11 april 2011

Phantasm (1979)

De Phantasm reeks is een het vergeten broertje van de grote horror-series die aan het einde van de 70's en begin 80's kwamen opzetten. Halloween, Evil Dead, Friday the Thirteenth, Nightmare on Elm Street, Poltergeist, The Omen, ... ze werden allemaal grote, succesvolle franchisen die hun weg naar het grote publiek vonden. Phantasm is echter nogal in de obscuriteit verloren gegaan; bijzonder jammer, want deze hoogst originele horrorfilms kunnen de concurrentie met de eerdergenoemde reeksen met gemak aan.

De film onderscheidt zich vooral door een erg dromerig gevoel te creëren. Nog veel sterker dan andere horrorfilms vindt Phantasm plaats in zijn eigen realiteit, waar alles mogelijk is. Waarom Don Coscarelli daar precies in slaagt is niet geheel duidelijk, al heeft het misschien wel te maken met het feit dat de originele cut van Phantasm drie uur lang was, waarna de regisseur de prent zelf tot 80 minuten verknipte. Bijgevolg zijn er heel wat overgangen en waarschijnlijk ook wel enige uitleg verdwenen, en dat doet de film goed. Wanneer Michael Myers weer eens uit de juiste deur komt vallen moet je daar niet te hard bij nadenken, want uiteindelijk valt er in de gemiddelde horrorfilm niet veel logica te vinden. Maar hier aanvaard je dat gewoon en ga je mee op in de wereld die bol staat van het surrealisme. Wat is nu precies echt en wat niet? Het maakt niet uit, gezien alles verweven wordt in een geheel waar alles steek lijkt te houden, of dat nu het geval is of niet. Het is een gegeven waar de Nightmare on Elm Street serie ook regelmatig mee speelt, maar het wordt hier veel subtieler uitgevoerd.

Die wereld wordt bevolkt met sympathieke personages en een intimiderend kwaad. De spilfiguur is de Tall Man, een ruim twee meter grote lijkschouwer waar we nooit echt vat op krijgen. Hij is lichtjes kalend, enorm sterk en woont in zijn mausoleum, maar verder weten we nauwelijks iets over hem. Hij is een perfecte schurk, die een zeer sterk mysterieus aura rond zich heeft hangen. Zijn motivaties zijn nooit echt duidelijk, waardoor hij een alomtegenwoordig kwaad wordt. Hij bestuurt de protagonisten hun angsten, maar waarom weten we niet. Zijn presence is angstaanjagend zonder dat op een te duidelijke manier te doen: Leatherface loopt met een kettingzaag rond en Freddy heeft vlijmscherpe klauwen en ziet er degoutant uit. De Tall Man heeft zo geen duidelijke bron van dreiging, maar slaagt er toch in om onder je huid te kruipen. De Tall Man blijft op elk moment in de film een vage slechterik waar je rekening mee moet houden en die duidelijk niet in onze wetten van de logica genesteld is. En dat is verfrissend, want het geeft de hele film een bepaalde spanning: hij kan elk moment opduiken. En wanneer hij dan plots door het venster springt denken we daar niet te ver over na. Het is een heel opmerkelijke spanning die Coscarelli creëert; het valt niet te vergelijken met andere horrorfilms, en eerlijk gezegd kan ik niet precies aanduiden hoe hij dat voor mekaar gekregen heeft.

De Tall Man heeft een leger aan jawa's (die ventjes met bruine jassen uit Star Wars) tot zijn beschikking. Dit zijn lijken die hij gestolen heeft en tot zijn slaven heeft gemaakt in een andere dimensie. Ofzoiets, want uiteraard krijgen we geen echte uitleg hierover. In het mausoleum vliegt er dan ook nog eens een metalen bal rond die zich in het voorhoofd van slachtoffers dringt en de prooi volledig leegzuigt. Als een of andere bewakingsmechanisme, gok ik. Het zijn zaken die je maar voor waar moet nemen; dit is een horrorfilm, dit is de schurk en dit doet hij. En dat werkt door die dromerige sfeer die er doorheen de film zit. Als jij in een nachtmerrie achtervolgd wordt door kleine bruine ventjes zal je daar ook bang van zijn, zonder dat je weet waarom. Phantasm heeft datzelfde effect, en kent daardoor een hele hoop behoorlijk creepy scènes.

Want uiteindelijk is het een achtbaanrit vol schrikmomenten en een bijna constante spanning. De meeste films die ik in de eerste paragraaf opsomde zijn degelijke horrorfilms, waar vooral opgebouwd wordt naar schrikmomenten. Die schrikmomenten zijn waar de films volledig op steunen: de films gaan in feite nergens over en bouwen enkel en alleen op naar de enkele verrassingen, maar verder zijn ze volkomen leeg. Phantasm voelt echter veel meer aan als een geheel waar je toevallig ook wel eens van zal verschieten, en dat is véél interessanter om naar te kijken. Dat heeft ook wel te maken met de rollen die de "slachtoffers" invullen: Michael Baldwin is een goede kindacteur die niet vervalt in constant zeuren en Reggie Bannister is een charismatische ijscoman, al werd zijn rol in de tweede film nog veel groter. En Angus Scrimm als de Tall Man is een horroricoon dat geplaatst mag worden naast de grote slashervillains.

Phantasm is een unieke horrorfilm. De meeste grote horrorfilms volgden de Halloween-blauwdruk ewaarin de belangrijke rollen inwisselbaar waren; of je nu Jason Voorhees of Michael Myers in je film hebt zitten maakt uiteindelijk maar weinig verschil. Phantasm is echter iets dat je écht nog nooit gezien hebt op deze manier, en alleen al om die reden zou iedereen die dit genre een warm hart toedraagt deze film moeten zien. Maar ook buiten die originaliteit om - of misschien eerder met behulp van - durf ik Phantasm tussen de vijf beste horrorfilms aller tijden te plaatsen. Het is spannend, het is memorabel, je verschiet er al eens van... alles wat een film van dit kaliber moet hebben. Een bescheiden meesterwerkje.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten