31 maart 2011

Millennium 1: Män som hatar kvinnor (2009)

Neen, ik ben niet 'die kerel'. Die snob die bij elke boek-adaptatie uit de hoogte doet en zegt hoeveel beter het geschreven woord wel niet is. En neen, ik ben ook niet 'die kerel'. Die fanaat die over elke scène die uit het boek ontbreekt begint te klagen, die verblinde fanboy die vindt dat het einde van Return of the King gerust nog een kwartier langer had gemogen. Vergis u dus niet, ik heb deze discussie al talloze keren gevoerd met Lord of the Rings en Harry Potter fans: films zijn geen boeken en moeten heel anders geschreven worden. Een sequens kan nog zo geniaal zijn op papier, uiteindelijk is dat geen garantie dat het vlot overgezet kan worden naar video. Maar uiteindelijk is het in dit specifieke geval toch het makkelijkst om Mannen die Vrouwen Haten kort te omschrijven met die twee clichés: het boek is beter, en er zijn te veel belangrijke stukken weggelaten.

Wat Stieg Larssons Millennium trilogie onderscheidt van de oververzadigde wereld van detective-lectuur zijn de centrale personages. Mikael Blomkvist is de absolute goedzak die we wel kennen van concurrerende romans, maar het is de wisselwerking met de sociopathische/sociaal gehandicapte/asociale Lisbeth Salander die de Zweedse bestseller hun karakter geven. Dat is de basis van het succes van Millennium, en dat is al meteen een groot kritiekpunt binnen de film.

Aan de acteurs ligt het maar deels: vooral Michael Nyqvist is niet bepaald interessant als Mikael Blomkvist. Hij speelt de hele film zowat op één noot en ziet er altijd een beetje verveeld uit, maar nooit wordt het echt storend. Veel sterker is Noomi Rapace, die Lisbeth Salander speelt zoals het interessante personage in de roman beschreven wordt. Probleem is vooral dat de scenarist dat niet gedaan heeft. De keiharde en wereldvreemde Lisbeth werd zachter gemaakt: wat eens een interessant personage was met een duidelijk zware bagage is hier eerder een lichtjes excentriek meisje, waar haar gothic-voorkomen nog het vreemdst van al is. Het ontwijken van fysiek contact met andere mensen (zoals een handdruk), het compleet stilzwijgen tijdens gesprekken, de penetrerende blik, ... het heeft allemaal plaats moeten ruimen voor normalere trekjes. Wanneer de twee dan enkele sleutelscènes moeten brengen wordt het ook nog eens op een compleet verkeerde toon gespeeld. Feit is dat we Lisbeth in deze versie van het verhaal nooit echt kunnen begrijpen.

Haar motivaties zijn nooit duidelijk, en eigenlijk simpelweg afwezig. We weten niet waarom de twee protagonisten naar elkaar toegroeien, waardoor hun band zero, nada, nul komma nul impact heeft. Ook Mikaels motivatie om het moordmysterie te onderzoeken wordt eigenlijk gereduceerd tot "hij heeft toch niets beters te doen". Er zit zeer weinig gewicht achter deze personages, wat uiteindelijk toch de grote kracht van de franchise was.

Maar goed, dat centrale moordmysterie dan maar. Als de film het Millennium-boek geen eer aan doet kan het nog altijd voor een flinke Baantjer gaan. Maar ook daar wringt het een beetje. Wederom: ik begrijp dat zaken in de overzetting geschrapt worden, en sommige problemen worden heel slim opgevangen om een vijftal minuten uit te sparen. Maar uiteindelijk wordt nagenoeg al het vet rond het mysterie weggesneden. In feite leren we doorheen de film slechts twee randpersonages kennen (waarvan één een verdachte), dus er is absoluut geen spanning omtrent wie de moordenaar zou zijn. De zijpaden van het plot zijn opgeofferd, waardoor je eigenlijk achterblijft met de manier waarom Mikael en Lisbeth de slechterik te pakken krijgen, van A tot Z.

En in dat hoofdplot werd voor deze aanpak dan weer te weinig getrimd. Afleidingen werden geschrapt en de essentie van het verhaal werd op een aantal punten flink omgegooid (fans van het boek zullen meer dan eens vreemd opkijken), maar uiteindelijk ligt het tempo daardoor veel en veel te hoog. Er is geen natuurlijke flow doorheen de film, geen tijd voor de hoofdpersonages om nieuwe aanwijzingen te ontdekken: ze duiken gewoon plotseling op en het duo begrijpt meteen hoe alles in elkaar steekt. Zaken die behoorlijk plausibel zouden lijken als ze rustig geïntroduceerd zouden worden krijgen de tijd niet om zich te ontwikkelen en worden met weinig subtiliteit getackeld, waardoor de logica soms zeer geforceerd lijkt. De film voelt veel te veel aan als het overlopen van een checklist: de opeenvolging van scènes voert de boventoon, een coherent geheel wordt er zelden uit gepuurd. En dat is gewoon een zaak van niet kunnen kiezen: of ze hadden van deze film een opzichzelfstaande miniserie moeten bouwen van een uur of vijf waarin het boek heel nauwlettend gevolgd wordt, of ze hadden het verhaal grondig moeten herstructureren om binnen de bepaalde tijdsduur (met zijn bijna drie uur nochtans niet mager) te kunnen plaatsen. Uiteindelijk werd besloten om de middenweg te volgen, waardoor de film uiteindelijk behoorlijk rommelig is.

Dat is jammer, want op zich is dit natuurlijk absoluut geen slecht verhaal. Daarbij is de soundtrack, fotografie en het grootste deel van de acteurs ook dik in orde, en als ik zeg dat er geen spanning in de film zit is dat niet de schuld van Niels Arden Oplev, die de spanning in bepaalde scènes flink opdrijft. Maar dat is artificiële spanning, en die kan maar zo krachtig zijn als het plot toelaat. En dat is het grote probleem van deze eerste Millennium-filmt: technisch is Mannen die Vrouwen Haten eigenlijk niet slecht, het is gewoon een voorbeeld van een slechte adaptatie. Ik zal het niet vaak zeggen, maar ik ben benieuwd of de remake (onder leiding van David Fincher!) het bronmateriaal beter begrijpt dan deze verfilming.

28 maart 2011

Drive Angry 3D (2011)

We zitten een twintigtal minuten in Drive Angry 3D: tijd voor een seksscène. Nicolas Cage zit rechtop in bed: volledig in het zwart gekleed, inclusief leren jas en gigantische zonnebril (zo eentje die meestal door blinden gedragen wordt). In zijn schoot is een naakte vrouw druk bezig de epileptische aanval van haar leven te krijgen: ze schokt wild op en neer en lijkt Cage de moeder aller dryhumps te bezorgen. Opmerkelijk zicht, en zo vraagt de vrouw ook waarom Cage zich niet uitkleedt. Cage balanceert een enorm dikke sigaar in zijn mond en heeft logischerwijs een beetje moeite met praten, maar toch krijgt hij er een antwoord uit gesleurd: "I never disrobe before a gunfight". Perfect op tijd stormen de Satanistische schurken binnen, en in een orgie van slow motion waar zelfs Zack Snyder jaloers op zou worden begint het duel. Cage schiet de naamloze vijanden in het been, in het gezicht, waar dan ook, en vindt tussendoor - nog steeds in slow motion - de tijd om een flinke slok Jack Daniels te nemen. Wanneer al de vijanden geëlimineerd zijn staat Cage recht, sluit zijn broeksriem en wandelt naar buiten. Als kijker is je mond ruim een minuut eerder al opengevallen en worden je sokken inmiddels kletsnat omdat je de bioscoopvloer al volgekwijld hebt.

Als u daarbij meteen denkt aan de vrijpartij/actiescène in Shoot 'em Up - en u maakt die referentie zonder van uzelf te walgen - is dit dé film voor u. Drive Angry 3D is de beste actiefilm die we sinds Shoot 'em Up gezien hebben, en pakt het genre op een gelijkaardige manier aan. Een degelijk plot is bijzaak en geloofwaardigheid is een zaak waar eens flink mee gelachen wordt. De hele film is een opeenvolging van compleet over-the-top actiescènes en het manifesteren van je personages als de grootste badassen die ooit op het grote scherm geprojecteerd werden. Op beide vlakken slaagt Drive Angry met glans.

De actie is talrijk, retevet en vooral overzichtelijk. Geen warboel op het scherm waar je maar moet zien uit te vissen welke ledematen er allemaal verschijnen (ik kijk naar jou, Expendables), maar degelijk opgezette shootouts en achtervolgingen waar je op elk moment weet waar de hoofdpersonages zijn en wat ze doen. Qua over-the-topheid valt het nog wel mee in vergelijking met Shoot 'em Up, dus geen enorm overdreven stunts, maar gewoon oerdegelijke actiefilm-momenten vol Amerikaanse musclecars en shotguns.

Hét punt waarin de film zijn onderscheiding haalt zijn de personages en cast. Allereerst is er Nicolas Cage, u weet inmiddels al wel dat ik een grote fan ben, maar dit is geen film die je voor hem moet gaan zien. Hij speelt het rustig en cool: het is de Con Air-Cage, en niet zozeer de Vampire's Kiss-Cage. Hij draagt constant een zonnebril en fluistert veel van zijn tekst: simpelweg een standaard badass. Amber Heard is dan weer de sexy sidekick, en daar kan je twee kanten mee op. Of ze had de hele film hulpeloos achter Cage aan kunnen hollen, schreeuwend bij elke vijand en klagen dat ze naar huis wil. Gelukkig is dat em niet geworden en speelt ze de harde, zelfzekere vrouw die er niet van terugdeinst om een twee koppen grotere vent op zijn gezicht te slaan. Een even groot cliché, natuurlijk, maar vele malen toffer om te zien.

Billy Burke - tegenwoordig vooral bekend als papa Twilight (/New Moon) - is de schurk, en is duidelijk beter in staat om een Satanistische cult te leiden dan het opvoeden van dat egocentrisch, maniakaal, sociopathisch stuk vreten van een Bella, dat afschuwelijk serpent van een personage dat de pure manifestatie is van de rotmentaliteit bij de huidige jeugd en... oh pardon, ik werd even afgeleid. Burke is dus de leider van een Satanistische cult en is behoorlijk psychopathisch (hij gebruikt het dijbeen van Cage's dode dochter als wandelstok!). Het is eigenlijk behoorlijk vreemd dat Burke als de leider van de groep klunzige handlangers die constant neergeschoten worden wel dreiging weet uit te stralen: vaak is zo'n opperschurk nogal flauw, maar Burke is daadwerkelijk intimiderend. Je krijgt daadwerkelijk het idee dat dit een zeer gevaarlijke man is, waar dit soort personage vaak verwatert in een compleet onmondig type (voor een voorbeeld: kijk maar eens naar zo'n beetje elke tekenfilmserie waar u mee opgegroeid bent)

Maar laat er geen twijfel over bestaan: William Fichtner steelt elke scène waarin hij te zien is. Ruimschoots. Hij is Satan's rechterhand die Cage terug naar de hel moet zien te sleuren, en straalt daarmee op elk moment een onnatuurlijke coolness uit. Zijn personage is natuurlijk ook gewoon briljant geschreven: zo is zijn eerste zin in de film het begroeten van een vreemdeling met "You, fat fuck". En hij krijgt nog enkele zeer coole momenten, zoals wanneer hij vanuit een rijdende truck op de motorkap van een voorbijschuivende auto stapt alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Maar Fichtner weet dit alles ook perfect te brengen: hij kan de ene scène een gewonde persoon martelen voor informatie en twee minuten later glimlachend voorbijrijden in een truck op de tonen van "That's the way (uhuh uhuh) I like it (uhuh uhuh)" zonder ook maar een beetje geloofwaardigheid te verliezen. Denk terug aan The Dark Knight: herinnert u zich hoe geweldig Fichtner daarin - ondanks zijn zéér beperkte tijd op het scherm - was en hoe hij de (in mijn ogen) meest quotebare zin van die film bracht? Wel, Fichtner speelt deze hele film op min of meer dezelfde toon, en dat is een absoluut genot om naar te kijken.


En dan is er nog de 3D. Zoals ieder weldenkend mens ontwikkelde ik al heel snel een afkeer van 3D-cinema en probeer ik er zo veel mogelijk van weg te blijven. Eén misstap (Alice in Wonderland) was genoeg om sindsdien - indien die mogelijkheid bestaat - voor de 2D-versies te kiezen. Piranha was nog leuk omdat de 3D als gratuite gimmick gebruikt werd: dingen naar de camera toe gooien, zoals het al sinds Jaws 3D en dergelijke horrorfilms gedaan wordt. Wel, Drive Angry 3D doet dat ook, én weet het te mengen met de zogenaamde atmosferische 3D die de halve wereld gezien heeft in Avatar. Nicolas Cage steekt al eens een shotgun het scherm in zonder dat hij er zelf uitziet alsof hij uit karton geknipt werd om op de voorgrond geplakt te kunnen worden. Deze film is opgenomen met 3D-camera's en dat zie je er aan: voor goedkope, trashy cinema als dit en Piranha mogen ze de 3D-technologie voor mijn part blijven uitmelken. Het is heel erg tof en met enige voorsprong het beste gebruik van 3D dat ik al gezien heb.

Kort samengevat: Drive Angry 3D is alles wat Machete beloofde te zijn, maar niet wist te brengen. Machete was een degelijke ode aan de exploitation-cinema, maar was daar te braafjes in. Robert Rodriguez hield zich soms duidelijk in om niet té ver te gaan en er werd nog snel een politieke boodschap ingeramd om de film niet geheel nutteloos te maken: Machete probeerde zowel de exploitation-fans als de mainstream-cinemaganger aan te spreken. Drive Angry is daarentegen hetzelfde soort pure grindhouse-cinema waar Tarantino en Rodriguez (met wisselvallige resultaten) recent een aantal liefdesverklaringen voor creëerden. Drive Angry 3D is geen pastiche op het genre: het geeft geen dikke knipogen om aan te tonen dat het allemaal niet te serieus moet genomen worden. De film gaat er van uit dat het publiek dat weet en gedraagt zich verder zoals je van een exploitation-film mag verwachten. Dit is een film waar genrefans van zullen smullen, en wat niet-geïnitieerden waarschijnlijk wansmakelijke cinema zullen vinden.

22 maart 2011

Taxi Driver (1976)

Ik zie Rocky, inclusief de soms nogal idiote sequels,even graag als eender wie, maar één van de grote onrechtvaardigheden in de filmgeschiedenis is dat Stallone's boksfilm de Oscar voor 'beste film' uit de klauwen van Taxi Driver graaide. Of hoe lichtzinnig amusement verkozen werd boven misschien wel de meest geniale karakterstudie aller tijden, de ironie ontgaat u allicht niet. Taxi Driver zal altijd het hoogtepunt uit de carrières van zowel Martin Scorsese, Robert De Niro als schrijver Paul Schrader blijven. Geen greintje intensiteit of impact verloren, deze rauwe kijk op isolatie en mentale instabiliteit is zelfs nu, vijfendertig jaar later, nog steeds de beste documentatie die je ooit zal zien over een eenzaat die zijn mentale gezondheid verliest door de samenleving die hij zo veracht. Spoilers bij het recenseren van deze film zijn bijgevolg onvermijdelijk, u bent gewaarschuwd.

Taxi Driver is in feite Travis Bickle, het hoofdpersonage via wiens ogen we de wereld zien. Letterlijk: Scorsese laat ons regelmatig vreemde zaken zien tijdens een gesprek. Of het nu het oplossen van een bruistablet is of het langzaam inspecteren van de loop van een geweer: als kijker volgen we Travis. En wat we zien is allerminst een aangenaam zicht, Travis verfoeit de samenleving : de hoeren, de junkies, de zwarten, ... iedereen. Zoals al eens onterecht wordt beweerd discrimineert Travis echt niet op vlak van beroep, voorkomen, ras, godsdienst, ... Hij is simpelweg een pure misantroop die niets van de mensheid wil weten.

Bijgevolg is hij een eenzaat, misschien wel de ultieme eenzaat. "God's lonely man". Want alleen in één van de drukst bevolkte steden ter wereld kan iemand écht alleen zijn. Zoals zijn taxi doorheen New York rijdt, loopt Travis doorheen het leven: af en toe wel eens een medereiziger, maar nooit iemand waar hij betekenisvol contact mee heeft. Die isolatie is een soort verdedigingsmechanisme, want zijn eenzaamheid is uiteindelijk natuurlijk enkel en alleen zijn eigen toedoen; elke mogelijkheid tot verbreking van de isolatie saboteert Travis onbewust zelf in een vlaag van zelfvernietiging. Waarom Travis deze persoon geworden is weten we niet: misschien was het het gevolg van zijn legerdienst in Viëtnam, maar voor zover wij weten denkt Travis al zijn hele leven op dezelfde manier.

Travis wordt "the walking contradiction" genoemd, omdat hij uiteindelijk niet beter is dan veel van de mensen die hij haat. Hij hekelt het uitschot van de stad, maar we zien hem zelf constant drinken, pillen slikken en zijn dagen slijten in porno-bioscopen. Wanneer hij uiteindelijk een twaalfjarig hoertje uit het prostitutiemilieu wil halen is de vraag dan ook of hij effectief de enige idealist ter wereld is, of hij zichzelf daar vooral van wil overtuigen. Het is de drijfveer van één van de meest interessante personages ooit verfilmd.

Aanvankelijk is Travis nog een sympathiek personage, al begrijpen we zijn motivaties nooit echt. De opgekropte woede komt slechts sporadisch tevoorschijn, maar al snel leren we dat dit een gebroken persoonlijkheid is, mede door het indrukwekkende gebruik van schaduw dat Scorsese gedurende de volledige film hanteert. De meeste scènes vinden 's nachts plaats, maar zelfs voor nachtscènes wordt Travis opmerkelijk vaak in een onbelichte omgeving getoond. Het toont ons simultaan de eenzaamheid van Travis en de duistere gedachten die in zijn hoofd rondstormen. Het werkt bijzonder goed om medeleven op te roepen rond Travis, wiens eenzaamheid bijna tastbaar wordt op deze manier.

Travis vult die leegte in zijn leven met Betsy, een meisje dat voor senator Palantine (geen Star Wars grap hier!) werkt. Travis plaatst haar op een voetstuk en aanbidt haar als een Godin in de zee van zieligaards, schurken en idioten die de mensheid is. Wanneer Travis eindelijk een afspraak weet te maken met Betsy roept hij een façade op om haar niet af te schrikken. Plots zien we de welbespraakte, vlotte Travis die we nog niet kenden. Maar uiteindelijk saboteert Travis zichzelf - of is het puur een sociale handicap? - door haar naar een pornofilm mee te nemen. Nadat ze hem niet meer wil zien besluit Travis dat zijn Godin niet beter is dan al de rest, een klap die hem uiteindelijk over het randje van de krankzinnigheid weet te duwen. In het knapste shot van de film zien we hoe Travis met Betsy telefoneert, bijna smekend om hem nog een kans te geven. De camera lijkt zich bijna te schamen voor het tafereel en verplaatst zich naar de grote, lege gang naast het tafereel. Het duurt even, maar uiteindelijk geeft Travis het op en wandelt van het publiek weg, de lege gang door en de duisternis in. Door middel van dit éne geniale shot begrijpen we Travis en het gat waarin hij zojuist gevallen is.

Travis' mentaliteit devolueert verder, en fysiek uit zich dit in de iconische hanenkam: het is een visuele weergave van zijn afstandelijkheid tegenover de samenleving. Travis probeert senator Palantine te vermoorden, maar faalt. Hierop trekt hij naar de twaalfjarige prostituee en vermoordt er een vijftal personen, zoals haar pooier. Voor Travis maakt het niet uit: hij wou het vuil van de straten, en zowel de senator als de pooier behoren in zijn hoofd tot dit vuil.

In de media wordt Travis afgeschilderd als een held. We zien hoe de lelijkheid van de maatschappij - die de hele film lang in Travis' hoofd afspeelde - ook buiten Travis realiteit wordt. Een moordenaar wordt geëerd omdat hij toevallig de juiste mensen wist af te maken: moest Travis een paar minuten eerder meer geluk hebben gehad had hij de senator vermoord en zou de wereld hem zien als de zieke geest die hij eigenlijk is. Maar in de jacht naar sensatie - van zowel de media als de samenleving - wordt een gevaarlijke geest opgehemeld. Maar uiteindelijk is hij nog steeds dezelfde labiele persoon als eerst, en een nogal verontrustend eindshot doet je afvragen of hij de volgende keer ook het geluk zal hebben "de juiste personen" te vermoorden.

De ultieme ironie in Taxi Driver is hoe Travis Bickle een cultheld geworden is. Mensen die de film niet begrepen hebben zien Travis als een vrijheidsstrijder die het op durft te nemen tegen immorele misdadigers, maar missen juist dat Travis zelf ook een immorele misdadiger is. Het uiteindelijke punt van de film wordt door een groot publiek gemist, en tegelijk onderstreept. Travis' status als icoon doet een beetje denken aan Ché Guevara, die tegenwoordig op het shirt van zoveel onwetende tieners terug te vinden is.

Travis Bickle is één van de meest onvergeetbare en krachtigste personages in de filmgeschiedenis. Op elk moment perfect vertolkt door De Niro die misschien wel de beste prestatie uit zijn carrière neerlegt (geen lichte woorden, want De Niro is in mijn ogen nog altijd de beste acteur aller tijden), Scorsese gebruikt enkele zeer krachtige technieken om Travis' gedachtegang weer te geven in de film (ik heb het niet eens over de prachtige soundtrack gehad) en Schraders script spreekt voor zich. De aangesneden thema's zijn nog steeds even interessant en de uitvoering heeft nog altijd een stevige impact: Taxi Driver is simpelweg een perfecte film.

12 maart 2011

The Green Hornet (2011)

Afschuwelijke film-ideeën in 2011: CGI-Jeff Bridges in Tron: Legacy. Het financieren van een nieuwe Jack Black-komedie. James Franco als host van de Oscars. En nu dus ook Seth Rogen als superheld. Vergeet het maar: boeken toe en al je geloofwaardigheid uit het raam. Nooit krijg je een respectabele film uit dat concept geforceerd.

Goed, eerlijk is eerlijk: het is maar een halve ambitie van The Green Hornet om serieus genomen te worden. Half, omdat het enerzijds wel behoorlijk luchtig probeert te zijn. Seth Rogen schreef deze film (de enige persoon op aarde die Seth Rogen in een superheldenrol zou schrijven is natuurlijk Seth Rogen zelf) samen met zijn vaste homie Evan Goldberg, waarmee hij ook al Pineapple Express en Superbad schreef. Daarmee heeft de film een heel sterke Apatow-vibe, wat allesbehalve positief is. Want zelfs voor fans van die platte komedies: in een superheldenfilm horen deze tienerkomedie-fratsen gewoon niet thuis.

Maar aan de andere kant willen ze ook wel erkend worden als genrefilm. Enkele sterke acteurs in de cast en niemand minder dan Michel Gondry werd opgetrommeld als regisseur. Wanneer de man achter Eternal Sunshine of the Spotless Mind en The Science of Sleep een Apatow-komedie slash superheldenfilm gaat regisseren denk ik dat we officieel de hoop mogen opgeven. Aankomend talent, blijf weg uit Hollywood! Meer dan ooit is het een zwart gat voor aanstormende beloftes en een afvalbak vol verprutst potentieel.

Heeft u écht meer informatie nodig dan dat? Het is een standaard superheldenverhaal waar de acteurs al eens in de ballen getrapt worden en naar Coolio (leeft die gast nog?) luisteren. Het "unieke" aspect van de film zou em erin moeten zitten dat de Green Hornet probeert om over te komen als schurk in plaats van als goodguy. Maar merk je daar iets van tijdens de film? Neen, we zien een rijke stinkerd met daddy-issues (Batman!), die voor een krant werkt (Superman! Spider-Man!), met zijn sidekick rondrijdt in een high-tech voertuig (opnieuw Batman!), heel wat gadgets gebruikt (James Bond! Inspector Gadget?!) en gespeeld wordt door een ongepaste, vervelende acteur (Daredevil!).

Want nogmaals: Seth Rogen moet met dit soort rollen echt niet afkomen, want nooit zal ik daar iets minder dan triestig door worden. En ik heb niet eens zo'n gigantische hekel aan hem: zolang hij iets serieus speelt kan hij zelfs eens iet of wat charismatisch en zelfs grappig zijn! Maar wanneer hij kinderachtig begint te doen, een verkeerde uitdrukking blijft aanhouden of - God beware ons - begint te lachen wil je hem gewoon bij zijn idiote haar uit je TV trekken en hem met zijn neus in de rotzooi die hij gemaakt heeft wrijven. En die momenten zitten natuurlijk weer meer dan frequent in deze film.

En ook zijn sidekick is niet geweldig. In de 60's TV-serie werd hij gespeeld door Bruce Lee, met gemak de coolste Aziaat ooit, en in deze film wordt hij gespeeld door.... emmm, ik heb geen idee. Volledig oprecht, en geen poging om grappig te zijn ofzo: ik dacht dat de Green Hornets 'Robin' gespeeld werd door die Koreaan van Harold and Kumar, maar dat blijkt achteraf dus niet zo te zijn. Je merkt wel een beetje dat het iemand anders is, maar dat vertaalt zich gewoon tot "tiens, wat ziet Harold er vreemd uit in deze film". Wie we wel krijgen is een of andere Taiwanees die veel te veel moeite heeft met de Engelse taal. Oké, hij kan kungfu of karate ofzoiets, maar dat valt in het niets als je hem met de dialogen hoort worstelen. Al een geluk dat hij niet veel te doen heeft in deze film. En hij is niet de enige die in The Green Hornet met zijn vingers zit te draaien. Cameron Diaz is de assistente/love-interest/bron-van-conflict/... enfin, een aantal plotmiddelen in één personage gedraaid, waarbij haar aanwezigheid belangrijker is dan wat ze effectief zegt. Tom Wilkinson is de vader en mag vooral veel roepen en teleurgesteld zijn in zijn zoon. Edward James Olmos mag een aantal keer naast Seth Rogen gaan staan zonder verder veel te doen. James Franco mag flink overdrijven in een korte cameo. Zelfs Christopher Waltz (de hele wereld is nog altijd een beetje verliefd op zijn vertolking van überschurk Hans Landa in Inglourious Basterds) heeft een nogal magere rol. Hij is de slechterik, maar om zijn personage een twist te geven kampt hij met een heel erg sterke onzekerheid. Jaja, hij vraagt aan zijn slachtoffers of hij wel eng genoeg is, heel grappig, maar ondertussen straalt je opperschurk wel geen enkele dreiging uit. Grappig: om Waltz' Duits accent (hij is nu eenmaal geen Nazi deze keer) te verklaren noemen ze zijn personage maar "Chudnofsky". Benieuwd hoe vaak we die uitleg nog gaan tegenkomen gedurende Waltz' Hollywood-carrière.

Het is onmogelijk bij te houden hoeveel superheldenfilms er tegenwoordig geproduceerd worden, en The Green Hornet zal daarin nooit een rol van betekenis spelen of nog maar onthouden worden. Ik zal niet zeggen dat deze slechter is dan de tientallen concurrenten die er tegenwoordig zijn, maar je hebt dit al zo enorm vaak gezien dat ik mij niet kan voorstellen dat iemand hier echt van achterover geblazen wordt. "Het is oké... niet slecht", zullen vast wel veel mensen zeggen, en daar ben ik het volmondig mee eens. Maar van niet slechte, oké films hebben we er tegenwoordig veel te veel.

5 maart 2011

Over the Top (1987)

Quizvraag: wat is de mannelijkste sport ter wereld? Rugby? Kickboxen? Worstelen met wilde dieren? Neen, compleet fout. Geen enkele sport laat het testosteron zo rijkelijk stromen en doet de teelballen zo angstvallig ineenkrimpen als de koninklijke discipline die armworstelen is. Een arsenaal aan bezwete gladiatoren, variërend van gespierde truckers tot hondslelijke papzakken, die met man en macht proberen om elkanders arm tegen de tafel te werken. Wat kan er mooier zijn dan dat?

En die bijna-Olympische sport wordt mooi vastgelegd in Over the Top, een Stallone-film uit 1987, geproduceerd door Cannon films. Als je weet dat dat de periode is dat Stallone films als Rocky IV, Cobra en Tango & Cash maakte worden onherroepelijk bepaalde verwachtingen gecreëerd: ongeremde actie en een heel hoog 'USA! USA!'-gehalte, zoals alleen de 80's dat kunnen. Helaas, zo zit het niet helemaal in elkaar. De grote basis van de film bestaat uit Stallone (als man der mannen 'Lincoln Hawk') die het hart van zijn zoon terug moet zien te winnen, en dat bedoel ik niet eens letterlijk. Sly heeft zijn zoon in de steek gelaten en wil nu, tien jaar later, weer in contact met hem komen. Dus hoe cool het ook klinkt: er is geen boosaardige, truckende armworstelaar die het hart van Sly's zoon in een potje bij zich houdt. Toch wel een gemiste kans.

Dat aspect van de film wordt eigenlijk verrassend goed uitgewerkt, op een heel erg 'jaren 80' manier. "Je verwacht toch niet dat je de voorbije tien jaar op twee of drie dagen kan goedmaken?", verwijt de zoon zijn vader nog aan het begin van de film. Maar een rit met een vrachtwagen, een zonsondergang op de achtergrond, de softrock tonen van ondermeer Asia en Sammy Hagar en voila: nog geen dag later rent het ventje al achter zijn vader te kwijlen als een uitgehongerde straathond die net een lap vlees heeft gekregen. In 1987 hadden ze geen Dr. Phil nodig voor dit soort zaken, één enorm coole montage is meer dan genoeg.

En pas op: Stallone staat dan nog eens degelijk te acteren ook! Het kan mensen die niet héél bekend zijn met zijn oeuvre wel eens verbazen, maar de 'Italian Stallion' is in feite een meer dan adequaat acteur. In films als First Blood en Cop Land weet hij nog altijd te overtuigen door behoorlijk ingetogen te spelen, en hier pakt hij het op dezelfde manier aan. Dat werkt natuurlijk dubbel zo goed als de personen rondom je een beetje overdrijven, en dat is hier zeker en vast het geval. Stallone is een rustpunt in een zee van roepen, tieren en met je armen wapperen; een rol die hem vrij goed ligt.

Minder overtuigend is dat rotzakje dat Sly's zoon moet spelen. Aanvankelijk moet je hem natuurlijk een beetje verachten, gezien het arrogante, verwende ventje dat hij dan nog hoort te portretteren. So far so good. Maar wanneer hij uiteindelijk openbloeit en die kant van zich laat varen heb je zowaar nog meer zin om zijn gezicht in te slaan. Een onheilige combinatie van een enorm vervelende blik en uitstraling, een ronduit irritante uitspraak, en in het algemeen gewoon een veel te hoog Jake Lloyd-gehalte. Zo kan hij bijvoorbeeld niet overtuigend wenen, al zou zijn leven er van afhangen. Nu zou dat op zich geen gigantisch probleem moeten zijn in dit soort film, behalve dan dat het rotjoch de halve film lang loopt te janken. Stallone kan hem nauwelijks aanspreken zonder dat de traantjes van deze jongen beginnen te vloeien, en hij zou dan trouwens nog eens op een militaire (!!!) school horen te zitten ook. Een kanttekening zonder duidelijke overgang van de rest van de paragraaf: Sergeant Huilebalk heet eigenlijk 'Michael Hawk', wat natuurlijk afgekort wordt naar 'Mike'. Probeer maar eens vijf keer luidop 'Mike Hawk' te zeggen. Geen wonder dat het zo'n eikel is.

Maar het hoogtepunt van de film is natuurlijk niet het familiedrama, dat is het grote armworsteltoernooi van Las Vegas. Een half uur lang vol kletsnatte mannen in veel te kleine pakjes die kreunen alsof Freddy Krueger hun prostaat hevig aan het onderzoeken is. Het is een behoorlijk moeilijke sport om interessant te verfilmen, en de film slaagt er dan ook niet volledig in. Maar in de surrealistische situatie is het wel enorm amusant om naar te kijken: een hysterisch publiek van tien- of honderduizenden toeschouwers, een vijftal scheidsrechters per wedstrijd, live-commentaar, spelers die elkaar intimideren door een sigaar op te eten of motorolie op te drinken... het is entertainend, maar uiteindelijk wel een behoorlijke scheet in een fles. Persoon X drukt persoon Y's arm naar beneden, waarop Y terug weet te vechten. X gooit zich er nog eens in, en Y lijkt bijna te verliezen, maar in een miraculeuze ommekeer wint Y de wedstrijd toch nog. Eerlijk: dat is het interessantste scenario dat ik zelf kan bedenken voor een armworstelwedstrijd, en Over the Top overstijgt dat idee dan ook niet. Dan kan je er nog tientallen shots tussen gooien van de deelnemers die hun beste Lars Ulrich-gezicht bovenhalen: het is uiteindelijk allemaal behoorlijk silly.

Wanneer je na een aantal armworstelmontages en interviews (Sly's geheime wapen bestaat er blijkbaar uit dat hij zijn pet à la Ash Ketchum omdraait voor elke wedstrijd, heel erg interessant allemaal) uiteindelijk aankomt bij Stallone die het in de finale opneemt tegen de ongeslagen wereldkampioen, weet je dat alle registers worden opengetrokken. Allereerst wordt ons een vijftal keer uitgelegd dat het kampioenschap een dubbel-eliminatie toernooi is. Dus het is 'best out of three'. Dus je moet twee keer winnen om kampioen te zijn. Dus als je één keer verliest heb je de wedstrijd nog niet verloren. Dus als Stallone de eerste keer verslagen wordt, kan hij nog altijd terugkeren. Iedereen mee? Goed, want Stallone heeft net toch wel niet zijn eerste duel verloren zeker! Wat nu gedaan?

Epische muziek doorheen de scène, de slowmotion draait overuren en iedereen juicht wanneer Stallone de ongeslagen vetzak dan toch nog verslaat. Het is behoorlijk cliché, want zo ongeveer elke sportfilm in de geschiedenis van de cinema heeft zo'n "you're the best around"-einde, maar dat neemt niet weg dat het elke keer opnieuw weer geweldig is. Hawk wint een hoop geld, de liefde van zijn zoon, het respect van zijn kwaadaardige schoonvader en een gloednieuwe vrachtwagen (nogal een specifieke prijzenpot). De moraal van het verhaal: zijnde het financieel, familiaal of materieel, met armworstelen kan je al je problemen oplossen.

Klinkt niet slecht, he? Wel, dat is het ook niet. Het is een hybride van het recente The Road en The Karate Kid in een echte jaren 80 stijl. Je moet een beetje voor die aanpak zijn natuurlijk, en voor een modern publiek zal het misschien wat overdreven cheesy zijn, maar ik zie dit soort films gewoon enorm graag. Tijdens het schrijven van deze recensie is er één film (uiteraard niet van de 80's, dat zou veel te logisch zijn) die mij steeds te binnen schiet: Free Willy. Als je dat nog steeds - nostalgie daargelaten - een degelijke, onderhoudende film vindt zal Over the Top je waarschijnlijk niet teleurstellen. En als je het om onverklaarbare redenen heel jammer vond dat Jesse en Keiko aan het einde van Free Willy niet beginnen te worstelen, zal je Over the Top helemaal het einde vinden.