24 april 2011
Source Code (2011)
Duncan Jones maakte op een budget van 5 miljoen zijn magistraal debuut Moon. Gejuich in de straten en een mijlpaal in de moderne science-fiction geschiedenis (die helaas niet al te rijk is). Twee jaar later krijgt meneer Jones 30 miljoen tot zijn beschikking, en weer creëert hij een sci-fi pareltje dat veel mensen zal verrassen, al kon er nog wat aan bijgeschaafd worden. We zitten dus nog niet op het punt waar ik Duncan's kindjes wil, maar hij is alleszins wel al goed bezig.Inception. Hah, ik was eerst. Er zal de komende jaren geen omkomen aan zijn: slimme science fiction zal altijd vergeleken worden met Nolans film. In het geval van Source Code niet helemaal onterecht: ook hier wordt een verhaal van misdaad verteld in een nogal vreemde structuur. Waar Inception steeds maar weer een stapje naar beneden deed zet Source Code steeds weer een stapje terug. In feite valt de film makkelijk samen te vatten als een combinatie van Twelve Monkeys en Groundhog Day. Een trein wordt opgeblazen en door wat magisch wetenschappelijk gebrabbel kan agent Jake Gyllenhaal de laatste acht minuten van een persoon op de trein herleven. Vervolgens beleeft hij die acht minuten steeds weer opnieuw om achter het wie, wat en hoe van de ontploffing te komen.
Dat klinkt behoorlijk briljant, en dat is het ook; Source Code schiet op het vlak van interessant narratief even raak als Inception dat deed. Het is een verfrissende vertelstijl die veel mogelijkheden biedt, en die worden ook nog eens goed benut ook. Een pluim in de hoed van zowel Duncan Jones als schrijver Ben Ripley, die we verder kennen van - verschiet u niet - Species III en Species: The Awakening. Niet te hard beginnen lachen: ik garandeer u dat het scenario van Source Code zeer goed ineen steekt en dat we niets van zijn Species-verleden vinden binnen deze film. De whodunnit die op 8 minuten informatie gebaseerd wordt is zeer interessant om volgen en voelt door zijn compactheid een beetje aan als een lange aflevering van The Twilight Zone.
De film is met net iets meer dan negentig minuten eigenlijk een beetje té compact. In die minimale tijdsduur wordt het hoofdpersonage namelijk ook nog uitgediept en wordt de technologie van de Source Code uitgelegd. Op zich past het allemaal, maar soms lijkt het net een beetje té beperkt. Wanneer er bijvoorbeeld een sequens plaatsvindt waar Gyllenhaal meerdere tripjes naar de bewuste acht minuten neemt zonder dat we daar één frame van zien, krijg je te duidelijk het gevoel dat het de overgang tussen twee aktes is. Het is een oplossing om de spanning op te bouwen en de deadline te voelen naderen, maar wel op een manier die maar weinig voldoening schenkt. De film had op dat vlak misschien wel een tiental minuutjes meer mogen gebruiken, al blijft het tempo op deze manier natuurlijk wel zeer hoog.
Die tien minuten die de film mist zit er dan ook nog eens teveel in aan het einde, wat de meest frustrerende epiloog moet zijn sinds Kingdom of the Crystal Skull ofzo. Wanneer de film een perfect genietbaar slot bereikt heeft en je gelukzalig in je stoel achteruitleunt komt de film met nog een scène. En nog een. En nog een. Het is als bij Return of the King, waar de film niet door lijkt te hebben dat het met elke extra scène weer idioter wordt en het publiek al lang klaar was om naar huis te gaan. Enkele subtiliteiten worden nog eens een keer duidelijk uitgelegd en de hele film wordt in een ander licht geplaatst, enkel en alleen om met een happy ending te kunnen afsluiten. Nu is het wel een verdienste dat dit niet heel idioot overkomt: de manier waarop het verhaal aangepast wordt past wel degelijk en het voelt niet aan als een artificiële Shyamalan-twist die pas aan het einde wordt ingebouwd. Maar het is gewoon compleet en volledig nergens voor nodig: de hele structuur van de film wordt aangepast, enkel en alleen om een "en ze leefden nog lang en gelukkig" moment te kunnen toevoegen. Enerverend, op z'n minst.
Het jammerlijk is vooral dat juist bij Source Code gebeurt. Wanneer een middelmatige film als The Book of Eli verprutst wordt door het einde is dat jammer, maar niet meteen rampzalig. Source Code is tot aan zijn laatste akte een fenomenaal stukje fictie waar ik maar heel weinig negatiefs over kan zeggen. En het is nu niet dat het einde zo afschuwelijk slecht is hoor. Het is geen Star Wars III. Het is geen War of the Worlds. Het is geen Planet of the Apes remake. Het zorgt gewoon voor een zure nasmaak die nu eens helemaal nergens voor nodig was.
En die zure ondertoon zal vast ook wel doorheen de recensie overheersen, maar laat me heel duidelijk zijn: Source Code is meer dan de moeite waard en een magistrale film. Duncan Jones brengt het hele verhaal nagenoeg perfect in beeld - nochtans niet simpel met zo'n opzet - en gooit er nog de nodige flair in (dat freezeframe!). Je zou verwachten dat diezelfde acht minuten op den duur zouden vervelen, maar dat valt enorm goed mee; knap van Duncan Jones. Jake Gyllenhaal is fenomenaal in de hoofdrol (Prince of Persia is alweer vergeten) en is voor een groot deel verantwoordelijk voor de beleving (die triestheid in zijn ogen vlak voor hij weer eens sterft), Vera Farmiga en Michelle Monaghan zijn allebei simpelweg perfect gecast en grote actrices, al hoeft Monaghan nooit echt buiten haar comfort zone te gaan.
Weet je, misschien dat het einde wel meevalt wanneer je de hele film met de juiste ingesteldheid kijkt en over voldoende voorkennis beschikt. Ik hoop het, zodat ik er de tweede keer nog meer van kan genieten, want op die laatste tien minuten na kan Source Code zich echt wel meten met Duncan Jones' eerste. Liefhebbers van Moon kunnen deze film zonder aarzeling gaan kijken en zullen grotendeels niet teleurgesteld worden door deze slimme, meeslepende science-fiction thriller. Misschien komt er wel een ultimate cut waar de laatste tien minuten van de film ontbreken, is er toevallig al iemand een petitie gestart?
Regisseur:
Duncan Jones
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten