14 januari 2014

The Hobbit 2: The Desolation of Smaug

Pfoe, ja, bloggen. Lang geleden dit. Maar ik heb examens, wat betekent dat ik druk bezig ben met het doen van dingen die niets met examens te maken hebben. En wanneer een film mij dan zo gigantisch tegen de borst stuit als dit, herinner ik me plots dat ik nog ergens een publieke blog heb staan. Geen idee of het er vaker van gaat komen, al merk ik aan mijn eigen schrijven dat dat misschien geen slecht idee zou zijn. Het had allemaal ongetwijfeld wat compacter en helderder gestructureerd kunnen worden, maar hey: bij deze films is dat natuurlijk ook wel weer een beetje toepasselijk.

The Hobbit: An Unexpected Journey was voor mij een flinke meevaller. Een goede film is dat natuurlijk niet: er is nauwelijks sprake van enige karakterontwikkeling, het plot en de algemene motivaties zijn wel héél makkelijk, je kan er makkelijk twee uur uitknippen zonder dat er ook maar iets verandert op eender welk narratief niveau, ... Maar los van al die kritiek, los van alle mogelijke problemen, vond ik die film wel nog redelijk leuk. Voornamelijk door Jacksons talent en Freemans charisma, waren dat drie uur die nog redelijk aangenaam waren om naar te kijken. Compleet vergeetbaar, een film die tegen quasi al mijn cinematische principes indruist, maar toch: leuk. En daar kom je ook al héél ver mee. ‘Guilty Pleasure’ is net een brug te ver, maar het komt in de buurt. Gegrond in de realiteit als ik ben, lagen daar dan ook mijn verwachtingen voor The Desolation of Smaug. Ik ben niet zo naïef om me plots te verheugen op interessante personages of meeslepende dramatiek, maar een verhaal dat drie uur leuk blijft... dat moet toch te doen zijn?

En het jammerlijke feit is dat The Desolation of Smaug daar niet in slaagt. Verrassend genoeg bedoel ik daarmee niet dat die drie uur niet leuk waren, maar wel dat deze film gewoon geen verhaal vertelt.

We weten in 2014 heel goed hoe verhalen werken. We snappen alles van het belang van personages, empathie, thema, pathos, tempo, en ga zo nog maar even verder. En ja, de eerste Hobbit zondigde flink tegen een aantal van die zaken, maar de meest algemene basisstructuur van een verhaal stond er tenminste. Die essentiële, oh zo simpele basisstructuur valt makkelijk te definiëren: je moet gewoon aan eender wie vragen om het concept "verhaal" op een zo banaal mogelijke manier te omschrijven. Je krijgt dan iets als "Emmmmm, er is een begin, het hoofdpersonage moet iets doen, dat lukt (of dat lukt niet), en dan eindigt het." Banaler dan banaal, maar in principe is dat de essentie van het hele concept ‘verhalen’. We kunnen daar nog zo ver op uitbreiden als we willen, en er zulke intelligente theorieën tegenaan gooien als we maar toe in staat zijn, maar uiteindelijk blijft het altijd zo simpel. Begin, midden, einde. En Hobbit 2 heeft die drie elementen, langs welke kant je het ook bekijkt, niet. The Desolation of Smaug heeft namelijk simpelweg geen einde, en daaruit volgt dus dat het dus ook geen verhaal heeft. En in al mijn jaren als filmliefhebber ben ik dat volgens mij nog nooit tegengekomen.

Om het zogenaamde ‘einde’ even op te frissen: in de film zien we hoe Bilbo en zijn dwergvriendjes de confrontatie met draak Smaug aangaan. Heel erg vlot loopt het allemaal niet voor Bilbo en zn bende. Na een ietwat vermoeiende actiescène van een goede drie kwartier proberen ze Smaug te doden door hem te bedelven onder vloeibaar goud. Ze slagen hierin, maar Smaug overleeft het grapje en kan er niet mee lachen, waarop hij beslist om naar een nabijgelegen stadje te vliegen en de mensen daar op te peuzelen. Dat was niet de bedoeling. “What have we done?”, vraagt Bilbo. Ennnnnn knip naar een zwart scherm. Ik begrijp het niet helemaal. Een meisje in de zaal jammert “Oh neen he”. Maar toch: dat was em blijkbaar. Boem klets gedaan, iedereen mag naar huis.

Heel concreet samengevat: er is geen enkele evolutie in eender welk karakter, er is niet één subplot dat opgelost wordt en het hoofdverhaal bevindt zich niet eens op een rustpunt. Eigenlijk stopt The Desolation of Smaug een tiental minuten voor traditioneel de finale ingezet zou worden: de helden hebben gefaald, alles zit tegen, maar dan herpakken ze zich, gaan ze vol zelfvertrouwen de strijd aan en redden ze uiteindelijk toch de dag en is iedereen blij en tevreden. Maar dat is ongetwijfeld allemaal voer voor volgend jaar (ik heb het boek nooit gelezen hoor). Wat wij krijgen is de hele opbouw naar een gevecht, wat de helden verliezen. Maar is dit echt het einde van Bilbo en zijn vrienden? Om dat te weten moet je volgende keer opnieuw kijken! Dat is niet hoe films werken, dat is hoe Dragonball Z werkt.

De verdediging waar de Tolkien-fans dan collectief op springen is dat het "in het boek zo is". Dat is ongetwijfeld uit gewoonte, omdat ze dat al tien jaar doen bij het minste kritiekpunt dat op eender welke Tolkien-adaptatie gegeven wordt, maar laat dat even rustig inzinken. Men heeft om God weet wat voor reden beslist om een flinterdun verhaaltje uit te smeren over maarliefst negen uur film, maar dat mag je dus niet als kritiekpunt gebruiken, want het verhaal was niet geschikt om uit te smeren over maarliefst negen uur film. Pure waanzin.


Die manier van werken wordt door een bepaalde groep mensen enigszins, vaak onbewust, toegejuicht. Dit zijn de Tolkien-diehards, een grote groep gigantische nerds (die term gebruik ik zo liefhebbend als menselijk mogelijk is), die gewoon altijd meer willen. Meer zinloze actiescènes, meer ronddraaiende omgevingsshots, meer geforceerde referenties naar Lord of the Rings. Meer, meer, meer. Ze houden oprecht, met elke vezel van hun lichaam, van dit universum, en hebben in die complete adoratie dan ook alles dat ook maar een beetje lijkt op een kritische blik opgegeven. Fouten die ze er in andere films zo uitpikken worden in de Tolkien-franchise niet zozeer geaccepteerd, maar gewoon niet opgemerkt. Ze verdwijnen volledig in het moment, en de afstandelijke analyserende houding die bij de meeste mensen altijd wel tot op een bepaalde hoogte aanwezig blijft, ontbreekt volledig. Zolang dat met enig bewustzijn gedaan wordt is daar niets mis mee (en veel van de fans die ik gesproken heb zijn zich daar gelukkig ook wel bewust van): ik ben de laatste persoon die zal zeggen dat je films kritisch moet bekijken om ze slechter te vinden. Zolang het geen kwestie van onkunde (“gewoon je hersenen uitzetten”) is, en zolang je niet beweert dat die fouten gewoon niet bestaan, kunnen we perfect vriendjes blijven.

The Desolation of Smaug is de eerste keer dat er actief misbruik wordt gemaakt van die gigantische hoeveelheid goodwill. Enkele hoge piefen bij Warner Bros of MGM of weet ik veel wie hebben die gebrekkige kritische houding bij de gigantische fanbase namelijk ook opgemerkt, en zijn daar nu dus handig op beginnen inspelen. En dat brengt ons terug bij het Heilige zinnetje van de Tolkien-verdediging: “In het boek is het ook zo”. De principes van de gemiddelde diehard Tolkien-fan zijn heel simpel: alles, maar dan ook alles, dat uit die teksten wordt overgenomen wordt blindelings geaccepteerd, en zelfs gebruikt om kritiek weg te blazen. “De adelaars zijn geen plothole want in het boek wordt uitgelegd dat...”, “ja dat subplot wordt iets te zwak opgebouwd, maar het wordt sterker als je weet dat in het boek ook nog...”. De enige écht negatieve woorden die je uit de mond van een Tolkien-fan zal horen, zijn elementen die ontbreken, of aangepast zijn. “De rol van Evangeline Lilly een beetje plat? Ja, die zat ook niet in de boeken, ik snap ook niet helemaal waarom ze dat zo gedaan hebben.” Als je op veilig wil spelen, verfilm je gewoon de boeken. Daar komen enkele duidelijke minpunten bij kijken, maar als je die problemen erbij neemt zit je sowieso veilig voor een groot deel van de doelgroep.

Daarmee wordt natuurlijk heel het principe van een adaptatie ontkracht. Zoals ik vroeger op deze blog tientallen keren geschreven heb: een boek en een film zijn twee compleet verschillende media, met compleet verschillende regels en compleet verschillende effecten op het publiek. Er zijn honderden aanpassingen gemaakt bij de verfilming van The Lord of the Rings, maar niemand die daarover klaagt omdat zelfs de meest hardcore Ring-fan zelf voelt dat het op die manier gewoon veel beter werkt. Maar zulke aanpassingen kosten tijd, geld, en brengen natuurlijk vooral ook altijd bepaalde risico’s met zich mee. Je hebt immers nooit de garantie dat die aanpassingen ook effectief voor iedereen werken. Dus waarom zou je jezelf die problemen op de hals halen, als blijkt dat je ze in de Tolkien-franchise (als één van de weinige in de geschiedenis van popcultuur) net zo makkelijk uit de weg kan gaan?

Samengevat zit deze franchise dus in een unieke situatie. Als je de boeken blindelings gaat verfilmen krijg je logischerwijs te maken met allerlei narratieve problemen die je film geen goed doen. Die problemen kan je relatief makkelijk oplossen, maar dat kost extra investeringen van tijd, geld en moeite. Dat is de realiteit voor elke adaptatie van één medium naar een ander. Maar De Hobbit heeft een achterpoortje. Zolang je alle problemen gewoon rechtstreeks uit het bronmateriaal overhevelt, en de originele tekst gewoon volledig intact laat, zullen al die problemen op magische wijze verdwijnen. Niet omdat het publiek bewust die keuze maakt, maar door de passieve associaties die ze maken wordt elke plooi perfect gladgestreken. Plots heb jij als filmmaker helemaal geen verantwoordelijkheid meer voor wat er op het scherm gebeurt, nu ligt de verantwoordelijkheid bij de bron die je gekopieerd hebt. En die bron is Heilig.

Door het einde van The Desolation of smaug zomaar af te kappen, zonder één minuut dat ook maar een beetje lijkt op afronding, sturen de makers ons één heel duidelijk signaal: “We weten toch dat jullie hier volgend jaar allemaal opnieuw zitten, dus het maakt op dit moment eigenlijk niet uit waar we stoppen”. En in die nonchalance, in dat complete onbegrip naar verhaalvertelling toe, ligt één van de meest cynische motivaties die ooit aan de oorsprong van een film heeft gelegen. En door de manier waarop dat cynisme door toeschouwers geaccepteerd wordt, spreken we nu misschien wel over één van de grootste overwinningen die kapitalisme ooit over kunst heeft gehaald.

Want verbeter me als ik fout zit, maar keken we vroeger niet juist naar films omdat we verhalen wilden zien? Om eens goed te kunnen janken bij The Iron Giant? Om aanmoedigende kreten naar het scherm te roepen bij The Truman Show? Om gewoon warm en knus ineen te duiken na It’s A Wonderful Life? Of om juist eens flink na te denken wat nu eigenlijk de bedoeling was van There Will Be Blood? Of om zelfs in het algemeen over je eigen leven na te denken na The Seventh Seal? Dit zijn het soort reacties dat je enkel krijgt omdat mensen een verhaal hebben gezien, met een einde dat het punt van de film onderstreept (en vooral: afrondt). Zonder een einde is niet één van deze reacties écht mogelijk. Natuurlijk, volgend jaar wordt die reactie je op een zilveren schoteltje aangeboden, maar op dit moment is dat niet van belang. Want film is een ervaring van het moment: The Desolation of Smaug is dan misschien wel één onderdeel van een groter verhaal, dat klopt. Maar als toeschouwer zit je geen volledig jaar in dat verhaal, je zit er slechts drie uur. En tijdens die drie uur zit je door de overlapping weliswaar deels in het verhaal van The Hobbit, maar eigenlijk zit je gewoon volledig in het verhaal van The Desolation of Smaug. Dus door niet naar op zn minst een tijdelijk einde toe te werken, verdwijnt de totaalervaring van het moment finaal. Die grote belevenis blijft uit, omdat er een andere grote belevenis aankomt die je volgend jaar te zien krijgt... Maar kijken we niet naar films omdat we verhalen willen zien?

En, verbeter me als ik nogmaals fout zit, maar maakte men vroeger niet ook juist films omdat men verhalen wou vertellen? De motivatie van een filmmaker moet toch altijd in deze reactie van het publiek te vinden zijn? Misschien wil je die mensen hun levensbeeld overhoop gooien, misschien wil je ze compleet nieuwe en revolutionaire inzichten aanreiken, of misschien wil je ze gewoon hun dagelijkse leven even laten vergeten en ze meenemen in een romantische bui of een stevige schaterlach. Ook bij dat alles is het einde wederom van essentieel belang: het beslist wat mensen onthouden, hoe ze de volledige film zien, en vooral ook op welke manier ze de zaal verlaten.


Al die uiterste vormen van beleving, waar elke consument én producent van film naar streeft, wordt onmogelijk gemaakt door het publiek van dit tweede deel een einde te ontnemen. We zitten middenin de actie wanneer we naar buiten worden gestuurd. Er is geen mogelijkheid tot decompressie, er is geen mogelijkheid tot appreciatie, er is geen mogelijkheid tot interpretatie. De vloer valt onder je voeten uit, er wordt een zak over je hoofd getrokken en voor je het allemaal goed en wel beseft sta je weer buiten, terwijl je mentaal eigenlijk nog midden in het verhaal zit. Maar, wederom, “Het was zo in het boek, en je moet toch érgens stoppen als je een derde film maakt.” Dat is een pure cognitieve reactie. Een reactie die zelfs enkel mogelijk is omdat op voorhand reeds een trilogie werd aangekondigd. Het is een manier om voor jezelf, als kijker, te plaatsen dat je drie uur naar een verhaal hebt zitten kijken dat van het ene moment op het andere verdwijnt. Maar puur emotioneel, gevoelsmatig, is er geen mens die in die zalige, cinema-definiërende gemoedstoestand van een afgerond verhaal uit The Desolation of Smaug is gestapt. Zelfs de allergrootste Tolkien-fan niet.

Het grootste probleem is dus dat dat gewoon geaccepteerd wordt omdat men op voorhand al zei: “We komen hier volgend jaar wel op terug.” Opzichzelfstaand, zonder achterliggende franchise en aangekondigde sequel, zou zo’n bruusk einde bij geen enkele film geaccepteerd worden. Critici zouden moord en brand schreeuwen, het publiek zou geïrriteerd uit de zalen stormen en op IMDB zou de film finaal afgemaakt worden met een allesvernietigende 6.5 ofzo. Maar omdat er een vervolg komt, accepteren we het.

Maar kijk naar hét voorbeeld bij uitstek: The Empire Strikes Back. Daarin wordt op bijna identieke manier middenin het verhaal gestopt: Luke verliest het rechtstreekse duel met Darth Vader, net zoals Bilbo verliest van Smaug. Het kwaadaardige Empire trekt verder, op weg om de levens van vele onschuldige mensen te verpesten, net als Smaug naar het dorpje keert om de mensen te doden. De sterkste kompaan van Luke, Han Solo, is ingevroren en wordt - ver van de held weg - gevangen gehouden door een andere schurk, net zoals Gandalf die opgesloten zit aan de andere kant van het land. De beats zijn stuk voor stuk identiek. Als we het einde van The Desolation of Smaug dan even op The Empire Strikes Back projecteren, zou Empire dus eigenlijk stoppen op het moment dat Luke van de brug springt. Maar dat is natuurlijk niet zo: de film neemt nog een kleine tien minuten de tijd om uit te bollen. Qua plot of karakter worden er op dat punt geen grote stappen meer gezet, maar het zorgt gewoon dat de intensiteit van de climax even terug getemperd wordt. Alle personages worden klaargezet om verder te gaan, zowel binnen het verhaal als naar de kijker toe, en dàn stopt de film. Zuiver inhoudelijk is er geen verschil met The Desolation of Smaug, maar het verschil qua gevoel, qua beleving, is immens. Doordat Hobbit 2 nog middenin de chaos eindigt, zonder duidelijk te maken wat er verder met deze personages zal gebeuren, is er geen rustpunt binnen de film. Het verhaal kàn hier niet eindigen, zelfs al is het maar tijdelijk, omdat het publiek geen overzicht meer heeft.

Maak de vergelijking maar voor jezelf. Wat gebeurt er vlak na The Empire Strikes Back? Lando en Chewbacca gaan op zoek naar Jabba the Hutt en Boba Fett, waarna ze Luke en Leia zullen ontmoeten op een afgesproken punt zodat ze hun verdere actie kunnen bespreken. Dat is heel concreet wat de film ons vertelt. Wat gebeurt er vlak na The Desolation of Smaug? Ik heb geen flauw idee, want meer dan Bilbo’s “What have we done?” krijgen we niet. Dat lijkt op zich misschien een kleine nuance, maar in de beleving is het verschil tussen “we gaan volgende keer verder” en “we gaan volgende keer verder, en dan doen we dit, dit en dat” gigantisch.

Een bijkomend indicatie voor de aard van het probleem is dat het einde in An Unexpected Journey wél netjes werd uitgevoerd. Na de climax wordt er rustig afgebouwd naar een rustpunt, de link naar de volgende film is duidelijk en er worden zelfs enkele subplots netjes afgerond. De duidelijkste, en emotioneel verreweg de meest vervullende, van die subplots is dat Thorin eindelijk respect heeft voor Bilbo en hem accepteert. Een nette afronding van een karakter-arc die doorheen de film aanwezig was. Zo simpel is het. Het is natuurlijk niet het sterkste einde wat je ooit zal tegenkomen, maar dat zal altijd het lot zijn dit soort adaptaties. Maar het is een einde dat perfect functioneel is als brug naar het volgende deel, maar ook de kijkervaring van het moment niet negeert. En meer dan dat moest dat voor The Desolation of Smaug echt niet zijn.

Het is allemaal dus, heel simpel, gewoon een kwestie van niet willen. Iemand die met een einde als dat van An Unexpected Journey komt begrijpt alle punten die ik in deze blogpost aanhaal. En bijgevolg zijn die mensen zich heel bewust van wat ze doen.


Kijk, ik heb duidelijk al veel te lang niets meer geschreven, dus alles wat ik net gezegd heb was allemaal misschien net wat omslachtiger en minder coherent dan het had moeten zijn. Het zijn bij momenten misschien maar half-samenhangende puntjes, maar uiteindelijk leiden al die draadjes wel naar één conclusie. Dus, laat ik om af te ronden, eens concretiseren.

“Maakte men vroeger niet juist films omdat men verhalen wou vertellen?”, stelde ik net nog ietwat overdramatisch. Wel, neen. Alles wijst erop dat The Desolation of Smaug (en eigenlijk de hele Hobbit-trilogie) niet gemaakt wordt om het verhaal te vertellen: een gigantisch groot deel van de Lord of the Rings fanbase kent dat verhaal immers al lang. Neen, The Hobbit is gewoon een hol excuus dat aangegrepen werd om terug naar Midden Aarde te kunnen gaan. Dat verklaart de schokkende verhaalvertelling, de megalomane proporties van het project en vooral ook het lompe einde. Want hoewel ik er van overtuigd ben dat hier op studio-niveau sprake is van ongegeneerd geldgraaien, geloof ik nooit dat het op productioneel ook zoiets cynisch was. Eerder integendeel: ik geloof juist dat het uit pure passie is. Want in principe: als je het zuiver als middenstuk van een trilogie zou bekijken, en je kan het einde meteen opvolgen met de derde film, dan is dat op zich nog best wel een toffe (en ironisch genoeg waarschijnlijk een zeer sterke) overgang. Dus voor de latere overleving van deze films op DVD en bluray werkt die plotse afkapping waarschijnlijk heel goed. Dat is de basis van de wekelijkse cliffhangers waar televisie al decennia op werkt. Misschien beleef je het ook wel op die manier als je het boek gelezen hebt, daar kan ik me ook iets bij voorstellen. Maar dat doet er allemaal niet toe.

Want het allergrootste, essentiële probleem hier is simpelweg van ethische aard. The Hobbit 2: The Desolation of Smaug is een film die alleen werkt voor een niche. Ik zeg dan wel dat zelfs de allergrootste Tolkien-fan niet het heerlijke gevoel van een afgerond verhaal zal voelen, maar die zal op heel andere manieren wel enorm hard van deze film kunnen genieten. Het is een nichefilm, maar wel een nichefilm die een héél groot publiek nodig heeft om financieel haalbaar te zijn. Dus zit The Desolation of Smaug met twee grote groepen in het publiek: de Tolkien-fans die het om hun geheel eigen redenen geweldig vinden (en het altijd geweldig zullen vinden), en de gewone filmganger die op dit punt al zes uur in dit verhaal heeft geïnvesteerd. Beide groepen zul je, om geheel logische redenen, volgend jaar terugzien voor The Hobbit 3: There And Back Again. En het is vanuit dat gegeven dat iemand beslist heeft dat The Desolation of Smaug geen afronding nodig heeft. We kunnen volgend jaar gewoon de draad terug oppikken. En vanuit die kapitalistische zekerheid heeft men dus kunnen beslissen om mensen de beleving van een afgerond verhaal te ontnemen.

Dat druist volledig in tegen de essentie van cinema, zowel als kunst- als entertainmentvorm. Het is een film die de bouwstenen van verhaalvertelling negeert, en uiteindelijk zelfs heel die constructie simpelweg omverschopt. Dat getuigt van geen enkel respect naar het publiek toe. De betalende filmliefhebber. De persoon voor wie films gemaakt worden, en door wie het mogelijk is dat films gemaakt worden.

En dat datzelfde publiek dat allemaal blindelings lijkt te accepteren, is misschien wel het gevaarlijkste precedent dat ik ooit in het blockbuster-circuit heb gezien. Want film draait nu niet meer om het vertellen van verhalen, en het draait al zeker niet meer om de beleving van de kijker. Het effect van een film op zijn publiek is bijzaak geworden, en dat vinden we blijkbaar oké.

1 januari 2013

De 5 slechtste films van 2012







En dan te bedenken dat er keuze genoeg was om een top 10 te maken!

John Carter grijpt net naast de prijzen. Hou er trouwens rekening mee dat ik The Hobbit nog niet gezien heb.

12 november 2012

The Dark Knight Rises, maar niet heus

Ik weet niet precies waarom, maar er was op voorhand al iets dat ervoor zorgde dat mijn verwachtingen voor deze film niet al te hoog lagen. Misschien komt het door de miserabele marketing-campagne (met al zijn gatlelijke posters en een stuk of vijfhonderd trailers behoorlijk ondermaats voor een film van dit formaat), misschien wel uit de wetenschap dat The Dark Knight onmogelijk overtroffen zou kunnen worden. Want ondanks dat ik Christopher Nolans vorige twee films nog steeds als dé twee beste blockbusters van de voorbije jaren durf noemen, ervoer ik voor deze The Dark Knight Rises (afschuwelijke titel, trouwens) vooral voorzichtigheid. Ik anticipeerde vooral op een mogelijke teleurstelling, en uiteindelijk is het vreemd om te moeten constateren dat ik The Dark Knight Rises niet zozeer teleurstellend vind, maar dat het ik het zelfs in bijna alle aspecten gewoon een slechte film vind.

Het enige aspect van The Dark Knight Rises waar ik mij zonder uitzondering positief over kan uitlaten is de cast (enfin, bijna toch: Marion Cotillard is bij momenten een beetje genant). De inmiddels bekende gezichten zijn weer zeer sterk, en het is vooral tof dat zowel Gary Oldman als Michael Caine ook eens eindelijk wat te doen krijgen... tot Michael Caine plots anderhalf uur uit de film verdwijnt, natuurlijk. Maar ook de nieuwkomers zijn allemaal min of meer foutloos. Vooral Anne Hathaway gaat met de hele film lopen als het unieke personage dat probleemloos binnen Nolan's Batman past, maar ook regelmatig eens een lichtere toon kan introduceren. Voor vele mensen is dat een verrassing; ik ga er van uit dat die gelukkige zielen Tim Burtons Alice in Wonderland niet gezien hebben. En naast haar is Joseph Gordon Levitt dan weer één van de weinige acteur die een klein beetje emotie binnen Nolans films heeft kunnen forceren.

Maar daar houdt het op. Op de sterke cast kan ik alleen maar zeggen hoe saai, zinloos, ongeïnspireerd, plat, emotioneel inert, mechanisch, compleet overbodig, nietszeggend, chaotisch, schizofreen en ronduit zielloos The Dark Knight Rises uiteindelijk geworden is. Ja, dat was voor mij ook even slikken.

Christopher Nolan is een man die altijd rond grote ideeën werkt. Neem bijvoorbeeld Inception: het eigenlijke plot waar ze een idee inplanten is één zaak, maar het eigenlijke simultaan dromen, hoe dat allerhande zaken beïnvloedt, het uiteindelijke verschil tussen realiteit en droom, ... dat is allemaal veel interessanter. Op die manier kan je zeggen dat ideeën altijd belangrijker zijn in Nolans films dan plot of personages. The Prestige gaat niet zozeer over goochelaars, maar wel over obsessie, rivaliteit en "showmanship". Batman Begins gaat niet zozeer over de league of shadows die de watervoorraad vergiftigt, maar eerder over angst en corruptie. The Dark Knight gaat niet zozeer over Batman die de Joker moet vangen, maar vooral over anarchie en escalatie. En zo kan je elke film van Nolan wel afgaan. Want, meer dan dat hij zomaar een verhaalverteller is, is Nolan vooral ook iemand die iets te zeggen heeft. Kijk bijvoorbeeld hoe hij de Bush-regering en diens wanpraktijken in de "strijd tegen terreur" verdedigt in The Dark Knight. Marteling, schending van de grondwet en massale privacyschending worden afgebeeld alsof "het doel de middelen heiligt", en dat je er maar vertrouwen in moet hebben dat de verantwoordelijken dit in eer en geweten doen. Daar mag ik het dan wel faliekant mee oneens zijn, maar ik vind het wel op z'n minst verfrissend om dit soort zaken in een superheldenfilm verwerkt te zien. En Nolan op zijn best (ongeveer elke film die hij dusver gemaakt heeft, dus) slaagt er dan ook altijd in om plot en personages in dienst te stellen van die ideeën. Gooi de gebruikte personages in een andere film of isoleer het plot en de hele film stort in elkaar, maar synchroniseer alles rond de thematische bloedbaan en alles werkt perfect, ondanks mogelijke fouten die er zijn. Dat is uiteindelijk Nolans grote verdienste: niet zozeer dat hij het superheldengenre duisterder heeft gemaakt, maar wel dat hij politiek en serieuzere thema's geïntroduceerd heeft op een manier die niemand mogelijk had geacht. Gewoon omdat dat de manier is waarop Nolan films maakt.

En hét grote probleem van The Dark Knight Rises is dan ook dat, uniek binnen Nolans filmografie, hij simpelweg niets te vertellen heeft. Hij refereert een paar keer naar de klassenstrijd (en daarmee ook de "Occupy Wall Street" beweging), maar hij zegt er helemaal niets over, en het is uiteindelijk zelfs compleet contradictorisch wanneer je het met de climax van de film vergelijkt. Ook groene energie wordt een keertje tussen de soep en de patatten genoemd, maar daar blijft het dan ook bij. Het meest politiek geladen moment van de film was tijdens een scène waarin het Amerikaanse volkslied gespeeld wordt. Niet zozeer om wat die scène zelf zegt, maar wel dat een bijzonder geestige vertaler de ondertitels eindigde met "En het land van de dapperen?". En met dat vraagteken neemt de vertaler - als het niet slechts een grappige typfout is - een duidelijker standpunt in dan Nolan doet tijdens het verhaal dat hij 160 minuten lang vertelt. (Ofwel is het, zoals iemand volledig terecht opmerkte, gewoon een correcte vertaling. De vertaalde lyric is namelijk geen statement, maar een vraag; geen politiek, geen grappige fout, maar gewoon correct taalgebruik).


De enige thematiek die terug te vinden is in The Dark Knight Rises is dezelfde die we al in de eerdere twee delen zagen. Angst, opoffering, corruptie, ... Maar het is niet zo dat hij terugkeert op die thema's, maar wel dat hij ze gewoon domweg herhaalt. Er zullen vast wel onderdelen zijn die geanalyseerd zullen worden, waarin Nolan bedoelingen had die mij compleet ontgaan zijn. Maar het feit is dat The Dark Knight Rises geen ideeënfilm is zoals je van Nolan verwacht, en dat er geen sprake is van een thematische fundering. Als hij al iets te zeggen zou hebben is het in losse scènes, en kan je niet zeggen dat de film een centraal idee of zelfs maar onderwerp heeft. En het is juist dat enigszins unieke element dat Nolans beperkingen als regisseur altijd heeft weten te maskeren. Want neen, Nolan is niet foutloos, en hij is al helemaal niet "de nieuwe Kubrick", of welke idiote titel er tegenwoordig ook over hem heen gegooid wordt.

Zo is er zijn montage, een punt waar hij sinds Batman Begins weliswaar op vooruit gaat. Monteren moet je binnen deze context zien als het equivalent van interpunctie in geschreven tekst: door te bepalen wat (en vooral ook wat niet), op welke manier en hoe lang je de actie laat zien, dicteer je het ritme van een film op een gelijkaardige manier als leestekens dat doen. Maar dit is een zaak waar Nolan altijd bijzonder veel last mee heeft gehad. Zijn films hebben altijd het probleem dat de interne logica na een eerste kijkbeurt heel erg wazig is, en dat komt omdat hij elke keer weer veel te weinig nadruk legt op enkele cruciale zaken. Zo wordt belangrijke informatie bijvoorbeeld meegedeeld aan hetzelfde tempo als minder belangrijke informatie, of verdwijnen personages vaak ongeveer een halve seconde na hun dood voorgoed uit de film. "Is Two-Face wel echt dood?", "wat is er met Rachels baas gebeurd?", "of met Lau?", "waarom wordt Harvey Dent gered door Batman terwijl hij zei dat hij naar Rachel gaat?" en ga zo maar verder. Er zijn tientallen voorbeelden te bedenken, en het zijn grotendeels problemen met de montage. Voeg een extra shot in waar je duidelijk kan zien dat Two-Face dood is, accentueer het feit dat de Joker de adressen door elkaar gehaald heeft, toon eens specifiek dat Lau bovenop de brandende berg geld zit,... oftewel: gebruik eens wat komma's en punten. Want dat is een groot probleem bij Nolan: de proza mag dan nog zo mooi zijn, het mag dan wel interessante zaken aanhalen en alle relevante informatie meegeven, het voelt wel aan als een boek zonder interpunctie (oftewel: een internetcomment). Ook The Dark Knight Rises kent weer zulke problemen (al is het aanzienlijk minder dan in de vorige twee), zoals één van de belangrijkste personages die, na pakweg twee uur film, zonder enig duidelijk accent uit de film verdwijnt. Geen komma of punt, terwijl daar in principe drie uitroeptekens horen te staan.

Bij de release van The Dark Knight was niemand daar mee bezig (de vele vragen kwamen achteraf pas boven), terwijl Rises nu al compleet uit elkaar gedraaid wordt op internetfora. Het probleem is dan ook niet dat er meer van dit soort fouten in Rises zitten, maar vooral dat de kijker veel meer tijd heeft om dat allemaal te registreren. In andere Nolan films is elke scène belangrijk: als het plot niet vooruitgaat, dan wordt het centrale thema wel gevoed. Het is de inhoud van de film die je aandacht zodanig opeist dat je simpelweg geen tijd hebt om stil te staan bij kleine foutjes, en aangezien Rises slechts op één niveau werkt is die prikkeling weg. De kijker heeft meer tijd om te twijfelen bij wat hij ziet, terwijl je bij andere Nolan-films zodanig actief aan het kijken bent dat zulke inconsistenties pas later boven komen drijven.

Dat is niet om te zeggen dat het tempo in deze Dark Knight Rises laag ligt, geen enkele Nolan-film (met uitzondering van Insomnia) is traag. Maar het is een artificieel hoog tempo dat volledig bereikt wordt door filmtechniek (zoals het crosscutten van twee narratieve lijnen, iets dat hij ondertussen al zo vaak gedaan heeft dat het tegenwoordig vreemder overkomt wanneer hij dit niet doet), want het verhaal wordt simpelweg nooit voortgestuwd door het eigenlijke narratief. Nolan bereikte dat hoge tempo in zijn vorige films altijd door, zoals gezegd, zijn thema's in elke scène te injecteren. The Dark Knight was een kat-en-muisspel dat op zich geen héél hoog tempo heeft, maar door de impact die de Joker als pure anarchist binnen elke scène heeft is er nooit echt een rustpauze. Het is constant interessant om te zien hoe anarchie andere elementen beïnvloedt, en aangezien je daar steeds weer mee bezig bent ligt het tempo bijgevolg heel hoog. Maar goed, aangezien Rises dus niet echt iets interessants te vertellen heeft is de beste manier om de film drive te geven het emotionele aspect. Maar in eender welke film die Nolan gemaakt heeft is er simpelweg geen plaats voor emotie (Inception is de grote uitzondering). Eerlijk: vond je de dood van Rachel Dawes een treurig moment, of een narratief interessant moment? Maar net zoals alles in film, is ook emotie geen vereiste. Tenminste niet indien je het gebrek ervan kan het opvangen met andere zaken zoals Nolan altijd weer deed met een groot centraal idee (ik val stilaan in herhaling, niet?).

En Nolan heeft wel degelijk geprobeerd om emotie in de film te verwerken. Het klinkt misschien wat raar als je de film al gezien hebt, maar er zitten maarliefst twee romances in The Dark Knight Rises. Twee! De eerste krijgt twee minuten om te ontplooien (een zeldzame - weliswaar geïmpliceerde - Nolan-seksscène als gevolg), de andere krijgt ongeveer tien seconden. Beiden komen belachelijk geforceerd en onnatuurlijk over, en de tweede moet dan ook nog eens standhouden tot aan het einde van de film. Een einde dat bijna als een grap aanvoelt, waarin letterlijk elk personage langskomt en een happy end krijgt. Het voelt bijna aan als fanfiction, alsof Nolan er volledig zeker van wou zijn dat iedereen vrolijk naar huis zou trekken, wat in vergelijking met de vorige twee Batman-eindes toch zeer opmerkelijk is.

Veel van de problemen kunnen herleid worden naar één simpel gegeven: Nolan heeft deze film simpelweg niet willen maken. Ik heb daar geen bewijs voor en officiële bronnen zullen dat ongetwijfeld sterk tegenspreken, maar naar mijn gevoel schreeuwt elke vezel van deze film een onbetrokkenheid en lusteloosheid uit die nooit eerder in Nolans filmografie te zien was. Waar er eerder misschien nooit plaats was voor 'plezier' in Nolans universum, kon je voelen dat de misschien wel overdreven sérieux met enthousiasme gecreëerd was. Je voelde de stem van een filmmaker met een missie, die zichzelf compleet op een verhaal gestort heeft, terwijl er over dit afsluitende deel slechts een vreemd soort gelatenheid zweeft.


Gebaseerd op helemaal niets dan mijn eigen speculatie, denk ik dat ook dit voor een groot deel een gevolg is van Heath Ledgers dood. Het is een publiek geheim dat Nolan van plan was om Ledger ook in deze film te gebruiken, en dat kan alleen maar betekenen dat Nolan nog plaats had voor The Joker in zijn oorspronkelijke plannen voor deze film. Door het overlijden van Ledger is dat plan - waar hij dus ongetwijfeld tijdens het draaien van The Dark Knight al mee bezig was - finaal in zijn gezicht ontploft, waardoor Nolan achterbleef met een uitgedachte climax die hij nooit zou kunnen gebruiken. Geruchten waren dan ook zeer sterk dat Nolan gewoon geen derde Batman film meer wou maken: hij kan de serie niet eindigen zoals hij wil, dus wat is het nut?

Maar de Batman-franchise was via het succes van The Dark Knight wel zowat de meest lucratieve filmserie ter wereld geworden. Geen haar op Warner Brothers' collectieve hoofd dat er aan dacht om er geen derde film uit te slaan. En dan komt Inception om de hoek kijken. Je mag dan wel Christopher Nolan heten, maar dan nog is een originele, opzichzelfstaande, high concept science-fiction film met een complex plot niet meteen iets waar je in het huidige milieu snel financiering voor zal vinden. Ookal heb je net één van de meest lucratieve films aller tijden gemaakt. En dus zou - nogmaals, dit is pure speculatie - Nolan zijn droomproject hebben mogen maken, met als bijkomende clausule dat hij achteraf die derde Batman ook nog wel even in elkaar zou moeten flansen.

En dus ging Nolan aan het werk om de finale van zijn trilogie af te ronden, zonder ideeën en zonder een echte narratieve fundering. Pas op, hij zal er vast alles aan gedaan hebben om er de reuzachtige, entertainende blockbuster van te maken die het publiek verwacht, maar aan het einde van de dag is er geen passie, geen emotie en heeft Nolan helemaal niets te zeggen. Het eindresultaat is kil en mechanisch, alsof de film in een fabriek gemaakt werd en zich richt op de grootste gemene deler. Het is op maat gemaakt entertainment, met als enige doel om de trilogie af te sluiten en het publiek glimlachend naar huis te sturen. Maar je kan die complete desinteresse gewoonweg niet verbergen, en je voelt dat de film niet met hetzelfde enthousiasme is gemaakt als de eerste twee.

Een van de redenen waardoor ik op deze conclusie ben uitgekomen is de manier waarop The Dark Knight eigenlijk compleet uitgewist wordt. Het hele idee dat Batman de schuld op zich neemt om Dent in te dekken? Dat wordt aan het begin vermeld, maar verder heeft het geen enkele impact op het verhaal en wordt het gaandeweg eigenlijk gewoon vergeten. Dat Batman vervolgens acht jaar verdwijnt geeft vooral het narratief leuke idee dat Bruce Wayne zichzelf, in echte Rocky-stijl, moet zien klaar te stomen om de strijd tegen opperschurk Bane aan te gaan. Maar ergens halverwege de film gebeurt dan exact hetzelfde, zodat Bruce Wayne nog maar eens zijn mojo moet terugvinden, waardoor het allemaal weer wat meer op Rocky 3 lijkt (terwijl je, als je écht met een klepper wil eindigen, toch altijd zou moeten mikken op Rocky 4). Als je een paar kleine aanpassingen maakt past Rises eigenlijk makkelijk als vervolg op Batman Begins, en kan je het bestaan van The Dark Knight gewoon helemaal schrappen. Dat dat vooraf niet de bedoeling was is wel duidelijk aan de manier waarop deel twee eindigde. Zelfs de motieven van de schurken zijn wel zéér gelijkaardig aan die in Begins, waardoor The Dark Knight Rises eerder een Batman 1.5 is dan de Batman 3 die het zou moeten zijn.

Dus stelt zich de alarmerende vraag: is dit Christopher Nolan die 'gewoon een toffe film' probeert te maken? Een Nolan die geeft wat hij veronderstelt dat zijn publiek wil?

Want kijk: zowat alles dat ik tot op dit punt heb gezegd is de reden waarom The Dark Knight Rises teleurstelt. Teleurstellend als slot van een trilogie, als deel van de hernieuwde Batman-serie en als Christopher Nolan-film. Dat het uiteindelijk een onpersoonlijk, betekenisloos werkje is geworden kan ik op zich nog mee leven: ik heb alle begrip voor de omstandigheden die Heath Ledgers dood hebben gecreëerd (al is het, nogmaals, slechts een vermoeden), en kan ik er eigenlijk nog wel vrede mee sluiten dat The Dark Knight Rises gedoemd was om een simpele crowdpleaser te zijn.

Maar dat het zelfs als viscerale actiefilm ondermaats is, daar zijn simpelweg geen excuses voor. Want dan is The Dark Knight Rises echt niet meer dan een film die tweeënhalf uur nodig heeft om op te bouwen naar een climax die niets meer is dan een vuistgevecht tussen enkele honderden figuranten, een eindgevecht en één van de oudste tropes in de televisiegeschiedenis.


Er mag tijdens The Dark Knight Rises in theorie dan wel meer op het spel staan dan in de vorige films, maar het voelt zo allerminst aan. Omdat er geen emoties en geen grote ideeën (sorry, laatste keer) botsen, is er simpelweg geen drama. En Nolan beperkt zichzelf op dat vlak echt niet, hij verzint zelfs een personage wiens eigenlijke rol er vooral uit bestaat om kinderen te helpen met niet-doodgaan, gewoon zodat je toch maar mee zou leven met de duizenden gezichtsloze Gothamers, die in principe nooit getoond worden.

Nog zoiets: er is een plottwist. En pas op, ik hou echt wel van een goede twist hoor, mits deze goed uitgevoerd wordt. Maar hier is het een twist die enkel ten dienste staat van de twist zelf. Neen, je zal em vast niet zien aankomen hoor, maar dat is allerminst een compliment. Een goede twist moet je juist kunnen zien aankomen, omdat deze gegrond moet zijn in zowel logica als de kennis van de kijker. De reden waarom iedereen de Sixth Sense twist zo fantastisch vindt is omdat Bruce Willis de hele film lang vlak onder je neus zit, en dat er aanwijzingen zijn naar het grote geheim. Een enkeling kan die aanwijzingen misschien de eerste keer al oppikken, en ja, voor die persoon is de hele film dan ook verpest, maar dat risico moet je maar durven nemen. Want als je beslist om achteraf alles wat je dacht te weten om te gooien, dan mag je vooral niet valsspelen. Je kan er namelijk ook voor kiezen om ervoor te zorgen dat de kijker de grote verrassing onmogelijk kan voorspellen, maar wat bereik je daar dan precies mee? De twist in The Dark Knight Rises is niet alleen laf in teken van het verhaal - je krijgt er als kijker gewoonweg niet genoeg informatie voor, en het gewenste effect krijg je dus ook niet, want dat moet je verdienen - maar het voegt ook helemaal niets toe. Het had iets kunnen betekenen, plotgewijs dan, als het pakweg een kwartier eerder werd uitgevoerd, maar helaas. Eigenlijk slaagt de twist er alleen in om de volledige verhaallijn ongeveer twee centimeter te verplaatsen: compleet nietsbetekenend.

