25 augustus 2010
Prince of Persia: The Sands of Time (2010)
Een Jerry Bruckheimer productie die gebaseerd is op een populaire game-franchise. Neen, een film van het jaar zit er niet in voor Prince of Persia: The Sands of Time. En zonder ooit maar in de buurt te komen van het overstijgen van die verwachting is dit een matige amusementsfilm die nooit aspireert om meer te zijn. Of om zelfs maar iets nieuws te doen. Nagenoeg alles in de film is eerder en beter gedaan, maar is net goed genoeg om er niet verveeld door te raken. En ja, daarmee heb je al enkele lichtjaren voorsprong op concurrerende videogame-adaptaties.
De Prins van Perzië begint met expositie in de vorm van tekst én een voice-over - wat altijd weinig goeds voorspelt - en wordt gevolgd door een Aladdin samenvatting: een jongen loopt rond in Agraba, helpt een appeldief uit de nood, wordt achtervolgd door de paleiswacht en wordt dan plots prins. Een flinke tijd later wordt de koning vergiftigd door een geschenk dat de Prins hem overhandigd heeft: hij wordt erin geluisd, wie zou dit gedaan kunnen hebben? Een van zijn broers misschien? Of die sympathieke Ben Kingsley die - de beste acteur in deze film zijnde - na een half uur als broer van de koning nog altijd geen enkel nut kent in de film en wanhopig zijn waardigheid probeert te behouden met die idiote eyeliner rond zijn ogen? Mijn geld staat op nummer twee. Dus naast Aladdin weet Disney er ook stevig uit The Lion King te recycleren. Enfin: de Prins wil zijn vader wreken en zijn naam zuiveren, en ohja: hij heeft een dolk met magisch zand dat de tijd kan terugdraaien. Na dit beginpunt is het allemaal nogal vanzelfsprekend wat er gebeurt, en anderhalf uur later is iedereen in Perzië weer tevreden. Slap? Jazeker, een ongeïnspireerd en voorspelbaar plot dat zelfs als bindmiddel weinig dienst doet. Er zijn momenten waar het centrale duo door de woestijn wandelt wanneer er iets gebeurt, maar waarom ze daar wandelen en waar ze naar toe gingen is bijzaak. Het is het prototype van een plot met als voornaamste doel het katalyseren van set pieces.
Het grootste minpunt dat de hele film lang opvalt is de kleurcorrectie in post-productie. De film speelt zich af in Perzië, het is warm en er is veel zand; dé manier om dat aan te tonen is door een paar potten oranje verf over de film heen te gooien. Alles heeft een oranje of goudkleurige schijn, en bij artificiële belichting is het allemaal nog wat erger. Gemma Arterton is beeldschoon, maar er zitten meerdere scènes in deze film waar ze eruitziet als een muppet, het Transformers 2 effect, zou ik durven zeggen: huidskleur is duidelijk niet meer hip in Hollywood. Verder zien we nog enkele camerabewegingen die rechtstreeks uit de videogame werden gehaald (wat voor geen meter werkt), domme slow motion, cliché wide shots, CGI slangen en leeuwen én een typische visuele rotzooi in actiescènes. Bedankt Paul Greengrass, om de wereld te laten zien dat actie ook intens kan zijn als het onduidelijk en verwarrend gebracht wordt, want nu voltallig Hollywood op de bandwagon gesprongen is zou ik deze trend haast vervelender dan 3D durven noemen. Jake Gyllenhaal als Prins is degelijk: de man is vrij charismatisch en - ookal ziet hij er even Perzisch uit als pakweg Ron Howard - weet hij de film wel te dragen. Probleem is wel dat hij blijkbaar gedwongen wordt om met een Brits accent te praten (want het is oud Perzië), en het is moeilijk te zeggen wie daar precies welke weddenschap voor heeft moeten verliezen, maar de voltallige cast heeft duidelijk last met dat onnodige accent. Behalve Ben Kingsley, natuurlijk.
Er zit niets memorabel in deze Prince of Persia: geen personage dat je bij zal blijven en geen enkele dialoog die iet of wat snedig is. Ofja, één zin, maar ik heb geen idee of dit een bewuste referentie is of niet: "Are we going to sit here and chat or are you going to get on the horse?". En voor iedereen die die zin niet kan plaatsen: welkom op het internet. Alfred Molina is ook nog oké als organisator van struisvogelraces. Dat is het, verder kan je The Sands of Time gerust links laten liggen. Het is - zoals zoveel films dit jaar - een film die te weinig risico's neemt om echt slecht te worden, maar nooit ook maar één flard potentie toont om iets meer te worden. Het is tegenwoordig echter nogal nodig om dit soort middelmatige popcornfilms volledig te verpesten met een onnodig debiel einde, en je voelt me vast al komen: ook hier is de laatste akte weer compleet van de pot gerukt. Het is nog niet zo erg als die andere verschrikkelijke twists dit jaar - Salt en The Book of Eli - maar wat deze film in feite doet is de cassette aan het einde een flink uur terugdraaien, om daar dan een ander stukje van tien minuten af te spelen. Maar het vreemdste aan deze film is de politieke kritiek die men erin verwerkt heeft: er wordt op een kinderachtige manier gerefereerd naar de Iran oorlog, massavernietigingswapens én oliebronnen. Ik leg het uit: de natie van de prins valt een heilige stad binnen omdat ze illegale wapens zouden produceren (!), maar dat blijkt helemaal niet zo te zijn (!!): het was allemaal maar een dekmantel om op zoek te gaan naar het zand des tijds, dat zich onder de grond bevindt (!!!). Aan het einde wordt dan teruggespoeld naar enkele seconden voor het uitbreken van de oorlog en wordt er getoond wat iemand had moeten doen in die situatie. Prince of Persia: The Sands of Time houdt duidelijk niet van George Bush, en de vraag is wie dat in 2010 ook maar iets kan schelen.
Regisseur:
Mike Newell
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten