26 september 2011

No more mutants, X-Men: First Class

De X-Men franchise is een gek iets. Wij niet-Amerikanen hebben, op enkele hardcore strip-geeks na, niet zo heel veel met de hele comic cultuur die in de VSA heerst. Wij kennen X-Men van de animated series die in de vroege '90s gedraaid werd. Het is daar waar de meeste van ons dit fenomeen leerden kennen; de personages waar we van hielden en imiteerden op de speelplaats, maar ook de verhaallijnen die over meerdere afleveringen plaatsvonden en soms behoorlijk ingenieus waren. Niet moeilijk om uit dat universum een paar degelijke films te trekken, zou je dan denken, maar dat ligt toch enigszins anders.

X-Men heeft als filmfranchise nooit de middelmaat overstegen. Het origineel was een rustig voortkabbelend, richtingloos neerzetten van personages dat pas in het derde bedrijf een echte verhaallijn durfde implementeren. X² is dan wel een stabieler werk, maar er is niet echt één punt waarvoor je de film kan erkennen. In de huidige, oververzadigde markt mist X² een volledig eigen identiteit. Die realisatie kwam er echter pas toen ik deze films recent herbekeek. Zeker X² was in mijn herinneringen gewoon een vette actiefilm waar Nightcrawler op waanzinnig gechoreografeerde wijze de president aanvalt en waar Wolverine een intens gevecht aangaat met Lady Deathstrike. Vroeger was dat inderdaad zo, maar we hebben inmiddels al ongeveer elke mogelijke actiescène zien voorbijkomen in de tientallen superheldenfilms van de voorbije jaren. Het zijn scènes die nu niet meer zoveel impact hebben als vroeger: dat wil niet zeggen dat de actie niet goed geregisseerd kan zijn, maar er is gewenning opgetreden voor dit soort cinema. Het was ten tijde van de eerste films pas het begin van het huidige popcultuur-hoofdstuk, en als je dan ook nog eens jong bent word je helemaal gek van het zien van je favoriete personages in coole situaties. Maar tegenwoordig zien we elke twee weken - zeker tijdens de zomer - wel een nieuwe superheld voorbijkomen waar we ooit wel eens vaag van gehoord hebben. Dit jaar alleen al zien we naast First Class ook The Green Hornet, The Green Lantern, Thor en Captain America, terwijl de lijst met vorige jaren angstvallig lang wordt. Iron Man, Spiderman, Batman, Hellboy, Daredevil, The Spirit, Elektra, The Punisher, Ghost Rider, ... Je hoeft er niets eens naar te googlen om een waslijst aan zéér gelijkaardige films op te kunnen noemen. Dat soort films kunnen zich niet meer enkel en alleen onderscheiden door actiescènes.

Wanneer je X-Men/X² wanuit dat standpunt gaat bekijken opent zich plots een... wel, eigenlijk gewoon vrij saaie films. Vooral opmerkelijk is dat de personages - dé grote kracht van de franchise - gewoon niet goed werken. Neem nu bijvoorbeeld dé grote crowdpleaser Wolverine: hij is in de eerste film (in de tweede film krijgt hij wat meer diepte) echter gewoon die vreemde kerel met zijn klauwen die tegen Sabretooth vecht. Zijn motivaties blijven onduidelijk wanneer die er al zijn, en zijn personage bestaat eigenlijk vooral rond de liefdesdriehoek, waar Jean en Cyclops ook deel van uitmaken. Meer is deze kerel op dat moment niet: een onderdeel van een zwak uitgevoerde, niet echt centrale liefdesdriehoek. Maar zelfs ondanks dat is Wolverine één van de sterkst uitgevoerde personages. Je kan nog stellen dat Rogue een duidelijke motivatie heeft (ze is bang van haar eigen krachten), maar die valt na een half uurtje weg. Verder bestaan deze films niet uit personages, maar uit figuren. We kennen de mutanten enkel en alleen door hun fysiek voorkomen en hun specifieke krachten: dat is niet voldoende om een verhaal voort te trekken, en het is niet genoeg om als kijker mee te leven.

En ook het fysiek voorkomen is soms moeilijk juist te doen.

Typerend voor deze lege personages is Storm. Je kan misschien wel zeggen dat Halle Berry nu niet bepaald groots staat te acteren, klopt, maar ze heeft ook geen personage om mee te werken. Op basis van de films is het simpelweg onmogelijk om een karakterschets van Storm te maken. Ze heeft geen motivaties, ze heeft geen achtergrondverhaal en haar rol in de dialogen had door eender wie gespeeld kunnen worden. Storm is gewoon. Dat kon ons vroeger niet schelen omdat we Storm al kennen. Bij het aanzien van de gekleurde vrouw met het zilveren haar projecteren we alles dat we rond dit personage al kennen op Halle Berry. We moeten niet meer geïntroduceerd worden tot dit personage, en dus valt het gebrek aan diepte ons minder op. Als eufemisme wordt dan al eens gezegd dat dit 'een film voor de fans' is, maar eigenlijk mag je het gewoon een slecht scenario noemen. Het is de reden waarom veel fans niet teleurgesteld zijn en nieuwelingen binnen de serie er geen zak aan vinden. Heel simpel: voorkennis.

Denk bijvoorbeeld terug aan X-Men 3: The Last Stand, waar constant personages links en rechts worden weggeschreven. Wanneer de climax van de film dan voor de deur staat blijven eigenlijk nog maar drie personages over: Storm en Iceman (en die zijn al niet geweldig onderbouwd, maar hebben hun rol in de film), en Wolverine, die het enige volwaardige personage in het verhaal is. Om dat op te vangen worden er letterlijk pseudo-willekeurige personages uit het universum gegrepen en in de film verwerkt: Beast, Colosus en Ellen Page krijgen een minimale hoeveelheid aan karakterontwikkeling, maar staan wel centraal in de climax van de film. Nieuwe personages introduceren kost immers tijd, en hoewel het derde deel van een trilogie daar in principe geen probleem mee zou mogen hebben, moet je helaas stellen dat er geen bekende gezichten meer over zijn op dat moment. Dus wordt er gegrepen naar figuren die de fans al kennen, in de hoop dat ze de band met deze personages automatisch overnemen naar de film. Het is een nogal laffe manier van schrijven die over de hele filmfranchise teruggevonden kan worden, en laat het heel duidelijk zijn: emotionele investering moet je verdienen, en kan je onmogelijk forceren.


X-Men heeft dan uiteraard wel het geluk dat het met de bekende mutanten mag pronken. Wolverine, Jean, Cyclops, Rogue, Sabretooth, Nightcrawler, Juggernaut, Gambit, ... Mensen die net als ik met de tekenfilms zijn opgegroeid kennen deze personages. En hoewel het niet zou mogen werkt die aanpak onbewust wel een beetje. Maar nu is er First Class: Banshee, Emma Frost, Havok, Darwin, Azazel, Riptide, .. Nope, nog nooit van gehoord, enkele van deze namen moest ik nu zelfs nog opzoeken en veel van deze personages krijgen ook maar een minimum aan ontwikkeling. In principe zijn deze personages er enkel en alleen omdat de uiteindelijk 'X-Men' een groep mutanten is, en je met één personage nu eenmaal geen groep hebt. Anderzijds wil je in de climax van je film wel een paar kleine duels die zich uitspelen rond het centrale verhaal. Natuurlijk hebben die randgevechten uiteindelijk niet de impact die je zou willen, maar dat is een kwaad waar je niet omheen kan. Wanneer een goed personage het tegen een slecht personage opneemt wil je dat je publiek voor de goede juicht. En dus probeer je een paar personages neer te zetten door ze een aantal herkenbare punten mee te geven en definiëren als goed of slecht, in de hoop dat de kijker ze onthoudt. Meer kan je immers niet doen binnen een film van 2 uur. Aangezien je van slechte voorbeelden evenveel leert als van goede is Battle Los Angeles het ultieme voorbeeld van deze aanpak: "dit is Marco, heeft heeft twee kinderen, kijkt graag voetbal en zijn favoriete film is The Shawshank Redemption. Echte mensen wenen wanneer hij sterft". Maar goed, er is een reden waarom ik eerst zo ver uitweid over het cruciale kritiekpunt van de oude X-Men films.

Als je de achtergrond van de complete ondersteunende cast wil kennen ben je immers verplicht om naar TV-series en boeken te grijpen: in film moet het allemaal net wat sneller gaan en heb je niet de vrijheid om elk aspect uit te vergroten. Nu is bovenstaande schrijftechniek niet per definitie slecht. Zoals gezegd kan je op die manier op zijn minst een oppervlakkige band met het personage creëren, wat nog altijd beter is dan complete afstandelijkheid. Wat First Class echter begrijpt, waar de rest van de X-Men franchise aanzienlijk veel moeite mee heeft, is dat je deze manier van schrijven gerust kan toepassen op ondersteunende personages wanneer deze geen essentieel deel van het hoofdverhaal zijn. Je kan zo'n non-personages geen drama laten ondersteunen, je kan er geen volledig uur op focussen en je kan ze niet nadrukkelijk op de poster zetten. In First Class krijgen de meeste mutanten slechts een paar minuutjes schermtijd en zal je de meeste vooral herinneren door hun superkracht en fysieke kenmerken.

Maar dit is niet het verhaal van die groep jonge mutanten, dit is het verhaal van Professor X en Magneto. Het lijkt uniek binnen het genre, maar de hele film draait uiteindelijk rond de bromance tussen die twee. Het is zonder enige twijfel het sterkste duo dat we in een superheldenfilm al gezien hebben, vooral door James McAvoy en Michael Fassbender: deze twee heren voeren individueel beide een indrukwekkende tour de force uit. McAvoy's Professor X is een vlotte prater, met een zekere jeugdige, ondeugende charme. Hij voelt het personage goed aan, maar weet de serieux uit te balanceren met een zekere frisheid. Fassbender daarentegen zet één van de beste acteerprestaties neer die je in tijden in een blockbuster bent tegengekomen. De holocaustscène waar het origineel mee aftrapte wordt losjes overgedaan, maar er wordt flink op Magneto's verleden uitgebreid, waardoor je veel meer begrip krijgt voor het personage. En als we het dan toch over geniale acteurs hebben: Kevin Bacon mag nog eens een slechterik spelen, en zoals gewoonlijk is het weer non-stop genieten. Ik denk niet dat er nog veel acteurs zijn die zoveel plezier in lelijke personages kunnen steken als Bacon. Hoewel zijn Sebastian Shaw nu ook niet de grootste smeerlap ooit is, is het vooral genieten hoe hij als Nazidokter van het scherm spat. Wunderbar. Niemand speelt een slechterik als Kevin Bacon, en ik ben dolblij dat hij terug lijkt te zijn.

Afgebeeld: de meest haatbare schurk aller tijden.

Hét grote verschil is echter simpel. X-Men draait rond het neerzetten van het universum. X² draait rond het gewicht geven aan enkele personages, en dan vooral Wolverine. X-Men: The Last Stand draait rond aantonen hoe je een film niet moet schrijven. X-Men Origins: Wolverine draait rond het vergeten dat die film ooit bestond. Nu is er First Class, en weet je wat hier centraal staat? Fun. Het plezier hebben met deze personages, in deze wereld. Eén van de leukste scènes bijvoorbeeld is een montage waar Fassbender en McAvoy mutanten gaan rekruteren. De twee zijn op elkaar ingespeeld alsof ze Tango & Cash zijn, er wordt een vrolijk muziekje onder geplaatst en de hele montage bestaat uit frisse, ludieke momenten waar je met een glimlach naar kijkt. Het is plezierig, en dat is iets wat je tegenwoordig niet vaak meer tegenkomt. Elke superheldenfilm probeert immers een Dark Knight te zijn: zwaar, donker en bloedserieus, waar geen plaats is voor grapjes. Ergens onderweg zijn we vergeten dat stripboeken en superhelden in essentie B-cinema is, en dat het publiek voor deze films zich gewoon goed wil amuseren. First Class weet dit over te brengen zonder een te slappe film te worden waarin spanning ontbreekt, waarvoor hulde. Het tempo ligt daardoor vrij hoog en eerlijk, de film kent meer dan genoeg problemen die je kan uitwijzen, maar je vergeeft het omdat, binnen het grotere geheel, ze eigenlijk niet uitmaken. Het is allemaal gewoon zo ontzettend leuk, en dat is een hele goede evolutie.

Eén van de domste ideeën in de geschiedenis van de cinema is het contract dat Marvel voor Fox heeft opgesteld. X-Men is één van de grootste Marvel-franchises, en dus willen ze niet dat de rechten stof gaan liggen verzamelen bij een productiemaatschappij die er niets mee doet. Dat is volkomen logisch. Hoe Marvel dit heeft opgelost is echter door een clausule te integreren binnen het contract die ervoor zorgt dat Fox om de X-aantal jaar (ik gok een stuk of drie à vier) een X-Men gerelateerde film moet uitbrengen. Gebeurt dat niet, dan krijgt Marvel de rechten gewoon terug. Het gevolg daarvan is niet alleen rotzooi als X-Men Origins: Wolverine, maar ook marketing-teams die het een goed idee vinden om Xaviers gezicht op zijn kruis te plakken, en First Class dat inmiddels alweer 'het eerste deel van een trilogie' genoemd wordt.

En trilogieën is een term die Hollywood niet meer begrijpt. Over Transformers 4 werd laatst bijvoorbeeld geschreven dat het de start van een nieuwe trilogie zou worden. Pardon, een nieuwe trilogie? Sinds wanneer vormen de Transformers-films als een trilogie gezien? Is het omdat Shia LaBoeuf in alle drie de films zit? Omdat Megatron de hoofdschurk is? Een trilogie hoort in principe als drie aktes binnen één verhaal te werken. Het is de klassieke formule waar één groot verhaal over een periode van drie films verteld wordt, die sinds Star Wars de standaard is geworden. Lord of the Rings is een trilogie. Nolan's Batman-films zullen binnenkort een trilogie zijn. Maar is Robocop een trilogie omdat het toevallig twee sequels heeft? Is Predator een trilogie omdat er recent nog op uitgebreid werd? Is Flodder een trilogie? Is Twilight nu nog twee maanden een trilogie, maar daarna niet meer? Er is een grote kans dat andere mensen er een andere mening op nahouden, maar naar mijn gevoel horen de elementen van een trilogie verbonden te zijn (narratief of thematisch), en is het niet zo simpel als drie films meteen tot trilogie te bestempelen.

Denk hier goed over na.

Nu is First Class dus ook een trilogie in wording, en dat is om een beetje bang van te worden. Wanneer de Magneto en Professor X die we van de serie kennen uiteindelijk gevormd worden is dit verhaal immers afgelopen. Een trilogie zou op zich geen slecht idee zijn: in First Class gebeurt alles vrij snel, logisch ook. Binnen twee uur tijd moeten de personages geïntroduceerd worden, moeten we hun tegenstrijdige beschouwingen leren kennen, wordt de basis van de X-Men gelegd en moeten er wat actiescènes tussen geplaatst worden. Het is veel om binnen twee uur tijd te realiseren.

Nu is het vrijwel duidelijk dat dit trilogie-idee pas achteraf bedacht werd. Het kan bijna niet anders of de komende sequels zullen hetzelfde stramien volgen als de originele "trilogie". Oftewel: losstaande verhalen die onderling geen verband kennen. Het is jammer, want ik had makkelijk drie films lang naar McAvoy en Fassbender kunnen kijken zonder dat ze al meteen elkaars rivalen moeten zijn. Het zou het uiteindelijke conflict ook alleen maar sterker maken. Maar nu zit je met het origins-verhaal dat compleet uitgelegd wordt, en twee sequels die daar waarschijnlijk nog wel wat verder op voort zullen borduren. Vergelijk het met Anakin die aan het einde van The Phantom Menace al in Darth Vader zou veranderen: wat ga je met de volgende twee films dan doen? .......oh God. Alarmfase 5! Code rood! Ik heb de Star Wars prequel-trilogie gebruikt als een voorbeeld hoe het wel moet!

Maar First Class is dus een goede film, die makkelijk een heel goede trilogie had kunnen zijn. Nu is het een goede film, waar de trilogie potentieel dramatisch kan zijn. Aan de ene kant is het pijnlijk dat Fox deze franchise zo respectloos behandelt, anderzijds hebben Matthew Vaugn en de zijne (en dan vooral het trio Fassbender, McAvoy en Bacon) misschien wel de leukste superheldenfilm gemaakt sinds... Adam West's Batman? Lou Ferrigno's Hulks? Het is in ieder geval een goed teken, en hopelijk wordt dit de nieuwe trend die de enorme serieusheid van blockbusters doorprikt.


7 september 2011

Princess Mononoke (1997)

We zijn er, dames en heren. U weet zelf ook wel dat wanneer ik de tijd neem om de complete filmografie van een regisseur te overlopen, dat dat uiteindelijk moet samenkomen in één allesbepalend meesterwerk. Een film zo goed, die me zo nauw aan het hart ligt en ik met enig gemak tot één van mijn favoriete films aller tijden durf bestempelen. Neen, u zult hieronder geen slecht woord lezen over Princess Mononoke, wat nog altijd de beste animé is die ik ooit gezien heb.

De reden daarvoor is vrij simpel; Princess Mononoke doet op zich niets nieuws. Het geeft zeker geen blijk van dezelfde eigenwijsheid die in My Neighbour Totoro nog te bewonderen was, en elitaire animé-aanhangers zullen misschien wel opperen dat de film voorbijgestreven wordt door unieke werken als Akira of Grave of the Fireflies. En toegegeven, Princess Mononoke is niet de Citizen Kane der animatiefilms: het is "slechts" een fantasy-verhaal dat nooit echt afwijkt van de regels van de epiek. Maar wat het doet, doet het zo ontzettend goed dat dat geen verwijt is, helemaal niet. Princess Mononoke is één van de meest perfecte, foutloze invullingen van een genre dat zo frequent misbruikt wordt dat zelfs het Vaticaan er van onder de indruk zou zijn.

Ik heb het over fantasy, een genre waar tegenwoordig ironisch genoeg even veel fantasie bij komt kijken als het schrijven van de gemiddelde Limp Bizkit-rap. Fantasie impliceert immers een zekere verbeeldingskracht, hersenen die zich dusdanig kronkelen dat er effectief nieuwe concepten bedacht worden. Of dat nu grote verhaallijnen zijn, de invulling van een fictieve wereld, of zelfs maar onverwachte dialogen. Fantasie is interessant omdat het onverwacht is, het is per definitie iets nieuws dat we nog niet gezien hebben omdat het voor de huidige incarnatie nog niet bestond. Fantasy, als genre, is dat hoegenaamd niet. Als je tegenwoordig al het geluk hebt om creatieve fantasy voorgeschoteld te krijgen zie je eens eekhoorn met een snor en bolhoed, of een dikke hond die op een stofzuiger rondvliegt en vuurballen opkotst: dat soort makkelijke combinaties is nu eenmaal tot wat het genre nu gereduceerd is.


Maar qua verhaalstructuren zit het ontzettend stevig vastgeroest in zijn comfortzone van alles dat al eerder geprobeerd en goedgekeurd is. Je gooit een aantal personages van verschillende rassen bijeen, geeft ze een einddoel en vult dan zoveel mogelijk pagina's of scènes die in feite nergens over gaan. Het plot van een overgrote meerderheid aan fantasy valt in feite te vertellen binnen twee zinnen. Neem nu bijvoorbeeld de Lord of the Rings franchise: in de ultieme versie zitten ze inmiddels al aan een speelduur van anderhalve week gok ik zo, maar uiteindelijk gaat die film enkel en alleen over een groep wezens die naar Mordor lopen om een ring in een vulkaan te gooien. De rest van het verhaal is subplot, verhalen die los staan van de essentie van het plot (in het beste geval proberen ze tenminste het allemaal wat in elkaar te weven) en geen enkel gewicht hebben binnen het belang van het hoofdverhaal. Die films hadden even goed op een uur tijd verteld kunnen worden, want alles dat je ervoor zou moeten schrappen zijn simpelweg rand- of achtergrondverhalen. Maar andere fictieve series als Planet of the Apes, Star Wars, Terminator, The Matrix, ... zijn nooit zo kort samen te vatten (in het geval van The Matrix vraag ik me af of dat überhaupt in het lang zelfs mogelijk is) zonder relevante zaken te schrappen. Daarom zijn de Lord of the Rings films natuurlijk niet slecht, er valt op technisch en esthetisch vlak genoeg te bewonderen daarvoor, maar er zit veel meer vet aan dan verhalen die zich op de kern fixeren. Het is een gegeven waar zoveel fantasy mee kampt, van The Wheel of Time tot Discworld.

Ongetwijfeld is dit het geval om een gevoel van grootsheid aan een queeste mee te geven. Veel verhalen moeten een zekere epische snaar raken, omdat het draait rond de strijd tussen goed en kwaad, tussen twee werelden. Je moet weten wat er op het spel staat, wat er getroffen wordt, en de makkelijkste manier om dat voor elkaar te krijgen is door af te wijken van je narratieve aorta. Je moet de sympathieke dorpelingen tonen die niets met het verhaal te maken hebben, een aantal veldslagen tussendoor om een gevoel van gevaar mee te geven, verschillende culturen om de lengte van de trektocht weer te geven, etc. etc. Het is de manipulatieve manier waarop fantasy al decennia lang geschreven wordt. En dat brengt ons eindelijk tot bij Princess Mononoke.

Mononoke krijgt het namelijk voor elkaar om één van de typische fantasy-verhalen te nemen en het te brengen op een veel sterkere manier, zonder de grootsheid te verliezen die hoegenaamd bij het genre hoort. Voor een groot deel valt dit toe te kennen aan hoofdpersonage Ashitaka. In de openingsscène doodt deze jongen een op hol geslagen God (Goden leven in Mononoke in onze wereld, in de vorm van gigantische dieren). Ashitaka moest wel, aangezien het beest op punt stond om zijn dorp te verwoesten. Een nobele daad, waardoor hij een vloek over zich krijgt uitgesproken; hoewel deze vloek hem een enorme kracht geeft, zal hij er uiteindelijk aan sterven. En dus reist Ashitaka naar het Westen, op zoek naar een oplossing.

Dit is niet het verhaal van Princess Mononoke, maar de arc van Ashitaka als personage. En dat is een wereld van verschil. Om nogmaals de vergelijking met Lord of the Rings te maken: in dat verhaal zien we het exact omgekeerde gebeuren. Het verhaal dat de hoofdpersonages aangaat staat centraal binnen de film, logisch ook, aangezien het in wezen de strijd tegen het grote kwaad is. Een ander verhaal kan daar niet boven staan, omdat de scope al tot het maximale uitgerokken is. Frodo en zijn bende tegen Sauron en zijn leger: het is alles of niets, de strijd die het lot van de hele wereld beslist. Wanneer de speelduur dus gerekt wordt met een oorlog tussen twee volkeren voelt dat aan als een minderwaardige gebeurtenis. Het is alsof The Godfather onderbroken zou worden om even op een tasjesdief te focussen. Het is een hiërarchie van prioriteit: je moet de gebeurtenis die met 'code rood' gemarkeerd wordt niet onderbreken voor iets dat hier compleet ondergeschikt aan is. In Lord of the Rings heeft men dat nog wel enigszins opgelost door de twee verhalen compleet te splitsen, maar tijdens de epischere strijdscènes moet je vooral niet aan de andere verhaaltak denken, die veel belangrijker is voor het verhaal.


Princess Mononoke doet dit juist omgekeerd. Wat begint als een queeste voor Ashitaka's gezondheid mondt uit in een oorlog die aan twee fronten wordt gestreden. Het is de logische gang van zaken: je leert steeds meer over het grote conflict tot de oorspronkelijke verhaallijn uiteindelijk van maar weinig belang is. Ashitaka is ons hoofdpersonage en we willen dat hij het overleeft, maar het lot van alle personages die we binnen de wereld ontmoet hebben is natuurlijk net wat belangrijker. Dat is hoe je een groots verhaal hoort te vertellen: klein beginnen en steeds verder uitbreiden, niet tegen volle snelheid starten en af en toe eens op de kleinere zaak concentreren. De climax bij Princess Mononoke voelt dan ook echt gigantisch aan: het verhaal van een boerenjongen dat op een logische manier uitgroeit naar een strijd tussen de mensheid en een Goddelijk wezen. Het vloeit allemaal natuurlijk in elkaar over, waar Lord of the Rings (de laatste keer dat ik die vergelijking maak, ik beloof het) veel artificiëler is.

Het is ook een behoorlijk groot voordeel dat Princess Mononoke een animatiefilm is. Denk bijvoorbeeld aan de Harry Potters: hoeveel van de wereld ze ook effectief kunnen creëren, sommige zaken zijn gewoon niet mogelijk binnen de grenzen van de realiteit. En dan komt er CGI bij te pas. En het probleem met CGI is dat het nooit, maar dan ook echt nooit, helemaal vlekkeloos zal werken. Hoe levensecht de apen in Rise of the Planet of the Apes er ook uitzien, je onderbewustzijn zal je er altijd attent op maken dat dit niet mogelijk is binnen de wetten van de werkelijkheid. Wanneer er verzonnen wezens - een cruciaal element van fantasy - bij komen te kijken is het net hetzelfde. Die trol in Harry Potter mag er dan nog zo scherp uitzien, maar aangezien we geen referentiekader hebben worden we er meteen aan herinnerd dat dit een verzonnen wezen in een film is. Daarom dat CGI voor dit soort zaken nooit een volwaardige oplossing zal kunnen blijken. CGI is boven alles immers slechts een poging om de vrijheid van een animatiefilm binnen live-action cinema te smokkelen.

Bij animatiefilms als Princess Mononoke is het veel makkelijker om zo'n wereld in je op te nemen. Je bent immers onbewust constant bezig met het interpreteren van vreemde objecten, dus als daar eens vreemde kleine mannetjes tussen zitten is dat niet zozeer een stijlbreuk. Het is gewoon logisch dat geanimeerde elementen beter te implementeren zijn wanneer het volledige scherm geanimeerd is. Het fantasy genre is immers geboren voor animatiefilms, maar wordt daarin eigenlijk grotendeels beperkt door de kindvriendelijkheid die bedrijven als Disney erin gebracht hebben. Mononoke maakt echter geen compromissen: ledematen worden losgerukt, er wordt al eens iemand onthoofd, zwijnen zien er degoutant uit en de nochtans sympathieke wolven lijken Ashitaka elk moment te kunnen verscheuren. Dit alles wordt weergegeven in een vloeiende, haarscherpe animatie die elke Miyazaki na deze zou kenmerken en een duidelijke verbetering is op het oude werk, wat ook al niet mis was.


Princess Mononoke is met 134 minuten de op één na langste animatiefilm aller tijden, en dat is een wijze beslissing geweest. Dit is een grote film met flink wat plot en personages; natuurlijk kon dat ook op anderhalf uur verteld worden, maar Miyazaki neemt zijn tijd om alles aan zijn eigen tempo te laten verlopen. Het gevolg zijn enkele van de sterkste personages uit Miyazaki's oeuvre, met enig gemak de sterkste romance sinds Laputa en een spanningsboog die na drie rustige films weer terug goed gespannen staat. En dan zijn er nog enkele zaken die we inmiddels al gewend zijn: personages zijn meer dan ooit compleet genuanceerd (het is niet moeilijk om enige sympathie voor de 'slechterik' te voelen) en er straalt weer een overduidelijke liefde voor de natuur uit elke porie van deze film. Ergens is het vreemd: het is Miyazaki's meest ambitieuze project, een waar hij 16 jaar aan geschreven heeft, maar waar het uiteindelijke storyboard slechts maanden voor de release afgewerkt werd. Het zou allemaal eigenlijk niet zo mooi in elkaar mogen klikken, maar toch voelt dit - misschien wel meer dan eender welke van Miyazaki's films - aan als één groot geheel waarvan elk aspect klopt. Een flinke portie geluk, of toch de definiëring van het genie?

Natuurlijk zijn er ook wel eens momenten waarom we Ashitaka zien rondreizen, een indrukwekkend achtergrond, de muziek die flink aanzwelt, ... maar waar dat soort scènes in de moderne filmcultuur een film 'episch' moet maken, is dat in Princess Mononoke slechts een surplus. De echte grootsheid zit in het verhaal en de vakkundigheid waarmee het verteld wordt. En dat is eigenlijk heel wat zeldzamer dan je zou verwachten. Maar weinig films kunnen fantasy zo natuurlijk overbrengen als Princess Mononoke én gebruiken de animatiefilm als medium om vreemde aspecten probleemloos te integreren. Ik zou het quasi perfect durven noemen: ongetwijfeld kan Princess Mononoke makkelijk voorbijgestreefd worden door een genrefilm met een nog ingenieuzer verhaal, of nog sterkere personages. Maar het punt is dat elke film die beter wil zijn, dat alleen kan behalen door verder te bouwen op de fundamenten van deze film, en niet door zaken aan te passen. En daarmee is Princess Mononoke misschien wel de basis van goede fantasy geworden. Een film die als waardemeter dient voor het genre. En veel films waar je dat over kan zeggen zijn er de voorbije decennia niet gemaakt.