En ondanks die twist is het laatste uur volledig voorspelbaar. Elke beat kondigt zichzelf zo duidelijk aan (vooral omdat de motivaties en ontwikkeling van enkele personages onvoorstelbaar cliché is) dat je onmiddelijk weet wat er zal gebeuren, omdat je het in andere films al honderden keren hebt zien gebeuren. Personages die zichzelf moeten opofferen, andere personages die weglopen maar toch net op tijd terugkomen om een ander personage te kunnen redden,... er is op een gegeven moment zelfs een personage dat een droom via monoloog uitlegt, en die droom wordt in beeld gebracht! Een volledig willekeurig stukje tekst zoals er honderden in de serie zijn, maar juist deze wordt visueel ondersteund. Zelfs als je nog nooit van foreshadowing gehoord hebt weet je gewoon wat dat betekent, ookal komt de eigenlijke payoff pas anderhalf uur later. En die voorspelbaarheid ontneemt de film van alle spanning: het kan je simpelweg niet echt schelen wat er gebeurt. Het mag in principe dan wel allemaal grooster en belangrijker zijn, maar in de praktijk is het allemaal eigenlijk een beetje saai.


En zo is er ook nog opperschurk Bane: fysiek imponerend en Tom Hardy weet wonderen te doen met enkel zijn ogen en lichaamstaal. Hij is niet de interessante schurk die de Joker was, maar hij is wel een zeer sterke, fysieke aanwezigheid. Ik zou het zelfs bijna interessant noemen om na een psychologische schurk als de Joker, nu gewoon het exact tegenovergestelde personage te gebruiken. Het probleem is alleen dat Nolan hem - op verzoek dan nog - tot een grote grap van een personage heeft gemaakt. Het probleem is namelijk de stem: in de trailers klonk die nog laag en intimiderend, maar wel een beetje moeilijk te verstaan. "Geen probleem", denk je dan, "gewoon ondertitels toevoegen". Maar zo evident is dat niet in een land waar multitasking blijkbaar tot een analfabetiseringsgraad van rond de 99% leidt. Wel, Nolan heeft dat "opgelost". Ik weet niet juist hoe hij het gedaan heeft (ik denk dat de hoge noten nu hoger staan?), maar hij heeft ervoor gezorgd dat de grote schurk in zijn film klinkt als Sean Connery die een 19e eeuwse goochelaar nabootst en door de verkeerde kant van een megafoon praat. En alsof hij het met opzet doet heeft hij Banes stem ook nog eens veel luider in de mix gezet dan andere stemmen, zodat hij steeds weer veel luider is dan zijn gesprekspartners. Binnen een paar maanden gaan we nog flink lachen om de dialogen tussen Batmans gegrom en Banes... emmm... ik heb er niet echt een woord voor.

Mede door dat alles is de film ook compleet vergeetbaar. Er is geen thematische resonantie, er is geen emotionele resonantie en er is niet eens een memorabel plot. Bij de release van The Dark Knight heb ik achteraf wekenlang gebalanceerd op het randje van obsessie: ik kon met moeite over iets anders praten, ik kon geen andere film kijken, ik kon zelfs met moeite ergens anders aan denken. The Dark Knight Rises was echter een uurtje na de aftiteling alweer vergeten: het was gewoon weer een ondermaatste superheldenfilm zoals er zoveel voorbijkomen. Het is goedkoop amusement dat opgebouwd is om enkele primaire behoeften te vervullen, en heeft daarin meer te maken met andere blockbusters als pakweg The Green Hornet dan met genre-revoluties Batman Begins en The Dark Knight. Want als The Dark Knight Rises al iets toevoegt aan de trilogie, is het wel dat je door het contrast weer volop kan appreciëren hoe goed die eerste twee films eigenlijk zijn.

Het laatste wat ik over The Dark Knight Rises te zeggen heb ligt em in het aanpassen van Banes stem: ik begrijp wel waarom Nolan het heeft gedaan, maar waarom heeft hij er zo overduidelijk in overdreven? Het is simpelweg onmogelijk dat niemand tijdens deze volledige productie Nolan even bij zijn mouw heeft getrokken om te zeggen dat elke regel tekst die zijn supercoole badguy uitspreekt lachwekkend is. Dus probeer ik te eindigen in optimisme: misschien is dit niet Christopher Nolan die 'gewoon een toffe film' probeert te maken, misschien is dit een cynische Christopher Nolan die ostentatief zijn voeten veegt aan zijn contract. Hij verandert de stem op basis van internetkritiek, hij voegt een domme twist toe, hij zorgt voor een belachelijk mierzoet einde, ... zou het kunnen dat het toevoegen van dit soort betekenisloze, maar populaire elementen ergens spottend bedoeld is? In feite geeft hij op die manier wel alles wat een groot deel van zijn publiek wil, maar hij doet het met zo weinig subtiliteit dat je misschien wel mag dromen van een grote practical joke?

Maar realistischer is om te accepteren dat Christopher Nolan hier zijn eerste slechte film gemaakt heeft, en dat het verstandiger is om alleen maar films te maken wanneer je ook écht een film te maken hebt.

10 november 2012

Not an Update


Zoals het ondertussen misschien is opgevallen is de tijd die ik momenteel aan deze blog kan spenderen volledig gereduceerd tot 0. Ik heb gekozen om alsnog mijn droomstudie te volgen, en door het retedrukke schema dat daar gehanteerd wordt heb ik nog nauwelijks tijd om films te kijken, laat staan er ook serieus over te schrijven. Ik kan natuurlijk wel heel snel in elkaar flansen dat bijvoorbeeld Skyfall en Looper fantastisch waren, maar om er echt fatsoenlijk op in te gaan (zoals ik vooral het laatste jaar van de blog altijd geprobeerd heb te doen) zit er simpelweg niet meer in. En dat soort makkelijke, oppervlakkige berichtjes zie ik al helemaal als tijdverspilling, dus daar begin ik maar niet aan. Misschien dat de combinatie school-schrijven uiteindelijk haalbaar wordt, misschien dat ik enkele stukken die ik voor school moet maken hier neerzet, maar échte blogposts zullen er waarschijnlijk nog een hele poos niet meer zijn.

Wat ik wel nog had liggen was de helft van mijn top 25 filmpersonages. Ik ga de tijd niet gebruiken om het ook effectief te vervolledigen, of om ook nog echt fragmenten te zoeken ofzo, maar het minste dat ik kan doen is dit stuk (war ondertussen al maanden staat te wachten) toch nog te posten. Dus misschien tot binnenkort, en misschien ook niet.






Vasquez - Aliens, Starship Troopers, Carnosaur 2 en alle Michelle Rodriguez films

Toen ik recent Aliens herkeek realiseerde ik me dat ik mijn favoriete actiefilm-archetype vergeten ben toe te voegen aan deze lijst. Dus ga ik nog maar eens valsspelen en twee verschillende personages op nummer 16 plaatsen. En dat mag, want het is mijn lijstje.

Goed, iedereen kent Vasquez wel zeker? De hardass hispanic spacemarine die meer testosteron in zich heeft zitten dan al haar mannelijke collega's bij elkaar. Het is sinds Aliens een huizenhoog cliché geworden natuurlijk, maar wel een waar ik elke keer weer enorm van kan genieten. De oorspronkelijke Vasquez (gespeeld door de verrassend Joodse Jeanette Goldstein) is dan wel met enige voorsprong de bekendste, maar het is dus eerder het cliché dat ik hier nog wil vermelden. De rol waar Michelle Rodriguez haar volledige carrière naar heeft gericht: sommige mensen vinden dat misschien saai of plat, ik vind het vooral heel erg tof. Deze extra plaats 16 gaat dus naar alle militaire manwijven die constant de meest gigantische wapens met zich moeten meesleuren, die het hachje van hun mannelijke collega's steeds weer moeten zien te redden, enkel en alleen gecreëerd werden om aan te tonen hoe compleet niet seksistisch de actiefilm is... en dat allemaal om vervolgens toch elke keer weer eerder te moeten sterven dan het typische vrouwelijke vrouwtje.
Beste moment: Stiekem heeft Vasquez helemaal niet zoveel te zeggen in Aliens. Er zijn enkele oerkreten als "Let's roooooock!", maar zonder de minste twijfel is haar beste moment de scène waarin ze geïntroduceerd wordt. Niet alleen één van de coolste verbale comebacks aller tijden, maar ook hoe ze pull-ups staat te doen, de klets in de collega zijn gezicht en het veelbetekenende compliment "You're just too bad". Het schreeuwt zo overdreven "zie hoe atypisch ze is!" uit, dat het weer boven de onvermijdelijke cheese-factor uitstijgt en zijn geheel eigen, compleet badass iets wordt.


Porco Rosso - Porco Rosso

Driemaal week Japanse animatiegoeroe Hayao Miyazaki af van zijn vaste concept. Drie films waarin het hoofdpersonage eens geen jong, lief, sympathiek, onschuldig, heroïsch en eigenlijk nogal saai meisje is. Er was The Castle of Cagliostro, waar hij zelf eigenlijk niet te beslissen had wie de personages zouden zijn. Princess Mononoke, waar hij koos voor een jonge, lieve, sympathieke, onschuldige, heroïsche en eigenlijk nogal saaie jongen (die er in Japanse animatie toch wel altijd als meisjes uitzien). En Porco Rosso, waar hij koos voor een Italiaans varken dat dienst heeft gedaan in de luchtmacht tijdens Wereldoorlog I. Lichte stijlbreuk. Maar het is niet zozeer de overduidelijke vorm waardoor Porco zo uniek is, maar het is vooral zijn karakter dat zo sterk verrast. Hij is namelijk Miyazaki's enige anti-held, een behoorlijk cynische misantroop die flink tegen zijn goesting in deze film staat. Maar het is gelukkig ook niet zomaar een cynische misantroop. Dit is niet zomaar van het patroon afwijken om anders te zijn, je voelt constant dat er meer achter dit personage schuilt dan die scherpe zuurpruim. En het is dat snuifje mysterie dan ervoor zorgt dat Porco eigenlijk Miyazaki's enige écht memorabele hoofdpersonage is.
Beste moment: "I'd much rather be a pig than a fascist" moet zo ongeveer de coolste zin zijn die ooit in een animatiefilm gesproken werd. Maar als we het echt over zijn beste moment hebben, is er hét pareltje uit Miyazaki's carrière: de origine van Porco's varkenssmoel, zoals ik em al in mijn originele recensie beschreef. Een sequens zo fantastisch en veelzeggend in al zijn eenvoud: pure filmmagie.


Antoine Doinel - Les 400 Coups, Antoine et Colette, Baisers Volés, Domicile Conjugal & L'amour en Fuite

Eigenlijk zou je voor de meeste personages op deze lijst kunnen zeggen dat het makkelijk is om ze te schrijven. Het is vooral een kwestie van een goed idee te verzinnen, en dat is eerlijk gezegd even afhankelijk van talent als van geluk. Maar om een personage te creëren dat in elk aspect aanvoelt als een echte persoon, dat is puur talent. En Antoine Doinel is op dat vlak eigenlijk ongenaakbaar. Het helpt natuurlijk dat François Truffaut en acteur Jean-Pierre Léaud vier films en een kortfilm hebben gemaakt over hetzelfde personage, verspreid over maarliefst twintig jaar. Je leert hem kennen als ondeugende twaalfjarige in Les 400 Coups; verkeerd begrepen, richtingloos en ook wel een beetje een pechvogel. Het is, volkomen persoonlijk uiteraard, één van de meest resonerende films ooit gemaakt. Een film waar je op elk punt precies begrijpt hoe Doinel zich voelt. En door die connectie met de twaalfjarige Doinel is het enorm fascinerend om het personage steeds weer terug te bezoeken, hoewel hij in de vier vervolgen steeds verder wegdrijft van die persoonlijke resonantie. Anderen zullen dat misschien compleet omgekeerd ervaren, maar het belangrijkste is dat - ook zonder zo'n persoonlijke band - hij op elk moment de gravitas van een echte persoon heeft. Truffaut heeft heel veel van zijn eigen leven in dit personage geschreven, en dat voel je er ook op elk moment aan.
Beste moment: Gezien de manier waarop ik hem net beschreef is het eigenlijk onmogelijk om één moment uit te kiezen. Je kan een persoon van vlees en bloed immer ook niet zo simpel samenvatten. Quasi elke dag opnieuw beleef je zelf nieuwe 'beste momenten', en zo ook Doinel. Er zijn geen grote, karakterdefiniërende gebeurtenissen om uit te putten, maar wel kleine, intieme momenten. Elke dag opnieuw. Zo keert hij in Les 400 Coups weer naar school na een dag te spijbelen. Zijn leerkracht vraagt hem voor een reden, en Antoine (die uiteraard zo ver niet had nagedacht) zegt het eerste wat in hem opkomt "mijn moeder is gestorven". De sympathie die hij van de leraar krijgt blijft niet lang duren. Of later, wanneer hij in Baisers Volés opmerkt dat de borsten van zijn vrouw niet gelijk zijn, en met de meest briljante oplossing komt om ze uit elkaar te houden. Goed, om toch één scène te kiezen (eveneens uit Baisers Volés): het meest intense punt van de hele reeks is wanneer Antoine emotioneel compleet in de knoop ligt. Hij gaat voor een spiegel staan, noemt de namen van de twee belangrijkste personen in zijn leven en blijft ze vervolgens herhalen. Onderschat acteur, die Jean-Pierre Léaud.


Gaston - Belle en het Beest
Om maar eens even een inhoudelijke 180° te doen. Die hele nouvelle vague is wel tof en alles, maar heeft die stroming ooit een personage voortgebracht dat elke dag zestig eieren eet? Ik dacht het niet he. Disney-animatiefilms hebben altijd memorabele schurken geleverd; Jafar, Scar, Cruella De Vil, Ursula, etc. Maar Gaston blijft voor mij huizenhoog favoriet, en dan vooral omdat hij... wel, gewoon hilarisch is. Ergens halverwege de film is er een klik waar hij al wat vervelender wordt, en tijdens de finale is hij een gigantische eikel, maar zeker tijdens de eerste helft is hij met gemak het scherpst geschreven personage in de hele film. Een man met de arrogantie om een menigte te bedanken om naar zijn trouw te komen, nog voor hij een aanzoek heeft gedaan. Een man met de bekrompenheid om te zeggen dat vrouwen niet zouden moeten lezen, want daar krijgen ze ideeën van. Een man die zich dan wel weer luidop afvraagt hoe je een boek zonder prentjes überhaupt kàn lezen. Een man die een vrouw probeert te verleiden door haar mee naar de taverne te nemen, zodat ze zijn trofeeën kan bekijken. Machogedrag op 11, en dat is nu eenmaal hoe ik mijn karikaturale personages graag zie: op 11.
Beste moment: Een heel makkelijke keuze: mijn favoriete Disney-nummer. Elke zin nog perfecter dan de vorige. "Ben ik nou zo'n geweldige stoooooooooooot-uh".


Butch & Sundance - Butch Cassidy and the Sundance Kid
Ik ben zo iemand die acteurs in 99% van de gevallen het minst vitale onderdeel van een film vindt. Slechts weinig acteurs (als die er al zijn) kunnen een ondermaatse regisseur of schrijver opvangen, terwijl er genoeg fantastische films zijn waar de voltallige cast nog geen deuk in een pakje boter kan acteren. Maar heel soms zijn er van die gevallen waar je moet stellen dat de geschreven dialoog misschien wel goed is, maar het de acteurs zijn die het naar een nieuwe hoogte tillen. En het gaat dan niet alleen over de levering, maar ook over het ontvangen. De constante wisselwerking waar een dialoog om vraagt. En zover ik weet is er nooit een duo geweest met een sterker charisma dan Paul Newman en Robert Redford, en het is eeuwig jammer dat ze samen maar twee (weliswaar waanzinnig toffe) films hebben gemaakt. Het is niet persé een kwestie van hoe de personages geschreven zijn (al moet ik duidelijk zeggen dat daar niets mis mee is), maar het is dat gevoel van vriendschap dat volledig overgebracht wordt in het acteerwerk van de twee. Het eeuwige gevit van de twee kameraden, dat de blauwdruk zou worden voor tientallen '80s buddy cop films, werkt niet omdat elk woord perfect gewikt en gewogen werd. En het werkt ook niet omdat ze op papier boezemvrienden zijn. Neen, het werkt omdat deze twee fantastische acteurs ook naast de set goede vrienden waren, en die energie wordt rechtstreeks op het scherm geprojecteerd.
Beste moment:De iconische eindscène. Butch en Sundance zijn vermoeid, gewond en omringd door tientallen gewapende mannen die klaar staan om hen zonder pardon neer te schieten. En in die uitzichtloze situatie gaan de twee even bespreken wat ze later gaan doen, nadat ze ontsnapt zijn. Dialoog die rijk is aan drama, emotie en humor, maar vooral ook een masterclass acteren. "Oh good, for a moment there I thought we were in trouble".


Clarence Boddicker - Robocop
In actiefilms kan je met je slechterik eigenlijk twee kanten uit. Ofwel kies je voor een genuanceerde, duidelijk gemotiveerde schurk waarbij het belangrijk is om zijn idealen goed neer te zetten. Dat is zeg maar de chiquere keuze. Anderzijds kan je ook gewoon de meest afschuwelijke klootzak bijeen schrijven die je maar kan bedenken. En als je die kant opgaat moet je er rekening mee houden dat dat personage al geperfectioneerd is in Clarence Boddicker. Geen geweten, geen fatsoen, geen manieren, geen loyaliteit, geen eer, ... alle elementen die je aan een badguy kan meegeven om hem toch net wat meer realisme mee te geven worden hier vierkant aan Paul Verhoevens laars gelapt. In feite kan je Clarence als een parodie op de gebruikelijke filmschurk zien; hij is compleet tot in het extreme gedreven, op letterlijk elk vlak. Op papier klinkt dat heel lomp, maar in de realiteit werkt dat gewoon bijzonder goed. Je hebt antagonisten die je haat, maar Clarence veracht je echt. Vanuit elke vezel in je lichaam.
Beste moment: Hij heeft wel een aantal klassiekers. "Can you fly, Bobby?", "You see, I got this problem. Cops don't like me, so I don't like cops.", "You can keep the gum", ... Maar geen scène zo perfect als Bitches leave, wat waarschijnlijk mijn vaakst geciteerde filmcitaat is (samen met "I'd buy that for a dollar". Straffe film, dat Robocop).


Jackie Chan - Elke Jackie Chan film



Faye - Chungking Express



Alex DeLarge - A Clockwork Orange



Jef Costello - Le Samouraï



Reverend Harry Powell - The Night of the Hunter



Han Solo & Indiana Jones - De Star Wars & Indiana Jones trilogie..... en Crystal Skull ook wel een beetje



Ash Williams - Evil Dead trilogie



Daniel Plainview - There Will Be Blood



Travis Bickle - Taxi Driver



Jeff 'The Dude' Lebowski - The Big Lebowski

22 juli 2012

Over Aliens: we need to talk about Ripley

We weten allemaal wel dat Aliens één van de beste sequels en actiefilms aller tijden is, en dat, ondanks dat het vooral een briljant goed opgebouwd knalfestijn is, er ook thematisch wel een en ander over te zeggen valt. Want de film gaat uiteindelijk vooral over moederschap: de xenomorph queen, Ripley's relatie met zowel Newt als de rest van de crew en de arme zielen die 'bezwangerd' worden door een facehugger. En hoewel het een beetje raar is om dat als thema voor een halve horrorfilm te gebruiken (was James Cameron's vriendin tijdens het schrijven van Aliens misschien over tijd?), is het veelzeggend dat iets dat vooral als viscerale ervaring wordt onthouden, toch vooral sterk gegrond is in empathie en zelfs met een beetje intelligentie benaderd kan worden. Dat gezegd zijnde: ik kreeg gisteren nog eens een bovennatuurlijke drang om Aliens te kijken (dat komt wel eens vaker voor, deze keer was de trigger de briljante stage-musical 'Starship'), en ik zit sindsdien met een gevoel dat ik maar niet van me af kan werpen: de climax van Aliens is eigenlijk toch wel behoorlijk ziek.

Laten we eerst vaststellen dat de xenomorphs (oftewel "de aliens", als je iemand bent aan wie ik me enorm hard stoor) niet kwaadaardig zijn. Ze zijn eigenlijk gewoonweg een ras roofdieren: het houdt binnen de wetten van de natuur steek dat ze ons zouden aanvallen en doden. Niet anders dan dat je binnen de verkeerde situatie ook gedood zal worden door een grizzlybeer. Beren zullen het dan wel doen voor het voedsel, terwijl xenomorphs zichzelf via ons voortplanten, maar beide doen het dus simpelweg voor de verdere overleving van hun eigen soort. Dat maakt van grizzlyberen niet plotseling kwaadaardige en afschuwelijke wezens, maar uiteraard wel tot gevaarlijke beesten die je niet als huisdier moet proberen te nemen. Exact dezelfde situatie als xenomorphs. (1)

Binnen die context is het ook logisch dat er zoveel xenomorphs gedood worden in Aliens. Want als we de vergelijking dan doortrekken, is dat ongeveer hetzelfde als opgesloten zitten in een bos vol wilde grizzlyberen. Zelfverdediging, doden of gedood worden. Je mag dan nog de meest pacifistische dierenvriend ter wereld zijn: als je deze gevaarlijke wezens niet doodt, ga je er onherroepelijk zelf aan. So far so good.

Maar aan het einde, en dan specifiek de eerste van de twee climaxen, wordt Ripleys motivatie plots een beetje..... verontrustend. In feite kan je zeggen dat de hele film, voor Ripleys personage, eruit bestaat dat ze over het verlies van haar dochter probeert heen te komen. Door haar 58 jaar durende cryogenische slaap heeft ze het leven van haar dochter gemist, en doordat ze het Aliens-team weet te leiden, zich kan ontfermen over Newt en hier en daar ook nog eens wat xenomorphs kan afknallen, kan ze zich daar overheen zetten. Aan het einde raakt ze Newt kwijt en moet ze het kind terughalen uit het hol van de leeuw, en komt ze de koninging tegen. Hier verbrandt ze alle eieren (en dus onschuldige kind-xenomorphs), wat je kan zien als hét grote moment binnen haar catharsis, alvorens naar het schip te ontsnappen. En dat komt eigenlijk toch al flink in de buurt van gevaarlijk psychopatisch gedrag. Aangezien we hebben vastgesteld dat de soort op zich niet kwaadaardig is, zijn de baby's dat ook niet. Het zijn arme jonkies die zich van geen kwaad bewust waren die tijdens dit heroïsche moment worden afgeslacht, gewoonweg omdat Ripley toevallig één negatieve ervaring met een xenomorph heeft gehad. De heldin van de Alien-franchise is simpelweg een extremistische speciesist.

Om de analogie nog eens even voor u door te trekken: een grizzlybeer heeft ervoor gezorgd dat Ripley 58 jaar van huis is en het leven van haar dochter mist. Als reactie vermoordt ze een hele groep onschuldige berenwelpjes. Ehhhh, Kim de Gelder much?


Dat zou nog eens een toffe sequel op Grizzly Man zijn, niet? Timothy Treadwells vriendin heeft het slot als bij wonder overleefd, en loopt nu doorheen het reservaat om baby beertjes levend te verbranden.

Om het nogal discutabele gedrag van onze protagonist helemaal te onderstrepen krijgt Ripley trouwens nog, zeer duidelijk, de keuze om dit te doen. Ze heeft haar vlammenwerper op de eieren gericht, waardoor de koningin ervoor zorgt dat de normale xenomorphs ("de werkers", zeg maar) afstand nemen. Ripley en Newt krijgen een vrijgeleide om te ontsnappen. Daar komt nog eens bij dat al die eieren sowieso al op een plaats die vijf minuten later zal ontploffen liggen, dus die baby-xenomorphs zijn sowieso al compleet ten dode opgeschreven, ondanks wat er gebeurt. Maar neen, Ripley moet haar en Newts leven op het spel zetten door de koningin flink pissig te maken, gewoon zodat ze zelf de trekker kan overhalen en en al deze onschuldige babies eigenhandig kan afslachten.

VROUWEN!!!


(1) Dat geldt misschien net iets minder als je Prometheus meerekent. Maar hey: fuck Prometheus.

...ja goed, Prometheus was wel ok. Maar als je die film tot canon binnen de Alien-franchise rekent scheelt er iets met je.

18 juli 2012

De top 25: een nieuwe hoop

Het eigenlijke schrijven van artikels valt mij nogal zwaar de laatste tijd, dus laat ik maar eens uitpakken met een lijstje, want dat vindt schijnbaar iedereen wel tof. Maar "beste films" is zo overdreven en generiek, "beste acteerprestaties" dan weer zo vreemd specifiek, "beste film van een bepaald genre of films die een andere willekeurige overeenkomst kennen" dan weer zo gimmicky. Maar goed, filmpersonages, dat leek me wel een leuke. Dus bij deze.

Pas op, ik heb het hier dus niet over objectief "de beste", dat spreekt wel voor zich. Ik heb bewust gekozen voor personages die mij persoonlijk heel sterk aanspreken. Dat betekent niet dat dit daarom allemaal personages zijn uit mijn favoriete films (al is er uiteraard een flinke overlapping), dat dit de best geacteerde of zelfs de best geschreven figuren zijn. De criteria die ik gebruik zijn compleet arbitrair: dit zijn mijn favorieten, en ik zal voor elk van hen proberen uit te leggen waarom ze dat zijn, maar verwacht nu ook weer niet dat ik dit concept helemaal goed uitgedacht heb.



The Joker - The Dark Knight

Deze spreekt wel voor zich, toch? Geen enkel stukje popcultuur is de laatste jaren zo duidelijk opgenomen in het sociale bewustzijn; T-shirts, imitaties, Halloween- en carnavalkostuums, ... Dat is allemaal een beetje vervelend, maar dat is ook een testament voor het personage op zich. Niet alleen de waanzinnige manier waarop Ledger hem neerzet, maar gewoon de dreiging die uitgaat van een terrorist zonder een duidelijk motief of concrete eisen. Er valt niet op hem te anticiperen en er valt niet met hem te onderhandelen. Nolan brengt een manifestatie van de collectieve post-9/11 Amerikaanse gemoedstoestand binnen het Batman-universum, en zet daarmee een modern icoon neer. Jack Nicholson's Joker kan daar niet aan tippen, en helaas zal Bane (de schurk in de aankomende Dark Knight Rises) daar ook niet aan kunnen tippen.
Beste moment: Ongeveer elke Joker-scène is inmiddels legendarisch. De goocheltruc, de origine van zijn littekens, zijn verhoor in het politiebureau, ... Het personage wordt onderhand zo sterk verheerlijkt dat het binnen de hedendaagse context eigenlijk moeilijk is om hem als een echte schurk te zien. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat je voor de slechterik zit te juichen, maar dat is toch wat veel mensen doen. Behalve dan tijdens dat ene moment. Daar zie je de dreiging en het gevaar die hij eigenlijk is, zonder enige toegevingen: het is vast ook geen toeval dat Heath Ledger deze scène zelf heeft geregisseerd en gefilmd. Dit is een sequens zo intens - en vooral duidelijk minder prettig dan de andere grote Joker-momenten - dat die bij het grote publiek eigenlijk alweer een beetje vergeten is.


Norma Desmond - Sunset Boulevard

Centraal in één van Billy Wilder's vele meesterwerken vinden we deze knotsgekke diva. Een vergeten ster van de stille film die krampachtig vastklampt aan haar status, ondanks dat ze binnen het showbizz-wereldje eigenlijk compleet irrelevant geworden. Maar ondanks alle kritiek op vadertje Hollywood dat dat met zich meebrengt, is Norma Desmond niet meteen Wilder's beste personage. De Oostenrijkse filmmaker was vooral briljant in het schrijven van snedige dialogen (en op dat vlak simpelweg de beste aller tijden. "Tarantino"? Die komt nog niet tot aan zijn knieën), maar dat is iets waar Norma niet persé in uitblinkt. Neen, het is vooral actrice Gloria Swanson - eveneens vergeten uit het tijdperk van de stille film - die van Norma zo'n fantastische verschijning maakt. Als een bijna mythisch figuur zweeft ze rond: intens opengesperde ogen, een hautaine houding die naar parodie neigt, maniakaal grijnzend met haar neus steeds weer hoog in de lucht. Het is misschien maar een héél dun laagje verf om haar gebroken persoonlijkheid te verbergen, maar dan wel op z'n minst in een hele mooie kleur. Niet meteen het mooiste personage, maar door een onnavolgbare acteerprestatie wel onvergeetbaar.
Beste moment: De legendarische slotscène waar Norma volledig loskomt van de realiteit. Er wordt dan wel tot in het oneindige geciteerd dat ze 'klaar is voor haar close-up', maar wat we vooral onthouden zijn toch die priemende ogen en larger than life lichaamstaal. Ze is simpelweg de fysieke manifestatie van de grootsheid en intimidatie die een monument als met zich meedraagt, en dat terwijl we als kijker toch vooral medelijden met haar hebben.


Tommy DeVito - Goodfellas

Joe Pesci, altijd en overal de kleine driftkikker. Van zijn verdere samenwerkingen met Scorsese (Raging Bull, Casino) tot in de Lethal Weapon sequels, en natuurlijk ook in Home Alone. Er is gewoon niemand die zo goed boos kan worden als het kleine, zeer Italiaans ogende maar toch Amerikaanse, mannetje. Maar door zijn stem en postuur brengt hij initieel wel altijd wat humor met zich mee. Koppel dat aan de relatie die Tommy DeVito met zijn moeder heeft en de enorm joviale manier waarop hij anekdotes vertelt op feestjes, en het is zeer moeilijk om hem niet sympathiek te vinden. Maar ondanks die sympathie is Tommy eigenlijk gewoon een heel erg onzekere man die aan iedereen moet bewijzen dat er niet met hem te sollen valt. Hij gaat niemand uit de weg en denkt vooral geen twee keer na, en als je zo iemand een pistool en maffia-privileges geeft, krijg je vuurwerk.
Beste moment: De manier waarop hij Ray Liotta intimideert met de "You think I'm funny?" tirade is natuurlijk legendarisch, maar eigenlijk is de scène waar de jonge butler vergeet Tommy een drankje te brengen veel beter. Om in één scène van humor over te gaan naar een schokmoment, om daarna toch gelijk verder te teren op donkere humor: dat is Tommy DeVito. Maar als ik heel eerlijk ben is mijn favoriete Tommy DeVito-moment niet eens terug te vinden in Goodfellas. Neen, daarvoor moeten we kijken naar wat er enkele maanden na de release zou gebeuren, toen de Oscars werden uitgedeeld.


Gizmo - Gremlins 1 & 2

Als je opgegroeid bent in de late jaren '80 of vroege jaren '90, en je niet je ouders minst favoriete kind bent, vind je deze keuze waarschijnlijk vanzelfsprekend. Want eigenlijk weet ik niet zeker in hoeverre de eerste Gremlins deel uitmaakte van mijn kindertijd. Maar het zal ongetwijfeld wel zijn plaats hebben gehad, ergens tussen de videospellen voor NES en Gameboy, een cassette met een TV-opname van Gremlins 2: The New Batch, Gizmo-genaamde huisdieren en natuurlijk de onvermijdbare pluche versie van de mogwai. Op die flinke nostalgische lading na is Gizmo ook vooral één van die figuren waar je graag naar wijst wanneer je in een zoveelste "praktische effecten vs. CGI" discussie beland bent. Het feit dat je deze schattige pluisbal meteen als personage omarmt is op vlak van special effects één van de grootste verdiensten die de '80s voor elkaar hebben gekregen.
Beste moment: Wat Gizmo zo aimabel maakt zijn vooral de grote ogen, fantastische gezichtsuitdrukkingen, waggelende oren, hoe aanhankelijk hij is naar zijn baasje toe en vooral het feit dat hij zelfs mondjesmaats Engels kan brabbelen. Maar hét moment wanneer je echt helemaal smelt en vooral zelf een mogwai in huis wil halen, is wanneer blijkt dat hij ook nog eens kan zingen. Het is een heel erg simpele toevoeging, maar het klinkt zo gigantisch vertederend dat je niet anders kan dan meteen tot over je oren verliefd te worden op het beestje.


Anthony & Inez - Bottle Rocket

Ja, ik speel vals, maar het is met reden. Het is niet zozeer dat deze twee personages individueel geweldig zijn, het is juist de interactie tussen hen waarom ze in deze lijst staan, en dus (in dit ene aspect) als één personage kunnen gezien worden. Bottle Rocket was Wes Anderson's eerste film, en dat is er op veel vlakken ook aan te zien. Veel elementen die we later typerend zouden vinden zijn hier al aanwezig, al zijn ze duidelijk heel wat minder vlot aan elkaar genaaid dan we gewend zijn. Maar in deze zeg maar proto-Anderson film schuilt wel het mooiste stukje film dat Wes dusver in elkaar heeft kunnen knutselen: een relatie tussen één van de twee Amerikaanse hoofdpersonages Anthony, en de Mexicaanse schoonmaakster Inez. Wat deze romance zo uniek maakt is de taalbarrière: Anthony spreekt geen Spaans, en Inez spreekt geen Engels. Maar door het sporadisch gebruik van een tolk, en vooral door de nodige verliefde blikken en het uitwisselen van monologen die de ander toch niet begrijpt, beginnen deze twee van elkaar te houden. En ja, dat is even lomp en geforceerd als het klinkt, zo enorm overdreven honingzoet dat zelfs de hedendaagse romcom zich er niet eens aan waagt... maar verdorie, als het niet één van de schattigste relaties ooit gefilmd is. Alle regels van de kunst en het fatsoen achter ons gelaten: je wordt er gewoon enorm vrolijk van. En uiteindelijk is dat net wat belangrijker dan realisme, toch?
Beste moment: Eigenlijk valt hier niet echt één moment uit te kiezen. Het gaat meer over een algemeen gevoel en een sfeer die de twee rond zich dragen, dan dat het effectief rond individuele scènes draait. Dus hier: een stukje waar toffe muziek in zit. Dat is volledig willekeurig, want eigenlijk kan je deze keuze slechts écht begrijpen als je de film ook zelf kijkt. Yup, dat is een héél goede reden waar ik zelf volkomen voor de volle 100% achter sta... maar eigenlijk staat er verder ook niet echt een goed fragment op youtube.


Cody Jarett - White Heat

White Heat slaagde erin om elementen van de film noir over te hevelen naar de misdaadfilm, en één van die nieuwigheden is een interessanter hoofdpersonage. In de jaren '30 was Cagney hét symbool van de gangsterfilm geworden door steeds weer een personage te spelen dat tegen wil en dank in het milieu der misdadigers sukkelt. Van die brave jongetjes die ondanks hun goede daad toch in contact komen met de politie, en de rest van hun leven erdoor getekend zien. Hier is daar geen sprake van: Cody Jarett is in wezen gewoon een flinke rotzak. Geen morele bezwaren wanneer hij 'zijn werk' doet, en ook geen sympathieke gozer buiten zijn uren. Maar het is vooral de manier waarop hij met zijn moeder omgaat, en hoe Cody vervolgens reageert op het verlies van dé sleutelfiguur in zijn leven, dat hem zo interessant maakt. Zeker voor die tijd, want in 1949 was een personage als Cody in de hoofdrol echt geen sinecure. Het zou naar het schijnt vooral komen omdat Cagney op een productievergadering zei "hey, als we die Cody nu eens stapelgek maken?", en aangezien Warner Brothers zijn zinnen gezet had op een Cagney-gangsterfilm, hebben ze hem maar laten doen. Met flinke migraine- en woedeaanvallen tot gevolg. Cody is ongetwijfeld één van de vreemdste figuren die in de '40s en '50s misdaadfilms te vinden is, daarbovenop ook nog eens met zoveel klasse gespeeld door Cagney dat het personage op een eenzame hoogte komt te staan.

Beste moment: De climax van de film is dan wel het enige moment dat écht iconisch is geworden, en de enige reden waarom White Heat nog herinnerd wordt, maar het is dan ook een kippenvelscène van formaat. Slechts één zin, maar door de setting, het licht, de pose van Cagney en de emotie in zijn stem wordt de intensiteit van die zin opgedreven tot pure waanzin. Made it ma, top of the world.


Ron Slater - Dazed and Confused

Dazed and Confused had makkelijk vijf keer in deze lijst kunnen staan. Anthony Rapps als Tony, Adam Goldberg als Mike, Jason London als Randall 'Pink' Floyd, Ben Affleck als Fred O'Bannion en natuurlijk Matthew McConaughey als de onnavolgbare David Wooderson... Maar om de kwaliteit van deze lijst een beetje hoog te houden heb ik daar maar niet gedaan. Maar weet je, nu ik het zo opsom...

De voltallige cast - Dazed and Confused

Zo, probleem opgelost. Ja, ik koos oorspronkelijk voor überstoner Ron "I'm letting you have shotgun, but I want you to know it's because only 'cause I'm going inside" Slater, zonder twijfel de grappigste noot in de film, maar eigenlijk valt er niet zomaar één personage uit Dazed and Confused te halen. Ze staan allemaal in dienst van elkaar, en als ik momenteel niet zo'n lamzak zou zijn zou ik nu meteen de moeite doen om deze plaatjes aan te passen en de Dazed and confused cast 10 plaatsen omhoog te schoppen Maar goed, c'est la vie.
Beste moment: Goh, wederom onmogelijk. Als we nog altijd over Ron Slater praten is het dit kleine moment dat in mijn hoofd de term "stoner" simpelweg definieert. Als we dan weer ruimer spreken in termen van "de volledige cast", blijft deze entree van McConaughey één van mijn favoriete filmscènes ooit. Maar goed, heel de film zit eigenlijk vol met "beste momenten", doe jezelf vooral een plezier en kijk Dazed and Confused.


Jerry Lundegaard - Fargo

Je kan het dan wel hebben over Frances McDormand als atypische "held", en het 'odd couple' dat Steve Buscemi en Peter Stormare vormen, en zelfs het eigenlijk nogal belachelijke scenario van de Coens. En elk van hen verdient die aandacht ook wel, maar er is slechts één reden waarom Fargo zo'n hilarisch drama is, en dat is Jerry Lundegaard. William H. Macy's doorbraakrol is met gemak één van de meest triestige figuren in de filmgeschiedenis; niet zo een die je wil knuffelen en een kop warme choco aanbieden, maar zo een waarbij je het gewoon niet kan laten om met zijn miserie te lachen. En dat komt, meer nog dan de situaties en woorden die hij te zeggen krijgt, door Macy's acteerwerk. De idiote grijns die meteen kan omslaan naar puppy-ogen, het constant nerveuze gefrunnik en zijn manier van praten die doet vermoeden dat Jerry niet helemaal van deze wereld is. Hij straalt constant hulpeloosheid en frustratie uit, en dat is wat hem hilarisch maakt.
Beste moment: In principe elke dialoog waar Jerry in verzeild raakt. Zoals bijvoorbeeld deze, let bijvoorbeeld op die hele lompe "huh?" na twintig seconden. Achja, misschien is dit gewoon wie William H. Macy is, in Magnolia speelt hij toch wel een vergelijkbaar iemand, maar dan nog is het een fantastisch aanwezigheid om in een film te hebben. Je moet hem gericht kunnen gebruiken, maar dat is waarom Fargo niet gewoon een grappige deconstructie van een genrefilm is, maar wel een tijdloze klassieker.


Johnny #5 - Short Circuit 1 & 2

Door een of andere speling van het lot de enige robot in deze lijst. Wat Number Five (met de stem van Tim Blaney, aka mopshond Frank van Men in Black) zo fantastisch maakt is dat hij het voor elkaar krijgt om in twee films, tussen alle racistische stereotyperingen en vervelende Guttenbergismes door, een emotionele band weet op te bouwen met de kijker. En dat is in mijn ogen nog steeds één van de meest verwarrende prestaties die eender welke film ooit voor elkaar gekregen heeft. De eerste Short Circuit is een soort halfbakken ET-kloon, de tweede is vooral een aaneenrijging van sketches, Johnny #5 heeft - zeker in de eerste film - een minimum aan dialoog (IIIIINPUUUUUUUUUT), kan geen enkele nuance in zijn karakter brengen, en ga zo maar even door. Maar om een of andere reden, laten we het pure onvervalste '80s magie noemen, voel je gewoon heel erg met deze robot mee. Vooral illustrerend daarvoor is...
Beste moment: Ergens aan het einde van Short Circuit II, wanneer
#5 bijna doodgeslagen wordt
. Het is een grote homp ijzer met ogen en een stem, maar dit is serieus één van de meest pijnlijke scènes die ik ooit gezien heb. Eén van de meest onverklaarbare natte-ogen-momenten in de filmgeschiedenis. En aangezien er met The Iron giant nog een andere grote robot in het lijstje jankscènes voorkomt, is dat misschien wel een geheime sleutel tot een emotionele reactie. Kijk en leer, filmmakers: hermaak Twilight, sloop een mogelijk happy ending eruit (ik heb #3 en 4 nog niet gezien, uiteraard) en vervang de vampieren door robots! Ik hou het nu al nauwelijks droog. En alsjeblieft, noem die hypothetische film "Zwaailicht".


Norman Bates - Psycho

Ik heb bij momenten geprobeerd om een gevarieerd, persoonlijk en lichtjes alternatief lijstje te maken, maar sommige klassiekers horen gewoon in elk lijstje thuis. En de centrale spilfiguur van Hitchcock's beste film (jawel, fans van Vertigo, North by Northwest, Rear Window, Rope, en weet ik veel wat nog: zijn beste film) is er ongetwijfeld zo eentje. Voor mensen die opgegroeid zijn zonder TV zal ik de verrassing rond deze Cody Jarett 2.0 niet 'verpesten', ookal acht ik dat onderhand letterlijk onmogelijk (spoiler: de planeet vol pratende apen is de Aarde!), maar ook zonder dat kantje blijft het een fantastisch personage. Een alledaagse, vriendelijke, ietwat ongemakkelijke jongeman die een zeer vreemde dreiging uitstraalt. En hoewel dat veel meer aan acteur Anthony Perkins en de kadrering van Hitchcock te danken is dan aan het eigenlijke scenario, en de psychologie achter het personage tegenwoordig misschien wel een beetje gemakkelijk overkomt, blijft het een figuur dat als geen ander onder je huid weet te kruipen.
Beste moment: Zijn tète à tète met Janet Leigh (tevens ook één van Hitchcock's beste leading ladies), en alle bizarre intensiteit die erbij komt kijken. Let alleen al op de camerahoek en de kadrering van de opgezette vogels in dat eerste frame: Psycho zit vol met dat soort slimme beeldspraak waardoor je onderbewustzijn tilt slaat. Het is daardoor misschien lastig te bepalen is of het nu Norman Bates is die zo sterk is dat hij de film draagt, of dat het juist de film is die Norman Bates een podium geeft, maar eigenlijk maken ze beide zo'n sterke indruk dat het volgens mij gewoon een wisselwerking is. Een zeer sterk personage in een zeer sterke film.