7 februari 2010

King Kong (1933)

Iedereen kent King Kong, dat durf ik als feit neerzetten. Want ondanks dat het niet de eerste monsterfilm was is King Kong wel de grote klassieker van het genre geworden. Door de fenomenale visuele effecten, het onderhoudend verhaal en strakke tempo is dit altijd een prachtig stukje cinema geweest dat een weergaloze charme behoudt na 77 jaar. Al is de status van de gigantische aap wel enigszins aangetast door de vele rip-offs, enkele slappe sequels en twee zwakke remakes en zorgt bepaalde gedateerdheid van het geheel wel voor een zekere afstandelijkheid.

Carl Denham wil een filmcrew leiden om zijn volgende epische jungleprent te filmen op een eiland dat op geen kaart te vinden is. Hij gaat op zoek naar een actrice en vindt er een in de straatarme Anne Darow. Ze vertrekken samen (zonder dat Carl iemand zegt waar ze precies naartoe gaan) en komen uiteindelijk uit op Skull Island, toevallig gekenmerkt door een grote schedelvormige rotsformatie. Er leven enkele vreemde stammen, de jongens filmen wat scènes en keren terug naar hun boot. De inboorlingen zien echter wel wat in mevrouw Darow en ontvoeren haar nadat hun poging tot ruilen (zes inheemse vrouwen!) niet geaccepteerd wordt. De bende keert terug naar het eiland en komt net op tijd aan om Darow te zien verdwijnen in de handen van een gorilla van een meter of vijftien. De rest van de film draait om de achtervolging en het uiteindelijke vangen van Kong, waarna hij naar New York verhuist en daar de boel op stelten zet. Ondanks de lichte absurditeit van de opzet en de simpliciteit van het geheel blijft het bekende verhaal boeiend genoeg om de actiescènes en de effecten te ondersteunen.

Want dat is natuurlijk de voornaamste reden waarom King Kong de geschiedenisboeken in gegaan is. Willis O'Briens prachtige stopmotion en projectie staat na driekwart eeuw nog steeds als een huis en bezorgen het geheel een onmiskenbare en tijdloze charme. We zien de behaarde gigant ondermeer worstelen met een Tyrannosaurus Rex en een slang - wat erg onderhoudende en knap geschreven gevechten zijn - maar we zien bijvoorbeeld ook complete implementatie van de effecten wanneer de avonturiers een Stegosaurus onder vuur nemen. En tijdens de sterkste scène van de film zien we King Kong een boomstam rondsleuren terwijl de acteurs op diezelfde boomstam hun balans proberen te houden, waarna Kong ronddoolt op zoek naar de overlevende bemanningsleden. Dit is een absoluut briljante sequens die verschillende lagen (zowel klassiek gefilmd als speciale effecten) perfect weet te combineren tot één overtuigend geheel. Deze combinatie van speciale effecten is zelfs vandaag de dag nog lastig om helemaal juist te krijgen, terwijl O'Brien het zeventig jaar geleden al bijna foutloos deed. En hoe knap het visuele aspect vandaag de dag standhoudt, probeer maar eens te empathiseren met het grote publiek van 1933 dat nooit eerder zoiets gezien had. Mindblowing.

Uiteindelijk voelt King Kong zelfs niet eens zo gedateerd aan, de hele film raast voort met een goede hoop peper in het gat en geeft je nooit de kans om je te vervelen. Maar op enkele vlakken is de datum natuurlijk wel lichtjes voelbaar; de personages zijn niet genuanceerd en allemaal nogal ééndimensionaal. De acteerprestaties zijn even gedateerd en zijn nogal overdreven in vergelijking met de subtiliteit die vandaag de dag verwacht wordt. Maar een groot struikelblok vormt dat nooit, want King Kong is een geweldig avontuur en een mijlpaal in de cinema. De grootsheid van de film ligt hem niet zozeer in hoe je hem nu ziet (al is daar absoluut niets mis mee), maar op welke manier Kong het filmmaken van de voorbije zeven decennia beïnvloedt heeft. King Kong is een prachtig voorbeeld van het potentiaal waar film als medium over beschikt: een meesterwerk als dit kan niet zonder passie nagemaakt worden, hoeveel geld of computers je er ook beschikbaar voor stelt.


9.0

Geen opmerkingen:

Een reactie posten