeurig gevoel van diepte; alles klopt gewoon. Het is nog altijd een effect dat bijzonder weinig meerwaarde biedt, maar voor de eerste keer is het ook op geen enkel moment een storende factor.

Maar uiteindelijk is dit vooral een waardige adaptatie omdat het de kern van Kuifje begrijpt. Er zijn vrij veel vrijheden met de verhalen genomen: gehele sequensen zijn erbij verzonnen, het aandeel van bepaalde personages is flink vergroot, rollen worden omgewisseld, ... Het kan puristen in het verkeerde keelschat gieten, maar uiteindelijk is dat noodzakelijk om een blockbuster uit het Kuifje-materiaal te puren. Maar het is allemaal vooral heel erg smaakvol en vol respect voor het bronmateriaal gedaan. De personages voelen gewoon correct aan: veel recensenten noemen Kuifje maar een platte protagonist, wel... dat is hij altijd geweest. Kuifje is nu eenmaal geen Indiana Jones: hij is een nobel, goed, eendimensionaal personage dat de aandacht niet teveel naar zich toe trekt. Het is lovenswaardig dat het schrijverstrio hier niet aan gesleuteld heeft: je zou vreden dat ze hem een paar minder heroïsche kenmerken mee zouden geven, of een achtergrondverhaal opdringen. Want waarom komt Kuifje toch in deze avonturen terecht? Gewoon: "hij is een reporter". Zo schreef Hergé het, zo schrijven wij het: Kuifje is Kuifje. Zo ook zijn relatie met Haddock en Bobby, de verscheidene schurken en aimabele idioten Jansen & Janssen: het is precies zoals het hoort te zijn. Dit is een perfecte adaptatie van Kuifje naar het witte doek.

Als ik dan toch naar kritiekpunten zou moeten vissen kan je wel stellen dat dit een behoorlijk drukke film geworden is. De elementen die ze in deze film wouden steken volgen elkaar aan een heel hoog tempo op zonder al te veel rustpunten in te lassen, wat voor sommige kijkers wel enigszins vermoeiend zou kunnen worden. Ook is John Williams' soundtrack heel erg tof en zet hij de sfeer perfect neer (het doet vooral denken aan Catch Me If You Can), maar valt het ontbreken van een themanummer op. Zeker met het oog op de reeds aangekondigde opvolgers had een themanummer (zoals dat bescheiden meesterwerkje van de geanimeerde serie) de serie net dat beetje iconischer kunnen maken. Maar het is spijkers op laag water zoeken: uiteindelijk is The Adventures of Tintin: The Secret of the Unicorn alles wat je er van had mogen durven verwachten. Spectaculair, mysterieus, grappig en vooral heel erg plezant. Hergé zou trots geweest zijn.