14 februari 2010

King Kong Escapes (1967)

Wanneer productiestudio Toho een flinke 200.000 dollar neertelt voor de rechten om sequels te mogen maken op King Kong ga je ervan uit dat ze de centen die ze voor de grote aap neertelden zo goed mogelijk zouden gebruiken. Het liep echter flink anders: de tweede Kong film werd uiteindelijk aangepast tot Godzilla vs. the Sea Monster. Wanneer Kong dan toch eindelijk zijn tweede Japanse film kreeg was het in samenwerking met de Amerikaanse animatiestudio Rankin/Bass ter promotie van de animatieserie rond Kong (die met die geweldige theme song). Dat ze na (het in Japan zeer succesvolle) King Kong vs. Godzilla en deze collaboratie hun peperdure rechten nooit meer bovengehaald hebben is op zijn minst een lichte misrekening te noemen.

Het verhaal laat zich omschrijven als een van de meest inspiratieloze (maar hilarisch cheesy) samensmelting van plot en personages. Dr. Who (neen, niet Dr. Hu ofzo) wordt ingehuurd door Madame X - die een niet nader genoemde regering vertegenwoordigt - om een grote hoeveelheid element X op te graven. Maar aangezien deze stof zo sterk radioactief is kan Dr. Who zijn henchmen het niet laten doen, dus creëert hij een mechanische replica van King Kong (het legendarische wezen dat - normaal gezien - niemand ooit gezien heeft). Wanneer die echter ook niet tegen de straling kan beslist Dr. Who om de echte Kong te kingnappen. Ik moet verder niet uitleggen hoe bizar het verhaal wel niet is, maar in navolging van King Kong vs. Godzilla is dit een gigantische stap voorwaarts. Er zijn deze keer ook enkele menselijke rollen die met overtuiging 'personages' genoemd mogen worden en er is effectief een opvolging van gebeurtenissen die - zijnde het met stripboeklogica - wel een plot vormen. Geen goed plot ofzo, maar er is wel iets dat de hele film een bij mekaar houdt, wat al een enorme vooruitgang is op de rotzooi die zich voordeed toen Kong het tegen Godzilla opnam.

King Kong Escapes voelt in elk detail erg cartoonesk aan, wat niet toevallig is gezien de samenwerking met het bedrijf achter de tekenfilm. In Dr. Who krijgen we een schurk die niet zozeer een 'mad scientist' is, maar eerder een compleet geschift persoon die net uit een instelling lijkt ontsnapt te zijn, assortie met rare wenkbrauwen, een slecht gebit en een Dracula-cape. Verder zijn er nog meer stockpersonages zoals het prototype van een held waar het testosteron van afdruipt of een lady-in-distress die ten alle tijden aan een leiband gehouden zou moeten worden. Kong zelf ziet er net iets minder verschrikkelijk uit dan in King Kong vs. Godzilla, maar veel scheelt het niet. Vooral de proporties van het lichaam lijken nu iets logischer, maar de aap staart nog altijd uit een suffe papier-maché kop en lijkt zwaar aan de drugs te zitten. Misschien was het wat beter geweest als hij zijn kaken tegen mekaar zou kunnen drukken, maarja.

Het belangrijkste verschil met zijn voorganger is dat deze film wel de entertainmentwaarde bevat die je van een belachelijk over-the-top monsterfilm verwacht. Het verhaal op zich is al genoeg om de hele tijd onderhoudend te blijven, maar ook de effectieve gevechten zijn van een hoger niveau dan in King Kong vs. Godzilla. De uiteindelijke eindclash tussen King Kong en Mecha-King Kong valt tegen en is eigenlijk een abrupte en flauwe Empire State Building rip-off. Het gevecht tussen Kong en de Gorosaurus - een soort Tyrannosaurus Rex die in staat is om dropkicks uit te voeren - overtuigt dan weer wel en voegt alleen maar toe aan de grote hoop fun die deze film al om zich heeft. In principe is het nog altijd een tegenvaller waar veel meer in had gezeten, maar in vergelijking met zijn voorganger is dit meerdere stappen in de goede richting en een film waar je wèl enigszins plezier aan kan beleven.


5.0

Geen opmerkingen:

Een reactie posten