Dit is, om meerdere redenen, een belangrijke film in de carrière van Miyazaki. Voor het eerst sinds Laputa zet hij zijn liefde voor de luchtvaart nog eens centraal in een film neer (wat hij sindsdien overigens niet meer gedaan heeft). Het is de laatste film (na eerder Totoro en Kiki's Delivery Service) die gekenmerkt wordt door een dun plot dat ondergeschikt is aan het verhaal. Het is de eerste film die duidelijk binnen onze geschiedenis geplaatst wordt (Italië, na de eerste Wereldoorlog). Het is de eerste Miyazaki die duidelijk gelinkt kan worden aan een welgekend sprookje (De Kikkerprins, later zou Miyazaki ook nog een eigen interpretatie aan Alice in Wonderland en De Kleine Zeemeermin geven). Porco Rosso is het begin en het einde van vele belangrijke stromingen binnen Miyazaki's oeuvre. En toch is dit één van zijn werken die schandelijk over het hoofd gezien wordt.De film vertelt het verhaal van Porco, een Italiaanse piloot. Tijdens de eerste Wereldoorlog vloog hij nog voor de Italiaanse luchtmacht, nu leeft hij als premiejager die zijn klanten bescherming biedt tegen luchtpiraten. We zien Porco's ambigue liefdesverhouding met restaurant-uitbaatster Gina, zijn vriendschap met vliegtuig-ingenieur Fio en zijn rivaliteit met de Amerikaan Curtis. Het vreemde aan dit verhaal is echter dat Porco ergens doorheen de jaren veranderd is in een varken, en niemand zich daar echt druk in lijkt te maken. We zien dat natuurlijk wel vaker bij Italiaanse mannen, maar toch... (ik ga mezelf het voordeel van de twijfel gunnen en zeggen dat die opmerking volledig stereotyperend, maar absoluut niet beledigend is).
We krijgen geen duidelijke uitleg waarom dit het geval is. Het is niet zo dat er een boosaardige heks is die een toverspreuk heeft uitgesproken over Porco, de film biedt ons simpelweg geen simpele uitleg. Miyazaki lijkt zelfs zijn best te doen om dit met alle mogelijke luchtigheid te benaderen en de kwestie niet rechtstreeks aan te pakken: er zijn een paar kleine opmerkingen en woordspelingen, maar algemeen gezien is Porco's varkenssnuit constant de olifant in de kamer.

En dat is zonder meer het sterkste aspect van deze film. Porco is een interessant hoofdpersonage, een uniek figuur in vergelijking met Miyazaki's gebruikelijke voorkeur voor jonge meisjes en hun extreme positivisme. Porco daarentegen is flink verbitterd; hij heeft het fascisme zien opkomen in Italië, heeft zijn grote liefde opgegeven voor zijn land en in ruil zag hij zijn kameraden neergeschoten worden in de oorlog. Porco gaat gebukt onder overlevingsschuld, misantropie en spijt; dit is een somber, levensmoe personage. Of zoals hij het zelf zegt: "I felt like He was telling me just to keep on flying alone forever". En als je zo enorm depressief in een animatiefilm rondloopt kan de regisseur er al eens voor kiezen om je als een varken neer te zetten. Het klinkt eigenlijk zo gek nog niet.
Maar in al zijn simpliciteit is deze aanpak weinig minder dan geniaal. Vergelijk het bijvoorbeeld met Belle en het Beest: hoe geweldig ik die film ook vind (naar mijn gevoel de op één na beste Disney-animatiefilm) voelt het allemaal heel erg plat aan in vergelijking met Porco Rosso. Het Beest is gemeen tegen een heks, dus wordt hij aan de buitenkant even lelijk als aan de binnenkant. Dat is allemaal behoorlijk oppervlakkig, niet onlogisch ook aangezien het voor kinderen gemaakt is. Kinderen leren op die manier begrijpen dat ze vriendelijk moeten zijn en dat echte schoonheid van binnen zit. In Porco Rosso zien we echter hoe onze protagonist eerst een normaal, viriel manschap was. Wanneer hij echter zijn volledige divisie aan flarden zag geschoten worden veranderde er iets in hem, en veranderde hij in het varken dat we zien. Met behulp van één scène toont Porco Rosso ons de deconstructie van het cynisme als levensbeschouwing, de isolatie van een depressie, het omgaan met dood. Met één flashback van ochgod een paar minuten! Moest u mij om één enkele scène uit Miyazaki's oeuvre vragen die zijn genialiteit definieert: bij deze.
Maar die zwartgalligheid van het hoofdpersonage wordt wederom verpakt in een frisse, amusante, luchtige film, of wat had u gedacht. Qua stijl doet de film heel sterk denken aan Kiki's Delivery Service: er is humor, er is drama, er is avontuur, er is actie. De film wordt bijeengehouden door een dun plot, maar het is vooral de invulling daarvan die de film bepaalt. Maar daarnaast kent de film - als enige binnen Miyazaki's Ghibli-catalogus - vooral een treffende gelijkenis met The Castle of Cagliostro. Porco Rosso baadt in eenzelfde heerlijke sfeer als Miyazaki's debuut, waardoor de film een veel avontuurlijker en losser karakter heeft dan we inmiddels van hem gewend zijn. Het doet eigenlijk vooral denken aan die Kuifje-tekenfilms die vroeger op Ketnet te zien waren, al heeft de Europese locatie daar misschien ook wel mee te maken. De muziek is swingend, de personages scherp geschreven ("I'd rather be a pig than a fascist", aldus Porco) en de hele film heeft lak aan conventies en ongeschreven regels. Miyazaki doet hier gewoon waar hij zin in heeft: tekenend hiervoor is het grote gevecht tussen Porco en de Amerikaan. Wat begint als een typische dogfight eindigt snel wanneer de machinegeweren blokkeren, waarop de twee elkaar beginnen te bekogelen met allerhande materiaal en uiteindelijk landen om alles te beslissen in een nogal barbaarse bokswedstrijd. We zien het Disney niet snel doen.
Daarmee zou je je wel durven afvragen in hoeverre Porco Rosso een kinderfilm is. Miyazaki's motivatie om deze film te maken zou eerder met Japanse zakenlui te maken hebben dan met kinderen, en de dramatiek rond het hoofdpersonage is nu niet bepaald iets dat past binnen de meeste kinderen hun leefwereld. Er valt genoeg te bewonderen, maar dit is Miyazaki's eerste film die duidelijk voor een volwassen publiek gemaakt werd. Waar de animatiefilms aan onze kant van de aardbol als doel hebben om kinderfilms voort te brengen waar je als volwassene ook naar kan kijken, is het bij deze Porco Rosso exact omgekeerd en is dit een film waar kinderen op de tweede plaats komen. Een idee dat Miyazaki met zijn volgende film nog duidelijker naar voren zou brengen.Porco Rosso lijkt een beetje de vergeten Miyazaki te zijn. Samen met Kiki's Delivery Service (en logischerwijs ook The Castle of Cagliostro) vormt het een gat binnen zijn filmografie dat maar weinig succes kent tegenwoordig. We zouden niet weten waarom: de film kan zich makkelijk meten met alles wat Miyazaki tot op dit punt gemaakt heeft en op vlak van stijl past het perfect binnen zijn catalogus. Een logische uitleg is er niet voor, dus doe uzelf een plezier en kijk deze te weinig besproken film wanneer u de kans hebt. Het introduceert enkele duistere thema's op een heel vernuftige manier, maar is verder weer een weergaloos spektakelstuk dat iedereen zal kunnen boeien.
In een gesprek met hoofdpersonage Kiki vertelt een jonge artieste wat haar motivaties als kunstenaar zijn, haar eigenlijke drijfveren. Ze zegt hoe haar oude schilderijen kopies waren van iets wat ze al eens eerder gezien had, en dat ze toen gezworen heeft haar eigen unieke werk te produceren. We kunnen aannemen dat Miyazaki op dat moment rechtstreeks tot zijn publiek spreekt, en terecht ook. Met 

Aaaaaah, niets dat zo goed voelt als een flinke meevaller. Het originele Planet of the Apes van 1968 is nog steeds één van mijn favoriete science fiction films, en ook de vier sequels zou ik iedereen durven aanraden, want het is nu eenmaal één van de weinige filmfranchises die het aandurft om één groot verhaal te vertellen over vijf films tijd. Het moet dan ook niet gezegd worden dat ik niet tevreden was toen Tim Burton die hele saga tien jaar geleden zo respectloos over de schoot nam dat zelfs een Noorse socialist er geschokt van zou opkijken. Dat er nu dan plots een prequel op dat gedrocht (nog steeds één van de grote debacles van vorig decennium) geproduceerd wordt deed het slechtste vermoeden, en dat de trailer dan ook nog eens deed denken aan een zombiefilm met CGI-apen, tja... Zelden heb ik zulke lage verwachtingen gehad voor een film, ik zou er niet van opgekeken hebben moest Rise of the Planet of the Apes (wat een titel ook, vanaf nu noem ik em RotPotA) letterlijk één van de slechtste films aller tijden geworden zijn. Maar kijk, dat valt dan weer reuze mee. Dat de film geen onkijkbaar zooitje geworden is: een flinke verdienste. Dat het geheel eigenlijk serieus te nemen valt en niet compleet belachelijk is: het teken van een zeer goed productieteam. Dat de film uiteindelijk zelfs redelijk goed is: niets minder dan een mirakel en ongetwijfeld een zekere hoeveelheid Goddelijke interventie.
RotPotA is voor een groot deel eigenlijk eerder een ontsnappingsfilm dan een revolutiefilm. Nadat je hoofdaap Ceasar grondig leert kennen wordt hij opgesloten in een soort apengevangenis, en de volledige tweede akte bestaat uit het ontsnappen van Ceasar en zijn lotgenoten. Rupert Wyatt weet dit zeer treffend in beeld te brengen: hij neemt zijn tijd om alles duidelijk en aan een aangenaam tempo in beeld te brengen. Je krijgt geen gevoel alsof je snel even door de basis wordt geloodst, het voelt niet te zwaar aan en gaat niet vervelen. Het is een heel mooi stukje popcorncinema, dat in de derde akte weliswaar een beetje uiteenvalt.

Nu we al een paar dagen op animatiefilms aan het focussen zijn moeten we eens aan de reputatie van het medium raken. We kennen allemaal wel iemand die altijd maar weer moet zeggen dat "tekenfilms voor kinderen zijn", maar hoe zit dat precies? Ik kan me echt niet voorstellen dat iemand pakweg Aladdin als een kinderfilm beschrijft, terwijl ik weet dat die mensen zeker wel bestaan. Maar waarom? Er wordt niet overdreven simpel gepraat, er dansen geen felgekleurde creaturen in het rond, Dora vraagt je niet hoeveel flamingo's je kan spotten. Klassieke Disney-, Ghibli- en Don Bluth-films zijn verhaalgewijs zeer traditioneel, en wijken zelden af van een goed-tegen-slecht verhaal. Hyperpopulaire filmfranchises als Star Wars, Lord of the Rings, Indiana Jones of Pirates of the Caribbean zijn narratief gezien evenzeer "kinderfilms" als The Little Mermaid of 

Hoewel 

Na een fraai debuut kunnen we van opvolger Nausicaä of the Valley of the Wind pas echt zeggen dat het een Miyazaki-film is. Het moraliserende kantje (uiteraard in verband met het milieu), een jong meisje in de hoofdrol, de prachtige animatie, een handvol vliegscènes,... ze zijn hier onmiskenbaar van de man die later de onbetwiste koning van het medium zou worden. Maar waar binnen
Het duidelijkst is dit terug te vinden in de personages zelf. Hoofdpersonage Nausicaä is redelijk uitgewerkt, maar niet sterk uitgediept. Ze is Godzijdank een sterker vrouwelijk personage dan eender wat je in die tijd in Westerse animatiefilms kon zien, maar ook net wat te eendimensionaal om interessant te zijn en de film te dragen. Ze is een meester in het zwaardvechten, maar wil in de mate van het mogelijke absoluut niet vechten. Ze jaagt gigantische insecten weg, maar empathiseert zeer sterk met hen. Ze wil van de jungle af, maar geniet van de pracht ervan. Alles heeft een kant waarin ze te duidelijk een kristalhelder Disneyprinsesje is. Ze is redelijk charismatisch en daardoor geen vervelend hoofdpersonage, maar ze is ook allesbehalve memorabel.
Hayao Miyazaki, een levende legende. De grote pief van de Oosterse animatiefilm. De enige niet-Engelstalige persoon die een Oscar voor beste animated feature bezit. De Messias van de animé. De Obama der tekenfilms. Enfin, die Miyazaki, dat is me er wel eentje. Met een handvol van de beste animatiefilms aller tijden op zijn palmares heeft die man een ijzersterke reputatie, een grote fanbase en een onwaarschijnlijke hoeveelheid krediet opgebouwd.
Het enige echte probleem met deze film is de animatie. In het eerste geval is die qua stijl niet altijd even geweldig, al is dat uiteraard puur smaakgebonden. Het is niet die nogal typische Japanse stijl vol scherpe neuzen en gigantische ogen, maar eerder... wel, ik zou zeggen een soort realisme als Cowboy Bebop, maar dan getekend als een heel wat minder slordige vorm van Shin Chan. Het is zeker niet lelijk en op vlak van omgevingen kan je de film weinig verwijten, maar sommige personages missen bij momenten visueel een beetje diepte. Wat echter niet door smaak kan afgewimpeld worden is de animatie zelf, die veel goedkoper oogt dan latere Miyazaki-werken. Gezien het geen heel grote productie is (en inmiddels al ruim dertig jaar oud is en dus volledig met de hand getekend werd), kan ik daar begrip voor opbrengen, maar verwacht niet de vloeiende, 30 frames per seconde animatiestijl waar we tegenwoordig aan gewend zijn. Cagliostro is zeker niet slecht qua animatie en het heeft wel een zekere charme, maar die charme kan niet vergeleken worden met de pracht van Miyazaki's latere werken.
Sterk gewaardeerde bloglezers: u weet dat de productiviteit hier niet altijd even hoog ligt, en al helemaal niet wanneer school er tussen komt. Nu Augustus is aangebroken en er weer eens een tijd van studeren en herexamens aankomt zou u misschien verwachten dat de comateuze toestand weer om het hoekje komt kijken, maar niets is minder waar deze keer. Sterker nog: ik plak er een heuse themamaand aan vast.