29 november 2010
It Came from the West (2007)



25 november 2010
Dazed and Confused (1993)

Het is de laatste schooldag, de zomer staat voor de deur, de vogeltjes fluiten en laatstejaars ontgroenen de nieuwelingen door ze te vernederen of een ravage aan te richten op hun achterwerk. Vanuit dit gegeven introduceert Linklater een tiental personages, en daar houdt het ongeveer op. Net als in veel van zijn andere films (waaronder het populaire Before Sunrise en Before Sunset) verloopt Dazed and Confused zonder een duidelijk plot te introduceren. Van een traditioneel narratief is

Een greep uit de personages: Randall 'Pink' Floyd (Jason London), de populaire atleet wiens nieuwe stoner-vriendenclubje voor problemen zorgt. Mitch, de eerstejaars die Randall als mentor leert kennen. Mike (Adam Goldberg) en Tony (Anthony Rapp), twee geeks die voor een keer ook eens gaan fuiven. Fred O'Bannion (Ben Affleck), die zijn laatste jaar opnieuw doet en nu opnieuw de eikel mag uithangen. Slater (Rory Cochrane), de ultieme stoner die altijd high rondloopt en zich vragen stelt over aliens en of George Washington zelf geen pothead was. En dan is er nog Wooderson (Matthew McConaughey), die jaren

Tussen al de banale gebeurtenissen door vinden een groot deel van deze personages levensbepalende momenten van helderheid, dewelke met een ongezien krachtige subtiliteit neergezet worden. Aangezien dit in feite een tienerkomedie is verwacht je zo'n ingetogen aanpak niet: wanneer een personage zich plots realiseert wat hij met zijn leven gaat doen verwacht je vuurwerk, overacting en een muzikaal orgasme, maar in Dazed and Confused wordt zo'n moment meegegeven met één enkele blik. Dat is een ode aan de acteurs (deze film heeft bijzonder veel huidige sterren voortgebracht), en door die intieme aanpak ervaar je Dazed and Confused veel sterker dan menig ander coming-of-age verhaal. En dat zit dan ook nog eens verpakt in een bijzonder authentieke en sfeervolle film. Bekijk bijvoorbeeld onderstaande scène eens.
De manier waarop McConaughey als een koning binnenloopt, die fenomenale muziek (naast Dylan staat de soundtrack vol met meesterwerken van ondermeer Alice Cooper, Aerosmith, Black Sabbath, Foghat, Lynyrd Skynyrd, Deep Purple, Kiss, etc. etc.) en dan is er nog die prachtige aankleding van set én kostumering. Het zorgt ervoor dat Dazed and Confused een complete film is: je leeft mee, geniet van elke seconde en kan eigenlijk niet wachten om de avond met deze personages nog eens opnieuw te ondergaan. Een meesterwerk.

12 november 2010
Sint (2010)

Begrijp me niet verkeerd: Sint is an sich een adequate horrorfilm, daar kan je weinig over zeggen, maar er schuilt zo belachelijk weinig plezier in. Bij een Sinterklaashorrorfilm wil ik droge oneliners, stevige suspense en vettig plezier. Wat ik niet wil is een zoveelste archetype van een slasherhorror à la Halloween, Friday the 13th of Scream. Want helaas, helaas, driewerf helaas: meer is deze Sint echt niet. Het hele verhaal rond de kwaadaardige Sinterklaas wordt compleet serieus gebracht, en de pogingen tot humor (die zelden echt goed uit de verf komen) staan steeds los van het figuur, maar teren op het feest errond. Grappen als "ik

Voorbeelden zat daarvoor: Sinterklaas zelf vermoordt ruw geschat twee personen, de rest wordt allemaal gedaan door zijn "zwarte pieten". Tussen aanhalingstekens, want van echte zwarte pieten valt hier niet meer te spreken. Geen zwartgeschminkte blanke mannen met zwarte krullen en gekleurde pakjes. Deze zwarte pieten zijn niets anders dan Tolkien's Uruk-hai: vuil, grauw, bedekt met klassieke bepantsering en wapens en een flink misvormd smoelwerk. Natuurlijk, daar is een reden voor gegeven aan het begin van de film, maar dat maakt allemaal niet uit: dit zijn geen zwarte pieten. Maar goed, een film waar een troep

