11 januari 2010

O Brother, Where Art Thou? (2000)


De Coen broers zullen altijd een ras apart blijven. Meester over zoveel genres met toch altijd de specifieke trademark-dialogen die altijd wel in hun concepten lijken te passen. Misdaad, thriller, komedie of een grote mengelmoes; de Coens begrijpen het medium film en weten altijd dat tikkeltje meer te geven aan hun films. In dat opzicht valt O Brother, Where art Thou toch tegen, want ookal is het een tof avontuur en toont de kwaliteit zich vooral in de dialogen, véél meer dan dat is het toch niet.

De film staat helemaal in teken van het taalgoochelen - iets waar de Coens nu eenmaal heer en meester in zijn - en is in combinatie met de drie grote, centrale idioten onweerstaanbaar. Het is moeilijk om niet te lachen wanneer George Clooney, zo vuil als de straat met zijn perfect gebit en een half pak Dapper Dan in zijn coiffure, het heeft over "auto-voitures" en "geographical oddities". Mede natuurlijk door de sterke casting, Tim Blake Nelson is een vreemd gezicht, maar verder is het niet de eerste keer dat we Clooney, Turturro en Goodman tegenkomen in een Coensfilm. De mannen verstaan elkaar duidelijk ontzettend goed en weten - zoals altijd - een sterke prestatie neer te zetten.

Maar van die geweldige woordenbrij zijn de broertjes wel vergeten een goed geheel te boetseren. De film heeft veel memorabele scènes en personages, maar ze bouwen eigenlijk op naar een onbestaande climax. Het is een soort Joel & Ethan Coen: And Now for something Completely Different, waar de heren een aantal sterke sketches bij elkaar grepen en er een avontuur van maken. Amusant om ziens is dat zeker, maar wanneer we naar het totaalbeeld kijken zijn we nu eenmaal meer gewend van deze mannen. Tof en plezierig, maar niet veel meer dan dat.


7.0

1 opmerking:

  1. Ik denk dat je wat gemist heb, er wordt wel degelijk naar een bestaande climax gewerkt.

    Ik geef de film een 8.5

    BeantwoordenVerwijderen