En ja, dat is een film beoordelen op iets wat het niet is, maar in dit geval is het een film beoordelen op wat het had moeten zijn. Sint is een horrorfilm waar Sinterklaas in geplakt werd, en geen film die rond Sinterklaas werd gemaakt. De enige motivatie kan dan ook niets anders dan de financiële kant van de controverse zijn, want er zit duidelijk geen liefde in deze prent. Het is een routineklus, en zo voelt de film dan ook aan: Si


6 november 2010
Mega Piranha (2010)

Paul Logan die een stroom aan piranha's bicycle-kickt, alsof hij Mortal Kombat's Liu Kang zelf is. Filmscène van het jaar, makkelijk. En het blijft niet alleen bij dit moment: vanaf het 40-minuten-punt is Mega Piranha een memorabele B-film met heel veel belachelijk coole scènes. Maar goed, ik loop te hard van stapel: Mega Piranha is eigenlijk een Asylum-mockbuster van het eerder dit jaar uitgekomen Piranha 3D, maar omdat de release van die film vertraagd werd was Mega Piranha eigenlijk te vroeg om effectief van die naam te kunnen profiteren. De film gaat duidelijk verder op het succes van Mega Shark vs. Giant Octopus, tot op vandaag makkelijk de populairste Asylum-film: 'Mega' in de titel, een vergeten kindster in de hoofdrol (ditmaal zangeres Tiffany) en zelfs één specifiek shot van een militaire basis dat uit de film gerecycleerd werd. Het lukt The Asylum tegenwoordig zowaar om te parasiteren op het succes van hun eigen films: prachtig. Nu, aangezien dit een monsterfilm is zijn er ruw geschetst twee grote plotmogelijkheden: omdat het ontdooien van een eeuwenoud monster al in Mega Shark vs. Giant Octopus gebruikt werd is het deze keer de beurt aan een gekke wetenschapper die gevaarlijke beestjes nog net een tikkeltje gevaarlijker weet te maken. Deze keer: piranha's. En hoe maak je mensetende vissen nog gevaarlijker? Je geeft ze twee harten, maakt ze hermafrodiet zodat ze aseksueel kunnen voortplanten en zorgt ervoor dat ze iedere 36 uur verdubbelen in grootte. Totaal ongerelateerd: de piranha's zijn ook onverslaanbaar voor wapenrij als pakweg gigantische kanonnen of zelfs een fucking kernbom! SCIENCE!... denk ik toch.
Maar het allertofste is wanneer de piranha's eenmaal een meter of tien hoog zijn. Je hebt dan die geweldig verzonnen wezens, maar er zitten geen mensen niemand in het water. Wat dan gedaan? Wel, de mega piranha's hebben zo hun eigen technieken om toch een hoop slachtoffers te te terroriseren. De meest gebruikte is om gewoon uit het water te springen en face-first op eens mens te vallen, waardoor de piranha na zijn maaltijd - het blijven nu eenmaal vissen - hulpeloos op de grond blijft liggen spartelen. De enige manier om dit probleem op te lossen is door de film te kruisen met Sharktopus, dus moest één van de volgende Asylum-monsterfilms Piranhapus noemen - en laten we eerlijk zijn: die kans is vrij reëel - I called it. De andere populaire aanvalsstrategie die toegepast wordt is zowaar nog effectiever: spring uit een rivier, duik met alle kracht een gebouw in, veroorzaak daardoor een explosie en blijf vervolgens de rest van je leven uit datzelfde gebouw bengelen. Mega Piranha doet zowaar aan Birdemic denken, petje af daarvoor. Het valt ook op dat bepaalde, inmiddels befaamd hilarische scènes hun weg in deze film vonden. Zo is er overeenkomst met Birdemic, maar ook de legendarische confrontatie tussen Samuel L. Jackson en een haai in Deep Blue Sea zit op quasi identieke manier in de film (verander 'haai' in 'piranha' en 'Samuel L. Jackson' in 'willekeurig personage'). Maar het absolute hoogtepunt - geen twijfel - is wanneer je plots een flard van Deadly Prey, tevens nog altijd de coolste actiefilm ooit, ziet voorbijkomen.
Toeval of toch wonderbaarlijk gesynchroniseerde idiotie? Het maakt me niet uit, maar alleen al hierom zou ik filmmaker Eric Forsberg wel kunnen kussen. Goed, tussen de gigantische vliegende piranha's door zien we nog wat amusante scènes. Piranha's die een onderzeeër bijten tot hij ontploft, een vliegdekschip dat gekelderd wordt door dezelfde monsters of zelfs een variant op de alvast legendarische scène in verband met een zekere Mega Shark en een vliegtuig.
Maar het allertofste is wanneer de piranha's eenmaal een meter of tien hoog zijn. Je hebt dan die geweldig verzonnen wezens, maar er zitten geen mensen niemand in het water. Wat dan gedaan? Wel, de mega piranha's hebben zo hun eigen technieken om toch een hoop slachtoffers te te terroriseren. De meest gebruikte is om gewoon uit het water te springen en face-first op eens mens te vallen, waardoor de piranha na zijn maaltijd - het blijven nu eenmaal vissen - hulpeloos op de grond blijft liggen spartelen. De enige manier om dit probleem op te lossen is door de film te kruisen met Sharktopus, dus moest één van de volgende Asylum-monsterfilms Piranhapus noemen - en laten we eerlijk zijn: die kans is vrij reëel - I called it. De andere populaire aanvalsstrategie die toegepast wordt is zowaar nog effectiever: spring uit een rivier, duik met alle kracht een gebouw in, veroorzaak daardoor een explosie en blijf vervolgens de rest van je leven uit datzelfde gebouw bengelen. Mega Piranha doet zowaar aan Birdemic denken, petje af daarvoor. Het valt ook op dat bepaalde, inmiddels befaamd hilarische scènes hun weg in deze film vonden. Zo is er overeenkomst met Birdemic, maar ook de legendarische confrontatie tussen Samuel L. Jackson en een haai in Deep Blue Sea zit op quasi identieke manier in de film (verander 'haai' in 'piranha' en 'Samuel L. Jackson' in 'willekeurig personage'). Maar het absolute hoogtepunt - geen twijfel - is wanneer je plots een flard van Deadly Prey, tevens nog altijd de coolste actiefilm ooit, ziet voorbijkomen.
Toeval of toch wonderbaarlijk gesynchroniseerde idiotie? Het maakt me niet uit, maar alleen al hierom zou ik filmmaker Eric Forsberg wel kunnen kussen. Goed, tussen de gigantische vliegende piranha's door zien we nog wat amusante scènes. Piranha's die een onderzeeër bijten tot hij ontploft, een vliegdekschip dat gekelderd wordt door dezelfde monsters of zelfs een variant op de alvast legendarische scène in verband met een zekere Mega Shark en een vliegtuig.
U ziet: qua memorabele scènes zit het allemaal wel snor. Maar dé grote moeilijkheid van deze film is het slot: hoe maak je een einde aan honderden gigantische piranha's die zich aseksueel voortplanten en zo'n beetje onsterfelijk zijn (getuige de kernwapens)? Wel, de schrijvers wisten het ook niet precies: de helden weten één piranha te verwonden, waarna de rest van de vissen hem oppeuzelt. Einde. Er wordt een beetje geïmpliceerd dat de piranha's zich hierdoor tegen elkaar zullen keren en elkaar stuk voor stuk zullen opvreten, maar in zo'n gevecht zal er altijd één "last man standing" zijn, die zich dan weer kan beginnen vermenigvuldigen. De enige manier waarop dit einde steek houdt - en dit is toch wel een geweldig gegeven - is wanneer je de logica achter de Mega Shark vs. Giant Octopus finale gaat doortrekken om er van uit te gaan dat in het allerlaatste duel de twee piranha's plots allebei tegelijk zullen sterven. Consequent zijn ze wel, die Asylum-jongens.

Abonneren op:
Posts (Atom)